Toekomst?

15 april 2023

Nog niet zo lang geleden, tijdens de laatste jaren voor de oorlog, was het mogelijk als visser op het IJsselmeer de kost te verdienen met een zeilend visaakje van 8 meter lengte, zonder scheepsmotor. Op de foto vaart visser Hans van Dijk omstreeks 1935 de haven van Stavoren uit. De IJsselmeervisserij was nog maar net vrijgegeven. Direct na de afsluiting van de Zuiderzee werd het water snel zoet. De vissers die wilden blijven vissen, moesten een paar jaar wachten. De uitgezette zoetwatervis moest zich eerst in dit nieuwe meer kunnen ontwikkelen. Veel Zuiderzeevissers waren gestopt. Die hadden geen zin in zoetwatervisserij. Hans van Dijk had het houten visaakje EH112 overgenomen van Johannes Schenk uit Enkhuizen. Aanvankelijk hoefde Hans zijn scheepje niet te laten registreren. Dat werd voor de binnenvisserij in Nederland niet gedaan. Na een paar jaar ontstonden er op het IJsselmeer bij de visserij echter onoverzichtelijke situaties, waarna de overheid besloot dat IJsselmeervissers hun schip wel moesten laten registreren in hun gemeente. Voor Hans van Dijk werd dat de ST10 voor zijn aakje uit de 19e eeuw. Hij viste nog op het zeil, zonder motorkracht. In de dertiger jaren hadden veel vissers al een voormalige automotor in hun botter of aak laten bouwen. Dat was geoorloofd, mits deze hulpmotor niet meer dan 20pk. vermogen had. Die begrenzing was verplicht, om overbevissing van het IJsselmeer te voorkomen. Pas in de zestiger jaren kwam deze beperking te vervallen, waarna de visserij snel overstapte op grotere schepen met zware dieselmotoren.

Ruim een halve eeuw later, in onze tijd, maken we een heel andere ontwikkeling mee. Door de sterk gestegen welvaart en de daarbij ontwikkelde leefwijze voor bovendien steeds meer mensen dreigt er een tekort aan energie te ontstaan. Mede doordat de traditionele fossiele energiebronnen niet alleen eindig zijn, maar tevens het klimaat ongunstig beïnvloeden en daarom als minder gewenst worden gezien. Om het energieverbruik door industrie en huishoudens te verminderen, zouden we ons leven eigenlijk radicaal moeten omgooien. Dat zal echter leiden tot maatschappelijk onaanvaardbare gevolgen of gewoon geweigerd worden. Voorlopig verbruiken we daarom ieder jaar meer energie, ook fossiele energie, ondanks de pogingen die te vervangen door hernieuwbare uit zon- en windkracht.

We kunnen ons leven ook helemaal niet meer voorstellen zonder een (onbewust) hoog energieverbruik. Het is daarom heel leerzaam om eens in onze eigen geschiedenis terug te kijken en ons te verplaatsen in bijvoorbeeld het leven van een IJsselmeervisser als Hans van Dijk, minder dan honderd jaar geleden. Die verbruikte vergeleken met ons slechts heel weinig fossiele energie. Een beetje petroleum om 's avonds een lantaarn aan te kunnen doen en wat hout, gedroogd veen (turf) en steenkool om het in de winter in huis wat warmer te krijgen. Nee, hij had geen mobiele telefoon, geen TV en PC, geen centrale verwarming en geen stromend warm water. Hij had zelfs geen kraan in huis. Water kwam uit de regenput. Koken deed zijn vrouw op petroleumstellen. Eeuwen lang hebben ook Nederlanders zo heel eenvoudig en naar huidige normen 'armoedig' geleefd. Nee, niemand wil vrijwillig terug naar de armoe die tot in de vijftiger jaren min of meer 'normaal' was. Het is daarmee heel interessant te zien hoe de zo gewenste 'energietransitie' er werkelijk uit gaat zien, als niemand wil 'consuminderen', steeds meer mensen de kans krijgen welvarender te leven en daarmee hun energieverbruik fors zullen doen toenemen. Zuinig zijn met energie lijkt heel wat, maar de werkelijkheid is dat we steeds meer energie gebruiken. Gewoon door ons eigen gedrag, op een vanzelfsprekende wijze. Onze hele maatschappij draait immers op groei. Zonder groei krijgen we economisch problemen. In een globale economie met veel vrijhandel is vrijwillige beperking door één land feitelijk economische zelfmoord. Groei is daarom voor de economie nodig, maar leidt op termijn tot problemen op gebied van energie en klimaat.

 


 

Terug naar vorige pagina