Joris

Joris

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "Het Friese Jacht":
Van dit jacht begint de historie, voor zover die te achterhalen was, in het jaar 1958. In oude schepenlijsten van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten komt inderdaad een boeier van 5,- meter, genaamd `Joris', voor op naam van R. de Carpentier te Amsterdam, en wel van 1963 tot en met 1967. De heer Van Lier was kennelijk geen donateur van de Stichting meer; van 1967 tot en met 1972 staat de "Joris" niet meer geregistreerd. Wat de herkomst van de "Joris" betreft: Vermoedelijk hebben wij met een scheepje van Lantinga te doen. Door de restauraties zijn een aantal uiterlijke kenmerken nogal veranderd.

Wanneer de 'Joris' is gebouwd is onzeker. Waarschijnlijk is wel dat het Friese jacht is gebouwd door Lantinga in IJlst.

Eigenschappen

Plaquette nummer:744 Zeil nummer: RE95
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1910 (?) Ontwerper:L. Lantinga
Werf:L. Lantinga Werf plaats:IJlst
Motor:Inbouw Motor type:1 cil. Yanmar dieselmotor
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:5,26 m Breedte berghout:2,29 m
Diepgang:0,40 m Masthoogte water:8,50 m
Oppervlakte grootzeil:21,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:21,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:0672 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

onbekend – 1958 Eigenaar woonachtig Amsterdam, Amsterdam ( Joris)
1958 – 1963 Binne Groenier jr., Amsterdam ( Joris)
1963 – 1967 R. de Carpentie, Amsterdam ( Joris)
1967 – 1972 J. van Lier, Stompetoren ( Joris)
1972 – 2012 Mevr. B.M.M. van der Sijp-Weve, Wassenaar ( Joris)
2012 – Nu (laatst bekend) H.J.M. van der Sijp, Hilversum ( Joris)

Geschiedenis

1958

1958

1958: Foto 'Joris'

1972

1972

1972: Geschiedenis door oud-eigenaar J. van der Sijp

Terwijl Pier aan het restaureren was, kon ik iets van de geschiedenis van de 'Joris' achterhalen:
In het voorjaar 1958 vond Binne Groenier jr. (zoon van de toneelspeler Binne Groenier) de boot als wrak liggend bij de werf Doornbos aan de Ringdijk te Amsterdam (Diemen) (werf is verdwenen). De eigenaar had de boot er al tijden liggen en had langzamerhand een schuld van f 250,-. De eigenaar woonde in de rosse buurt en bleek de (verdwenen) man van een publieke juf te zijn. Voor f 50,- was zij bereid de boot van de hand te doen, en de werfbaas schold de f 250,- kwijt toen hij hoorde dat Binne de boot zelf wilde herstellen. Hij en zijn vriend R. de Carpentier togen aan het werk. Het voordek was verdwenen en het onderwaterschip ingeblikt. Verder zat alles onder de modder: de boot was een wrak. Het eerste jaar werd hard gewerkt om plecht en een klein kajuitje te bouwen. Het blik werd van het onderwaterschip afgehaald. De mast werd ongeveer 80 cm ingekort hetgeen ongeveer de lengte was waarmee de mast vroeger eens aan de voet was verlengd. De gaffel is afkomstig van een iets groter Fries jachtje. Er zaten beretanden en kluisborden op, die er in eerste instantie afgehaald werden. Binne modelleerde de kajuit naar een Staverse jol die ook op de werf lag. (Toen we in augustus 1972 de boot in Heeg vonden bleek dat Binne een goed oog had en fraai werk had geleverd). Elke winter werd er aan het jacht gewerkt en er weren o.a. nieuwe gangen ingezet. Nieuwe zwaarden werden gemaakt in Vinkeveen bij De Heer. Voor het herstel van de boot werd veelal eikenhout gebruikt van oude bedden. De zwaardophanging aan haken werd gedaan om zonder moeilijkheden te kunnen zeilen op het IJsselmeer. In 1963 kocht R. de Carpentier de boot van Binne Groenier. Hij heeft in 1966 nieuwe zeilen laten maken bij De Boer. Het oorspronkelijke (?) tuig was te groot en met de grote fok sterk lijgierig. In oktober 1967 werd de boot verkocht aan J. van Lier te Ilpendam die de Joris matig heeft onderhouden. Tenminste toen wij de boot in 1972 in Heeg aantroffen, zaten er veel rotte plekken en gaten in.

