Sylnocht

Sylnocht

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek 'Het Friese jacht':
H. Westerhuis uit Amsterdam liet in 1938 een "tjotter" (de 'Sylnocht') bouwen van 6,20 meter door Feike Lantinga in IJlst. De prijs was f1000,- zonder zeilen, wat zelfs in die dagen uitzonderlijk laag was. Wij moeten bedenken, dat Lantinga in de vooroorlogse malaisetijd om werk verlegen zat en Westerhuis hem met het opknappen van de boeier "Catharina" een flink karwei had bezorgd.

Opmerkingen

Dit jacht is enerzijds vrij slank, anderzijds is de holte naar verhouding groot. In zijn bouwwijze vertoont het alle Lantinga-kenmerken. De mast staat vrij voorlijk. De loefgierigheid die daarvan het gevolg kan zijn wordt gecompenseerd door de op een lange botteloef zeer voorlijk gehalsde fok. De uitvoering was oorspronkelijk zeer sober, zonder kluisborden en beretanden (zie foto uit 1960), haast identiek aan de uitmonstering van het (uit 1909!) stammende jacht "Nut en Nocht".

Eigenschappen

Plaquette nummer:49 Zeil nummer: OC63 / RD63
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1938 Ontwerper:F. Lantinga
Werf:F. Lantinga Werf plaats:IJlst
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,19 m Breedte berghout:2,50 m
Diepgang:1,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1938 – 1963 H. Westerhuis, Amsterdam ( Sylnocht)
1963 – 1978 W. Kloosterboer, Callantsoog ( Sylnocht)
1968 – 1990 H. de Ruig, Amsterdam ( Sylnocht)
1990 – onbekend M. Verhaar, Amsterdam ( Sylnocht)
onbekend – 2002 R.Th. Nederveen, Hoogebeintum ( Sylnocht)
2002 – onbekend Verhoeve Groep BV, Hummelo ( Sylnocht)
2011 – Nu (laatst bekend) W.G. Vermeulen, Bilthoven ( Sylnocht)

Geschiedenis

1938

13 april 1938

13 april 1938: Hepkema's Courant

1980

1980

1980: De 'Sylnocht' tijdens de 5e Lustrum Reünie Stamboek Ronde en Platbodemjachten in Leeuwarden/Grouw

1992

1992

1992: Het Friese jacht 'Sylnocht' in het boek 'Het Friese jacht' van Dr. Ir. J. Vermeer

Het jacht "Sylnocht" werd in 1938 door Feike Lantinga gebouwd in opdracht van de heer H. Westerhuis te Amsterdam. Hoe deze ertoe kwam om bij Lantinga een nieuw Fries jacht te bestellen, moge blijken uit de passages, ontleend aan het artikel van de hand van M. Verhaar getiteld "De lotgevallen van de boeier `Catharina' ", gepubliceerd in een der jaarboeken van het Friese Scheepvaart Museum.

Het begint bij de Boeier 'Catharina'

In 1938 kocht een Amsterdamse importeur van zuidvruchten de boeier "Catharina" voor een zakenrelatie in Smyrna, die er de Egeïsche Zee mee wilde bevaren. Voor haar vertrek naar de Oriënt kreeg de "Catharina" een uitgebreide opknapbeurt op de werf te IJlst, waar ze in 1904 gebouwd was voor Jhr A.J. van Sminia. Degene die een en ander regelde, was de heer H. Westerhuis, boekhouder bij het betreffende importbedrijf en verwoed BM-zeiler. Hij was geboren in Poppingawier, waar zijn vader een kleine helling bezat. Op de IJlster werf in de ban geraakt van het Friese ronde jacht, liet hij voor zichzelf meteen de 'Sylnocht' bouwen. Direct na het gereedkomen van het jacht hield de familie vaarvacantie in Friesland, wat in de volgende jaren werd herhaald. De overtocht van Amsterdam naar Friesland en terug werd gemaakt per Lemmerboot. Het jacht kreeg haar thuishaven bij de W.V. "Het Nieuwe Diep".

Rond de Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de "Sylnocht" op Loosdrecht in een botenhuis. Toen na de oorlog het wedstrijdwezen weer opleefde, met name ook voor de ronde en platbodemjachten, kon de familie Westerhuis zich opnieuw wijden aan haar hobby. Wij vinden de "Sylnocht" in "De Waterkampioen" meermalen vermeld. Tijdens de jaarlijkse Westeinder Zeilwedstrijden werd menige prijs gewonnen. Ook trok men weer naar Friesland. In 1956 nam de familie deel aan de bijeenkomst op 21 augustus ter herdenking van de scheepsbouwers Eeltje Holtrop en Auke van der Zee, waarbij in het hellinghuis te Joure een gedenkplaat en op hun graf een steen werden onthuld. Tijdens de daar-opvolgende wedstrijd op het Sneeker Meer behaalde de "Sylnocht" in haar klasse de 2e prijs. Omstreeks 1960 werd zij als wedstrijdjacht bij het KNWV geregistreerd onder nummer 63 OC.

