2023 nummer 4: De Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo en het ontstaan van de SSRP

Wat er allemaal ooit is vastgelegd ....

Tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de SSRP in Sneek mocht ik een voordracht houden over de geschiedenis van 175 jaar Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo. Zoals bekend is dit een van de oprichtende verenigingen van ons Stamboek.
In deze “Uit het Stamboek” wil ik nogmaals ingaan op de rol die deze zeilvereeniging in de ontstaansgeschiedenis van de stichting heeft gespeeld. Die rol was groot. Bij de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo kwamen nog altijd een aantal boeiers en Friese jachten in wedstrijden tegen elkaar uit. Schepen die gekoesterd werden. 
Veel van wat je eerder al bij Oostergoo zag zie je nu nog altijd bij de SSRP. Oostergoo zit in de genen van de SSRP.

1947

Toen in 1947 de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo haar honderdjarig jubileum in 1948 aan het voorbereiden was, werd er nagedacht over het organiseren van een vlootschouw met ronde jachten (boeiers, tjotters en Friese jachten) die de 2e Wereld Oorlog hadden overleefd. Men wist dat er in de oorlog veel schepen verdwenen waren. Hoeveel traditionele Nederlandse Schepen de oorlog overleefd hadden was toen nog onduidelijk. Via de Noord Nederlandse Watersportbond (NNWB) werd geprobeerd er een inventarisatie te maken. Bij Langweer en Workum werden een paar nog varende schepen gevonden . Ze werden alle uitgenodigd voor het 100-jarig jubileum en kwamen naar Grou. Het jubileum werd een succes. Niet in de laatste plaats toen Prins Bernhard de zeilvereeniging kwam feliciteren. Hij kwam met een watervliegtuig op bezoek.
Het succes smaakte voorzichtig naar meer. In 1951 had de heer C.J.W van Waning de boeier Maartje gekocht en was op zoek naar de geschiedenis van zijn schip. Tijdens zijn zoektocht kwam hij terecht in Grou en vond bij Oostergoo geestverwanten. De Hoofd-Commissaris van Politie de heer Voordewind uit Amsterdam schreef een boek over zijn leven met de visaak Dophijn. Net als de heer Van Waning vond ook hij bij Oostergoo geestverwanten.

Z.K.H. Prins Bernhard arriveert in 1948 op het Pikmeer met een Goodyear Duck samen met zijn piloot Gerben Sondervan (foto Franciscus (Frans) Cornelis  Diderich Popken (1915-2003) Harlingen. (coll. Het Scheepvaartmuseum Amsterdam inv.nr. S6507(01)6767)
Z.K.H. Prins Bernhard arriveert in 1948 op het Pikmeer met een Goodyear Duck samen met zijn piloot Gerben Sondervan (foto Franciscus (Frans) Cornelis Diderich Popken (1915-2003) Harlingen. (coll. Het Scheepvaartmuseum Amsterdam inv.nr. S6507(01)6767)

1952

Vervolgens bestond in 1952 de Leeuwarder Courant tweehonderd jaar. Deze vatte het plan op ter gelegenheid van haar jubileum bijzondere sportprijzen uit te reiken. Op voorstel van de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo werd er voor gekozen in een traditionele wedstrijdklasse een prijs te verzeilen zoals gebeurde in de 17e en 18e eeuw. Het werd een zilveren mastwortel die eenmalig bij de GWS-schouwen werd verzeild. De mastwortel, een scheepsversiering die in de loop van de 19e eeuw in onbruik was geraakt en uit ons collectieve geheugen was verdwenen. Het waren museale objecten geworden.

1953

Bij Oostergoo begon het figuurlijk te borrelen. Het volgende lustrum was in aantocht en in 1953 vierde de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo haar 105-jarig jubileum. De vlootschouw die in 1948 zo succesvol was, werd herhaald. Alleen, er was een verschil. Nu werden alle nog bestaande ronde jachten uit heel Nederland uitgenodigd. Scheepjes die voor een groot deel niet gemotoriseerd waren. De al eerder genoemde heer Van Waning, inmiddels directeur van het Rotterdamse Rijnvaart Bedrijf, organiseerde in samenspraak met Oostergoo een sleep vanuit Rotterdam door Zuid-Holland om vervolgens via Arnhem en de IJssel naar Grou te varen. Ronde jachten konden aanhaken. Wederom werd de bijeenkomst met vlootschouw een succes. De Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo wist hiermee alle aandacht op zich te vestigen. De pers was vol lof. De deelnemers kregen als aandenken een gedraaide mastwortel. Vanaf dit moment zie je voorzichtig foto’s van schepen met mastwortels verschijnen. 
De bijeenkomst was een succes met (mogelijk) een klein schaduwrandje. Van de vloot schepen die in Grou verscheen was er een boeier te koop, de grootste deelnemer. Het schip dreigde naar Engeland verkocht te worden. Dit was de grote boeier Jean Bart. 

1953 Sleep onderweg van Holland naar Grou voor de Reünie van Ronde jachten in Grou (foto ir. J. Loeff, coll. Loeff)
1953 Sleep onderweg van Holland naar Grou voor de Reünie van Ronde jachten in Grou (foto ir. J. Loeff, coll. Loeff)

1954

Al tijdens de bijeenkomst in 1953 rijpte de gedachte de boeier aan te kopen. Binnen een week na de vlootschouw was er al correspondentie over de verkoop en werd er geopperd dit schip aan te kopen en vervolgens aan te bieden aan de Gedeputeerde Staten van de Provincie Friesland. In de onderlinge communicatie werd ze al Friso genoemd. Met veel diplomatie, duw- en trekwerk kon de boeier Jean Bart in november 1953 aangekocht worden. Hoewel de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo hierin niet alleen opereerde, zij werkte nauw samen met het Departement Leeuwarden e.o. van de Nederlandsche Maatschappij voor Handel en Nijverheid, liep de aankoop volledig via de zeilvereeniging. 
In 1954 was de boeier Friso getransformeerd tot het Statenjacht Friso en werd het aangeboden aan de Gedeputeerde Staten van Friesland. Vanaf dat moment is deze boeier Friso een beeldbepalend schip in de Nederlandse jachtvloot. Een feestdag voor de Provincie Friesland, een feestdag voor de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo.

Idee voor een Behoudsorganisatie

Men zat bij de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo niet stil. Men dacht aan het behoud van ons Maritieme Erfgoed, zonder die kwalificatie te gebruiken. Er werd gedacht in de richting van een behoudsorganisatie al gebruikten ze die kwalificatie evenmin. Langzaam ontstond een fenomeen, een organisatievorm die nergens vanaf gekeken kon worden. Er werd gedacht aan een soort stamboek. In 1954 begon deze gedachtengang vorm te krijgen en bedacht men de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. Twee deelnemers van de vlootschouw in 1953, leden van Oostergoo, de heren Spits en Van der Laan, schreven in 1954 de concept statuten. De Koninklijke Zeilvereniging Oostergoo betaalde de kosten die hier mee samenhingen.

1955

In oktober 1955 werd de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten een feit. Hierbij biedt ik direct mijn excuses aan, aan de mede oprichters waar de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo samenwerking mee zocht. Ik verzuim bewust ze hier te noemen.

Terug kijkend, mag je constateren dat er binnen Oostergoo, waarschijnlijk in eerste instantie onbewust, het fundament voor onze Stichting is daar gelegd. Mogelijk heeft de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo hiermee de oudste maritieme behoudsorganisatie het levenslicht laten zien.

Nog altijd kennen wij de vlootschouw, de bijenkomst, we noemen het reünie. Het is het zelfde. De mastwortel is verworden tot het beeldmerk van de SSRP en wat bijna niemand weet: De vlag van de SSRP, oranje/wit/oranje, weet u waar deze van overgenomen is? Van het Rotterdamse Rijnvaart Bedrijf. Dit bedrijf had een vlag met dezelfde kleuren. Alleen waar wij er een tuigje in afgebeeld hebben staan, stond toen RRB (Rotterdams Rijnvaart Bedrijf, op de foto hierboven van de sleep te zien).

Op 28 april was de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo precies 175 jaar.


 

 

Het Vlugschrift "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" 
wordt samengesteld door Gerard ten Cate.


Terug naar vorige pagina