In augustus 1972 hebben wij de boot voor f 700,- gekocht en aan Pier Piersma meteen de opdracht gegeven een totale restauratie uit te voeren en de kajuit eraf te halen, dus de boot weer als Fries jacht te herstellen.
Volgens De Carpentier werd gezegd dat Eeltjebaas te IJlst/Joure de boot omstreeks 1870 gebouwd zou hebben.
(Al speurend en telefonerend heb ik een groot deel van de familie Groenier gesproken, maar niemand wist van het bestaan Van de Joris af. Wel waren er een boeier en een tjotter in de familie geweest, waarover o.a. Mejuffrouw N. Groenier te Den Haag mij 't een en ander vertelde en foto's stuurde).

1973

1973

1973: De 'Joris' op de recreana

1975

1975

1975: De 'Joris' voor de wal bij Pier Piersma in Heeg

Boeier ,,Boreas" lang 655 1962 de Jong Heeg. Boeier ,,Friso" lang 900 1890 v.d. Zee Joure. Achtergrond: Fries Jacht ,,Joris" 5,15 1890 Lantinga IJlst. Tjotter,,Anna Beatrijs" lang 5 meter 1907 Lantïnga IJlst.
Boeier ,,Boreas" lang 655 1962 de Jong Heeg. Boeier ,,Friso" lang 900 1890 v.d. Zee Joure. Achtergrond: Fries Jacht ,,Joris" 5,15 1890 Lantinga IJlst. Tjotter,,Anna Beatrijs" lang 5 meter 1907 Lantïnga IJlst.

1988

1988

1988: Aanvullende informatie door oud-eigenaar J. van der Sijp

In augustus 1972 kochten wij de Joris als wrak liggend in Heeg van de heer J. van Lier. Het schip lieten we in de winter van 1972/73 totaal restaureren door P P Piersma, Heeg. Wat oorsprong en leeftijd van het schip betreft kan aan de hand van de vorm gezegd worden dat het waarschijnlijk omstreeks 1880 te IJlst gebouwd werd.

Aan feitelijke gegevens hebben we het volgende weten te achterhalen:

  • voor 1958 - eigenaar was de 'man' van een rosse dame te A'dam;
  • 1958-1963 - Binne Groenier jr, zoon van de gelijknamige toneelspeler kocht het schip van de werfbaas van de werf Doornbos aan de Ringdijk te Diemen,waar het geheel onttakeld in de modder lag. Met zijn schoolvriend Rob de Carpentier werd de Joris redelijk opgeknapt en van een klein kajuitje voorzien.
  • 1963-1967 - R de Carpentier te Amsterdam kocht de Joris en heeft er nieuwe zeilen bij De Boer voor laten maken. Er werd veelvuldig mee op het IJsselmeer gezeild;
  • 1967-1972 - J. van Lier, Stompetoren (NH) kocht het schip,en heeft veel gevaren in Noord Holland. De laatste reis was naar Heeg;
  • 1972-heden B.M.M. van der Sijp-Weve wordt de eigenaar. De Joris wordt weer in de oorspronkelijke staat als Fries jacht teruggebracht door P P Piersma te Heeg. Er kwam een langere mast en giek op,terwijl Molenaar te Grouw een nieuw tuig maakte.

Op de Recreana 1973 te Leeuwarden werd de 'Joris' in nieuwe glorie tentoongesteld (zie Sneeker Nieuwsblad van 4 jan 1973). P (Heit) Piersma sr beeldhouwde de klimmende draak op het roer,evenals de versieringen op bedel- en hekbalk. De naam Joris werd waarschijnlijk door Groenier aan het schip gegeven. Het schip vaart 'droog' en kan zeer veel wind hebben zonder behoeven te reven.
We hebben een fraai modelschaal 1:14 in ons bezit, gemaakt door J.W. Oomen te Dieren in 1974.
Bij de restauratie van het schip door Pier Piersma (1972/73) werd de vorm van de romp nauwkeurig nagevolgd. Stap voor stap werd een oude gang vervangen door een nieuwe, en daarna de mastbank, spanten en liggers. Het oude boeisel, dat er vrijwel net zo uitzag als nu het Friese jacht 'De Rode Leeuw (J.Vermeer)' heeft (dwz zonder krullen of gekleurde lijsten), werd niet precies op dezelfde wijze gerestaureerd, maar meer zoals te doen gebruikelijk, dus wat speelser en feestelijker.
Ook het roer werd voorzien van fraai snijwerk (door Heit Piersma). Hoe het roer er oorspronkelijk uitgezien heeft is niet bekend.
De opklimmende draak werd gesneden door Heit Piersma en is met bladgoud verguld.
Tijdens de restauratie werd in het schip een Finse Vire-7 tweetaktmotor ingebouwd; een kleine maar betrouwbare motor.
De laatste jaren blijkt de Joris een uitstekend wedstrijdschip te zijn. dat bij harde wind (meer dan 4 tot 5) veelal in de prijzen valt (lage TVF en iets ondertuigd).
Een foto van de Joris is te vinden in de 'Spiegel der Zeilvaart, 1985, blz 41, waar het schip ligt vlak bij de open deur van de loods van Piersma.