Na het overlijden van de eerste eigenaar en opdrachtgever H. Westerhuis

Na het overlijden van de oude heer Westerhuis werd de "Sylnocht" in 1963 verkocht aan de heer W. Kloosterboer te Callantsoog. Ofschoon er een nieuw tuig voor werd gemaakt, werd het jacht weinig gebruikt. In 1965 werd aan de werf van Joh. van der Meulen en Zn te Sneek opgedragen een groot aantal gangen te vernieuwen. Nadat deze restauratie was voltooid, werd het jacht niet opgehaald en bleef bij Van der Meulen liggen. In 1968 werd het naar Heeg versleept, waar het vervolgens 10 jaar ongebruikt in een loods van de fa. Visserman bleef opgeborgen. 

H. de Ruig nieuwe eigenaar

Uiteindelijk koopt H. de Ruig te Amsterdam de "Sylnocht" en brengt haar in oude luister weer in de vaart. Het vaargebied blijft Friesland, waar de familie in Oosthem een zomerwoning aan de Bolswardervaart bezit. In 1980 wordt deelgenomen aan twee grootse evenementen: SAIL 80 te Amsterdam en de feestelijke zomerreünie van het Stamboek, dat zijn 25-jarig bestaan in Friesland viert. Ook de nieuwe eigenaar is een liefhebber van hardzeilen. Gedurende de meer dan tien jaar, dat hij de "Sylnocht" bezit, wordt van alle gelegenheden die Friesland daartoe biedt, ruimschoots gebruik gemaakt. Elk jaar neemt het jacht ook deel aan de Regionale Reünie voor Friese Ronde Jachten en Schouwen in Heeg.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens    6,19 m
  • Grootste breedte over de berghouten    2,60 m
  • Holte op het grootspant    1,15 m
  • Zeiloppervlak: Grootzeil + fok    35,7 m2

Bijzonderheden

  • geen kielbalk
  • bijna plat vlak
  • vlaktilling 0°
  • hoekige kimmen
  • brede zandstrook + verloren gang
  • 4 huidgangen boven de kimmen
  • laag voordek met bedelbalk
  • snijwerk op bedel- en hennebalk, kluisborden en beretanden
  • breed tjotterroer met versierde klik

2000

2000

2000: Restauratie door Jachtwerf Brandsma

2012

februari 2012

februari 2012: "Beschouwing over de typering Tjotter of Fries jacht" door Gerard ten Cate

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "Het Friese jacht": H. Westerhuis uit Amsterdam liet in 1938 een "tjotter" (de 'Sylnocht') bouwen van 6,20 meter door Feike Lantinga in IJlst.

In 2012 schrijft Gerard ten Cate het volgende:
Uiteraard weten we allemaal dat er discussie mogelijk is over de tjotters en Friese jachten, ook is er vaak discussie mogelijk of een schip te het ene of het andere type behoort. Dat maakt het juist leuk en interessant. In het begin van de twintigste eeuw lag dit allemaal makkelijker. Je had toen grote- en kleine tjotters. Pas met het oprichten van het Stamboek is de typering "Fries jacht" algemeen bekend geworden. Bij het nazoeken (begin 2012) van de definities die het Stamboek geeft voor een tjotter en een Fries jacht, moet je vooral tussen de regels door lezen. De type aanduidingen/definities zijn "niet sluitend". In mijn relaas heb ik de beschrijvingen gebruikt die op de website van het Stamboek staan. 

Het Fries jacht 'Sylnocht' wordt in deze publicatie ook besproken en in de vergelijkingen meegenomen.
.... Bij tjotters is het boeisel anders vorm gegeven dan bij een Fries jacht. Naar de stevens toe wordt het boeisel bij een tjotter veel smaller. Het was oorspronkelijk de bedoelding dat de "Sylnocht" na de bouw (door Lantinga?) van beretanden en kluisborden voorzien zou worden. Daar is toen niets van gekomen. Dat is de reden dat de heer De Ruig ze erop heeft laten zetten toen hij eigenaar werd. ....

Lees de "Beschouwing over de typering Tjotter of Fries jacht" door Gerard ten Cate

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht