2022-1 Een Canon van het Ronde en Platbodemjacht (deel 2)

Spiegel der Zeilvaart februari 2022 nummer 1

Zoals we in deel 1 van onze Canon al constateerden werden de meeste rond- en platbodems in de schepenlijst van de SSRP gebouwd na 1955. Dat er een hausse aan nieuwbouw zou volgen, vooral in de jaren zeventig, hadden de oprichters van het Stamboek niet voorzien.
Het werd na het SSRP oprichtingsjaar 1955 echter wel duidelijk dat er kritischer naar varende en nieuw te bouwen ronde en platbodemjachten moest worden gekeken. Het gebruik van een van oorsprong vracht- of vissersvaartuig als jacht maakte bepaalde aanpassingen onvermijdelijk. Bijvoorbeeld het plaatsen van een kajuit, het weglaten van een bun of het verwerken van het gewicht van de motor in de waterverplaatsing van het jacht. Zelfs de vorm van de zeilen werd in veel gevallen aangepast ten behoeve van snelheid en hanteerbaarheid.
Ook bleek dat ontwerpers steeds meer het beeld van het jacht, zoals wij het nu zien, gingen bepalen. Nieuwe bouwmaterialen en technieken werden geïntroduceerd. Later zouden de introductie van de sleeptank en de computer het uiterlijk van het schip nogal beïnvloeden, een ontwikkeling die ook niet meer te stoppen is. En vergeet daarbij niet het gebruik voor de recreatievaart met alle wisselende wensen die daarbij komen kijken!

De tijdlijn van een scheepstype

Deze ontwikkelingen kun je in een tijdlijn plaatsen. Er zijn meer belangrijke momenten in de afgelopen eeuwen en decennia aan te wijzen, die veel invloed hebben gehad op de ontwikkeling van scheepstypes. Maar het meest belangrijke bij dit alles is het behoud van de hoofdkenmerken van het scheepstype, zoals het zich in het verleden heeft ontwikkeld. Het goed vastleggen van deze kenmerken is zeker nodig omdat in deze tijd een heel ander referentiekader is ontstaan. Vaak meent de huidige liefhebber dat zijn schip hetzelfde type schip is dat vroeger is ontwikkeld voor de beroepsvaart en het resultaat is van een proces dat soms honderden jaren heeft geduurd. Een zeiler uit een vorige generatie, die de zeilende vrachtvaart nog kende, sprak bijvoorbeeld over kletterpapier, waarmee hij een nieuw kunststof tuig bedoelde, want hijzelf stamde nog uit de tijd van de katoenen zeilen.

Twee houtverlijmde Belgische Lemsteraken 't Breugeltje' ontwerp Gipon (r) en De Jonge Sinjoor ontwerp Kersken Sr. (I) laten zien dat het denken over ronde en platbodemjachten niet statisch hoeft te zijn
Twee houtverlijmde Belgische Lemsteraken 't Breugeltje' ontwerp Gipon (r) en De Jonge Sinjoor ontwerp Kersken Sr. (I) laten zien dat het denken over ronde en platbodemjachten niet statisch hoeft te zijn

Winnaars en verliezers

De schepenlijst omvat niet alle ronde en platbodemjachten in Nederland, maar vormt een groot en representatief gedeelte van de hele vloot. We hebben, om dit verhaal over de Canon toe te lichten, een aantal analyses gemaakt van de schepen en scheepstypes in onze Schepenlijst. Een paar conclusies kunnen we al wel delen. Er zijn bijvoorbeeld, van alle scheepstypes die hebben bestaan, maar een beperkt aantal scheepstypes populair geworden als plezierjacht. Dat zie je terug in de overweldigende nieuw-bouwcijfers van na 1955, afgezet tegen de kleine aantallen behouden schepen van voor 1955. De Lemsteraak en de zeeschouw zijn dan met afstand de winnaars. Bollen, schokkers, grundels en ronde jachten volgen op gepaste afstand. Van veel andere types, neem de pluut of de zeepunter, zijn er alleen nog maar enkele gerestaureerde schepen of schepen die met subsidies nieuw als replica zijn gebouwd.

De oudst bekende (houten) zeeschouw (l) en de meest recente in het Stamboek (r)
De oudst bekende (houten) zeeschouw (l) en de meest recente in het Stamboek (r)

Aaibaarheidsfactor

Van de 2609 onderzochte schepen in de schepenlijst van de SSRP, zijn er "maar" 861 gebouwd voor 1955 en die behoren dus tot het Materieel Erfgoed van Nederland (en deels ook België). Daarvan zijn er 271 als plezierjacht gebouwd, neem bijvoorbeeld de redactiehoogaars van de Spiegel der Zeilvaart. 590, meestal verbouwde schepen, gelden als ex-beroepsvaart. Van 336 schepen kennen we gelukkig de eigenaar en deze zijn dus "actief" in het Stamboek. Van de overige schepen weten we helaas niet of ze nog bestaan of mogelijk ergens liggen te verkommeren. Ons archief, bestaande uit documenten en foto's, is er op gericht om de tijdlijn van deze schepen duidelijk weer te geven. Deze toont wat ze op specifieke momenten in hun werkzame en plezier-vaartleven hebben meegemaakt. We proberen daarbij ook in beeld te krijgen in hoeverre het schip van nu afwijkt van de vorm waarin het ooit is gebouwd. Diverse ontwikkelingen, nieuwe eigenaren en gebruikseisen hebben in hun tijd invloed gehad op het leven van het schip. Al die aspecten vormen de "persoonlijkheid" van het schip. De oudste schepen dateren van rond 1800, en zijn inmiddels al 200 jaar oud! De meeste hiervan zijn overigens van hout. Wordt een houten schip als meer waardevol beschouwd, dan een ijzeren of stalen schip? Geldt hout gevoelsmatig als meer authentiek, of ligt het aan de hoge aaibaarheidsfactor?

De oudste boeier in het Stamboek is de Bever (l) die zou dateren uit ca. 1800 en de nieuwste boeier is de Uiltje (r), die in 2016 te water werd gelaten
De oudste boeier in het Stamboek is de Bever (l) die zou dateren uit ca. 1800 en de nieuwste boeier is de Uiltje (r), die in 2016 te water werd gelaten

De invloed van de ontwerpers na 1955

Als je van alle onderzochte schepen het bouwjaar in een tijdlijn uitzet (zie deel 1 in SdZ 2021.10), dan ligt de piek in de jaren zeventig van vorige eeuw (om precies te zijn 1978). Vòòr die tijd, eigenlijk tot 1955, waren er vele werven met hun eigen bouwmeesters actief. Maar daarna bepaalde een veel kleiner aantal ontwerpers en scheepsarchitecten het aangezicht van de vloot ronde en platbodemjachten.
Neem bijvoorbeeld J.K. Gipon, van zijn hand vind je ruim driehonderd schepen in de Schepenlijst. Gipon is ook veruit koploper als het gaat om de diversiteit aan types (van tjalken tot grundels). Hij wordt - als het gaat om aantallen schepen - op gepaste afstand gevolgd door Blom Hindeloopen, Hoek Design, De Boer Lemmer met het populaire type Lemsteraak, en Westerdijk, Kok en Huitema met de zeeschouwen. We tellen 35 ontwerpers met meer dan jo schepen. Van der Meulen in Sneek is redelijk vertegenwoordigd met de houten open en kajuitschouwen. Bekende ontwerpers als Lunstroo en Vreedenburgh komen hierna pas.
De SSRP heeft er kort na 1955 voor gezorgd dat toen nog bestaande, oude schepen opgemeten en in tekening werden gebracht, deels door bovengenoemde ontwerpers. Die tekeningen vormden vervolgens de standaard voor het betreffende scheepstype. In veel ontwerpen vindt je de invloeden van deze eerste tekeningen terug, wat een verschraling van de diversiteit in verschillende scheepstypes heeft betekend. De vraag is ook of later, met de intrede van de computer, de sleeptank en het gebruik van min of meer van gestandaardiseerde ontwerptechnieken, de diversiteit niet nog verder is afgenomen.

Concluderend

De tijd heeft geleerd, dat je met alle mogelijkheden van nu een historisch jacht op een plezierige en verantwoorde manier kunt behouden. Of een nieuw betaalbaar jacht kunt ontwerpen, dat bij velen nadrukkelijk het beeld van vroeger weer in herinnering roept. Zeker, het vergt inzet, maar er staan gelukkig altijd weer liefhebbers klaar om hun bijdrage te leveren.
Het schip van de lage landen heeft wereldzeeën bevaren en in juni zozo schreef de Spiegel zelfs over het initiatief om een hoogaars voor de oceaan te ontwerpen. Laten we superblij zijn met alle enthousiastelingen die het Ronde en Platbodemjacht in hun hart hebben gesloten en hen zo goed mogelijk ondersteunen!
De SSRP heeft u gezien! U bent niet onopgemerkt gebleven!
Door op vele fronten samen te werken kan de tijdlijn van ons geliefde Ronde en Platbodemjacht nog heel lang doorlopen

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

pdf SdZ 2022 nr1 februari 2022 - Stamboek Canon van het Ronde en Platbodemjacht deel 2

Terug naar vorige pagina