J. van der Sijp
Wassenaar
nov 1988

1992

1992

1992: Het Friese jacht 'Joris' in het boek "Het Friese Jacht" van Dr. Ir. J. Vermeer

Bijgaande foto's geven een indruk van de toe­stand omstreeks 1958. Wij zien daarop een aantal details die wij reeds als typisch voor Lantinga hebben leren kennen, te weten:

  • geen snijwerk op de boeisels
  • de biezen op de boeisels lopen door van de beretanden tot de achtersteven
  • de mast draait om een bout dwars door de kokerwangen. Deze bout wordt ondersteund door in de kokerwangen ingelaten vierkante ijzeren plaatjes.

Dergelijke details komen alleen voor bij jachten van Lantinga: Zie "Tsjibbe Gearts", "Willemijn­tje", "Sylnocht", "Bestevaer" en ook "Hommel" en "De Rode Leeuw". De toeschrijving aan Lantinga lijkt daarom verantwoord. Onbekend blijft dan nog wanneer en voor wie het jacht gebouwd zou kunnen zijn. Het ronde grootspant zou erop kunnen wijzen, dat het nog in de tijd van Lolke Lantinga is ontstaan. In de door Boschma gepubliceerde werfboeken komt een `zeilboot' voor met een lengte van 5,25 meter, afgeleverd in 1912 aan J. Twigt te Rotterdam. Of onze "Joris" hiermee identiek is, blijft een open vraag.

Na de restauratie is tot op heden mevrouw B. van der Sijp-Weve te Wassenaar eigenaresse van het herboren jacht. Bij die restauratie is nieuw snijwerk aangebracht op bedel- en hennebalk, op de boeisels en op de kop van het roer, uitgevoerd door P. Piersma Sr (Heit). Deze heeft ook de klimmende draak, die het roer bekroond, gesneden. Sinds 1972 is de thuishaven de gemeentelijke jachthaven It Eilán te Heeg, waar de familie Van der Sijp ook nog de Lantinga-tjotter "Vrouwe Anna Beatrijs" heeft liggen. Sedert vele jaren nemen beide schepen deel aan de 'houten reünie'. Van 1982 tot 1989 was de heer Van der Sijp voorzitter van het comité dat dit evenement jaarlijks organiseert. In 1980 was de "Joris" aanwezig bij de viering van het vijfde lustrum van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens    5,29 m
  • Grootste breedte over de berghouten    2,29 m
  • Holte op het grootspant    0,96 m
  • Zeiloppervlak: Grootzeil + fok    21,0    m2

Bijzonderheden

  • geen kielbalk
  • rond grootspant
  • vlaktilling 0 °
  • kielgang + 6 huidgangen
  • achterschip licht gepiekt
  • vast voordek met waterlijst achter de mast-koker; bedelbalk
  • snijwerk (nieuw bij restauratie) op roerkop, bedel- en hennebalk en boeisels, leeuwekopjes op kluisborden
  • roer bekroond met draak

Opmerkingen

Vergeleken met de sobere oorspronkelijke toestand is het huidige jacht uitbundig met snijwerk versierd. De in vergelijking met een aantal andere Lantinga-jachten meer achterwaartse plaatsing van de mast is gunstig voor de bezeildheid.

2010

maart 2010

maart 2010: SSRP Jaarverslag 2009 - Met subsidie uit het Restauratiefonds FONV uitgevoerde restauraties van in het Stamboek ingeschreven jachten

In het SSRP jaarverslag 2009 wordt melding gemaakt van de volgende restauratie:
Bij breeuwwerk aan de berghoutsgang van het Friese jacht Joris van de familie Van der Sijp kwam naar voren dat er beweging in het zeilwerk zat. Om dit te verhelpen zijn door Martijn Perdijk van Wind & Water in Heeg de mastwangen en de zeillegger vervangen en zijn er reparaties aan de zeilspanten uitgevoerd.

In recente jaren is er door sommige scheepsbouwers bij verschillende open jachten voor gekozen om de mastspoor-constructie te veranderen: In plaats van een mastspoor ofwel zeilwerklegger dwarsscheeps tussen de zeilspanten, werd een rechthoekig mastspoor op de leggers aangebracht, zoals dat bij grotere gedekte schepen gebruikelijk is. Bij zowel de 'Anna' als de 'Joris' is de authentieke constructie, waarbij de mastwangen ingelaten zijn op een dwarsscheepse zeilwerklegger, in stand gehouden.

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht