2023-2 Met de Hoogaars 'Johanna von Amrum' naar verre kusten

Spiegel der Zeilvaart maart 2023 nummer 2

De onlangs in het Stamboek ingeschreven hoogaars 'Johanna von Amrum' maakt verre reizen en is daar volgens de schipper prima voor toegerust. De hoogaars is een zeer oud scheepstype (de oudst bekende vermelding dateert uit 1488), het is van oorsprong een kleine schuit voor algemeen gebruik, die uitgroeide tot een vissersschip voor de Schelde Delta.
W
illem Rümpler is 75 jaar geleden geboren op Amrum, groeide er op en ging er naar school. Samen met vrienden maakte hij zijn eerste boottochten in de zeegaten tussen Föhr en Amrum, eilanden in de Duitse bocht. In 1997 kocht Willem zijn droomschip, een Lemsterhoogaars, in 1984 gebouwd door Dirk Kloos in Leiden. Bij een eerder bezoek aan Friesland in 1995 had dochter Kaike, die toen 14 was, het zusterschip, de 'Vrouwe Willemke', gezien. De familie huurde dat schip bij Heech by de Mar en heeft de hoogaars tijdens een vakantie van drie weken rond de Duitse Waddeneilanden uitgebreid getest. De eerste vuurdoop was het zeegat van Norderney, het Dovetief. Windkracht 5 uit het noorden met vallend water, wind tegen stroom. De helft van de bemanning vond het niet echt fijn, maar de hoogaars bleef droog doorvaren.

1200 Mijl

In 1997 kwam zusterschip Brandende Liefde, waarmee werfbaas Kloos zelf zeilde, te koop en Willem Rümpler herdoopte haar in Johanna von Amrum. Sindsdien worden er grote zeereizen over Noord- en Oostzee gemaakt, naast vele tochten over de rivieren en kanalen in Duitsland en Nederland. Langs de Engelse oostkust zeilde de Johanna von Amrum noordwaarts, via Scarborough naar Edinburgh en terug, een totale afstand van 1200 mijl. Begin 2023 heeft Willem Riimpler de Johanna von Amrum aangemeld voor opname in het Stamboek. Zijn hoogaars schuwt geen water en heeft zich van z'n beste en mooiste kanten laten zien.

Onderzoek naar ontwikkeling

De hoogaars zoals we die nu kennen is een typerend schip van de Schelde Delta. Het model is door de jaren aangepast aan de specifieke omstandigheden: een grote tijsprong, hoge stroomsnelheden en voortdurend veranderende ondieptes. Ten gevolge van de Oost-West richting van de hoofdstromen (Wester- en Oosterschelde, Grevelingen) kan bij westelijke windrichtingen en afgaand tij een hoge, korte golf ontstaan. De sterk vallende voorsteven zorgt ervoor dat het schip over die golven heen glijdt en relatief weinig buiswater overneemt. Hoogaarsen staan bekend als droge schepen.
In samenwerking met zijn collega's van de Sectie Documentatie van de Stichting Behoud Hoogaars heeft Peter Hamer de afgelopen jaren veel onderzoek verricht naar de ontwikkeling van de hoogaars door de eeuwen heen. Ze maakten daarbij gebruik van een flinke voorraad gegevens uit werfboeken, tekeningenarchieven in musea en daarnaast nog meer prenten en tekeningen, die een aantal opvallende wetenswaardigheden opleveren over hoe de hoogaarsen eruit zagen.

Beelden van diverse grote reizen van de Johanna von Amrum zijn te vinden in het online NDR-archief (de omroep¬organisatie van Noord-Duitsland). Hier is de hoogaars te zien tijdens een Herfstregatta van afgelopen najaar.
Beelden van diverse grote reizen van de Johanna von Amrum zijn te vinden in het online NDR-archief (de omroep¬organisatie van Noord-Duitsland). Hier is de hoogaars te zien tijdens een Herfstregatta van afgelopen najaar.

Droogvallen

Tot rond 1930 werden die overwegend gebouwd van eikenhout. De schepen waren op het vlak extra versterkt, in verband met het vele droogvallen tijdens de visserij. Maar het langsscheepse verband was zwak, de schepen werden daardoor niet oud. Een eerste ijzeren hoogaars, gebouwd in 1892, voldeed zo slecht, dat het decennia bij dat ene exemplaar is gebleven.
Begin twintigste eeuw deed staal als bouwmateriaal voor hoogaarsjachten mondjesmaat zijn intrede, zonder effect voor het model. Het model is sinds circa 1600 niet significant gewijzigd: de schepen werden alleen wat langer. De tuigage veranderde wel van spriet- naar gaffelgetuigd en vanaf ongeveer 1900 worden ze steeds vaker voorzien van een rond achterschip, de zogenaamde boeier- of Lemmerkont. Maar het aanzien van de hoogaars boven water wijzigde zich niet.

Scheepsmotoren en mechanisering

Voor 1900 was het type duidelijk nog volop in ontwikkeling. Maar de verschillen tussen de schepen van diverse werven werden allengs minder groot en de schepen gingen steeds meer op elkaar lijken. De romp werd langer en slanker en er werd meer werk gemaakt van het optimaliseren van de zeileigenschappen. Het is jammer dat die ontwikkeling van de "werkschepen" is gestopt door de introductie van scheepsmotoren in de visserij. In de jachtbouw lag dat anders. Sinds het derde kwart van de negentiende eeuw worden hoogaarsen als jacht, dus met een roef gebouwd. De naoorlogse hoogaarsjachten zijn doorgaans korter en meer gedrongen dan de vooroorlogse jachten en overwegend van staal.
Het rompmodel is aangepast aan het gebruik als jacht. Daarnaast zijn er exemplaren speciaal gebouwd voor het wedstrijdzeilen en ook voor het maken van grote reizen, ook over open zee. Maar deze schepen werden en worden nog steeds als echte hoogaarzen beoordeeld.
Op de website van de SSRP is (ook) van de hoogaars een Tijdlijn geplaatst, als onderdeel van de Tijdlijn Ronde en Platbodemjachten'. Het is echt een aanrader om die Tijdlijn eens te bekijken. Je vindt hem op de zogeheten Boekenplank die te vinden is onder het kopje Publicaties op de homepage.

pdf SdZ 2023 nr02 maart - Stamboek Met de Hoogaars 'Johanna von Amrum' naar verre kusten

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina