Topdrukte in Fryslân
06-08-2024
‘Het mooie weer zorgt en de zomervakanties zorgen voor topdrukte in Fryslân’, zo meldde Omrop Fryslân op maandag 5 augustus, anno 2024. En de omroep vervolgt met: ‘Het mooie weer en de zomervakantie die met het begin van de bouwvak nu echt is begonnen, zorgen voor topdrukte in de provincie. Tel daarbij alle evenementen op die nu zijn begonnen en je ziet tevreden ondernemers.’
Dat laatste is zeker niet onbelangrijk, maar dat wil niet zeggen dat alle watersporters blij zijn met topdrukte op het water. In een landelijk dagblad schreef een lezer dat hij met een camper door Europa zwierf als een nomade, maar dat hem dat met de toegenomen drukte en bijbehorende regelgeving eigenlijk onmogelijk was gemaakt. Hij wilde namelijk niet van gereserveerde campingplaats naar gereserveerde campingplaats rijden. Dus had hij de camper verruild voor een boot. Op het water was het immers vrijer dan op de weg. In de praktijk viel hem dat echter tegen, vanwege de drukte in vakantietijd op het water. Alleen in Friesland was het volgens de schrijver nog mogelijk om zonder planning van vrije aanlegplaats naar vrije aanlegplaats te varen, maar helaas, de laatste jaren was volgens hem ook in het waterrijke Friesland die vrijheid tijdens de zomer feitelijk verdwenen. Hij had daarom ook de boot weer van de hand gedaan.

Zelf geef ik de voorkeur aan varen in het voorjaar, maar dit jaar mocht ik op het water ook een week meegenieten van de door Omrop Fryslân zo aangeprezen drukte aan het begin van de bouwvakvakantie. Dan beginnen de Sneekweek (2 t/m 8 augustus) en het SKS-skûtsjesilen (5 t/m 16 augustus), direct gevolgd door een week IFKS-skûtsjesilen (17 t/m 24 augustus). Dat alles wordt iedere dag na de wedstrijd opgefleurd met een feestprogramma tot diep in de nacht in het dorp of de stad waar de wedstrijd wordt georganiseerd. Kortom, wie niet gesteld is op zo’n Fries pretpark, die heeft al die weken, van 2 t/m 24 augustus, niet veel te zoeken in watersportprovincie Fryslân. Van het vrije zwerven over het water komt dan weinig terecht. Het is veeleer routes plannen waarbij je de wedstrijden en feesten ontloopt. Dat is niet zo eenvoudig, want voor wie wat doorvaart en niet graag stilligt, blijkt ook Friesland als waterland eigenlijk maar klein te zijn. Zeker voor zeiljachten, die immers ruimte nodig hebben en niet de trekvaarten met lage bruggen opzoeken.
Uitstervende zeilers?
Het aardige van varen tijdens het hoogseizoen is, dat je een beeld krijgt van hoe de watersport zich ontwikkelt. Een beeld, want ik doe geen onderzoek, zit niet te tellen en statistieken te maken, maar vaar wel overal tussendoor en vergelijk dat met vorige ervaringen. Vooral als de zon schijnt en het niet te hard waait, verschijnt er in de hele provincie een vloot van sloepen en sloepjes op het water, naast natuurlijk de grote motorjachten van net geen 15 meter van de verhuurbedrijven. Op kanalen en vaarten zorgen die voor een stroom schepen waardoor het onmogelijk wordt om op dat vaarwater ook nog te zeilen. Op het Prinses Margrietkanaal mag alleen op bezeilde koersen gezeild worden, mits de motor paraat blijft. Maar een mooi breed kanaal als de Jeltesloot, tussen het Heegermeer en de kop van de Koevordermeer, is door al die motorjachten zo druk bevaren, dat een zeiljacht ook daar alleen nog kan zeilen als de Jeltesloot bezeild is. Kruisen is uitgesloten, je mag immers niet tussen een motorboot en de wal die dat scheepje houdt komen, maar de grote motorschepen varen gewoon midden op het vaarwater en komen van voor en van achter. Als de Jeltesloot net niet bezeild is, dan begint een zeiler aan de rechter oever en zakt langzaam naar de linker oever, omdat hij de rechteroever niet kan houden. Jarenlang was dat voor andere boten geen probleem, die begrepen waarom de zeiler zo voer, maar tegenwoordig is dat anders. De zeiler wordt niet meer begrepen. Hij moet rechts blijven varen. De uitkomst is dus, dat het zeil gestreken wordt en de motor wordt gestart.

Ook dit jaar viel mij daarom op hoe weinig er eigenlijk nog gezeild wordt, behalve door zeilscholen op afgezette delen van een meer. De iets grotere jachten zetten de fok erbij op een goed bezeilde koers en maar zelden het volledige tuig. Hein Kersken Sr. heeft na 60 jaren gewoon gelijk gekregen: grotere zeiljachten zijn eigenlijk motorsailers. Niet omdat hij in 1962 toen hij dat schreef over platbodems (In: ‘Hollandse Jachten van de Toekomst’) gelijk had, maar omdat de omstandigheden op het water zo zijn veranderd, dat het tijdens het hoogseizoen op het binnenwater (excl. het IJsselmeer en de Zeeuwse Stromen) niet meer leuk is om alleen op die paar plekken waar nog een stukje gezeild kan worden, de moeite te nemen het tuig te zetten en even later weer te strijken.

Zoek het goede seizoen
Overigens is het alleen tijdens de zomervakantie ‘topdrukte in Fryslân’ en dan ook nog eens alleen bij mooi weer. Wie gesteld is op drukte, feesten en lawaai, die komt dan aan zijn trekken en wie daar niet van houdt, die kan die festiviteiten en drukte van bootjes eenvoudig ontlopen, door op een ander moment te gaan varen. Zo is het ook in het hoogseizoen heel rustig op het water als je er vroeg bij bent. Tussen 6 en 11 uur ’s morgens is er vrij te zeilen alsof je vrijwel alleen op het water bent. Ook buiten het hoogseizoen is het water vrij. Zelf geef ik de voorkeur aan het voorjaar. Dan waait de wind beter over het nog vlakke land en zijn de dagen relatief lang. Buiten het hoogseizoen is het mogelijk om zorgeloos en zonder ergernis tochten te maken door Friesland, terwijl er dan overal vrije ligplaatsen zijn, zeker voor wie zelfvoorzienend genoeg ingericht is om niet genoodzaakt te zijn een jachthaven op te zoeken voor bijvoorbeeld een ‘noodzakelijke’ elektrische aansluiting.

