Holle Bolle Gijs

De meeste Zuiderzeehavens hadden elk hun eigen type kleine vissersvaartuigen, goedkoper dan hun grote broers en geschikt voor een kleine bemanning. Zo kennen we nog Wieringer, Makkumer, Workumer, Vollenhover en Enkhuizer bollen. Misschien zijn er nog wel meer typen geweest waar we het bestaan niet van weten. Ze leken allemaal op elkaar, maar hadden toch hun onderlinge verschillen, voortkomend uit de plaatselijke omstandigheden, het gebruik en traditie. Van de Enkhuizer bollen die konden profiteren van de hoge wal, lag de lengte over stevens meestal tussen de zeven en acht meter.
De zwager van Gipon, Hein Kersken jr. had voor de oorlog op de Westeinder Plas een Enkhuizer bol, een houten vissersschip, dat voor recreatievaart geschikt was gemaakt. De bun was verwijderd en de tuigage was hersteld en verbeterd. Gipon was bij de restauratie behulpzaam geweest en kende vorm en hulpmotor werd gekozen voor een tweecilinder 10 pk Albin benzinemotor, die juist onder de zelflozende kuipvloer kon blijven. De dieselmotoren uit die tijd waren nog te zwaar en te hoog.

In 1964 ontwierp J.K. Gipon voor Kooijman Jachtbouw te Zwijndrecht de 7 meter Enkhuizer bol 'Cadans', De opdracht bestond uit het tekenen van een scheepje met ronde boegen, geschikt voor een bemanning van vier personen, bijvoorbeeld een gezin van man, vrouwen twee kinderen. Gipon koos voor het type Enkhuizer bol omdat hij daarin het best de verschillende eisen kon verwezenlijken. Hij kende het type heel goed. In de Spiegel der Zeilvaart van November 1996 is een een uitgebreid artikel van zijn hand over de bol en de Enkhuizer bol in het bijzonder gepubliceerd.

De 7.35 meter Enkhuizer bol 'Holle Bolle Gijs' was de eerste 7.35m bol en is in 1968 gebouwd in opdracht van P.Th.J. de Groen uit Soest.

Eigenschappen

Plaquette nummer:	590	Zeil nummer:
Categorie:	B	Tekening nummer:
		Type:	Enkhuizer bol

Bouw

Bouwjaar:	1968	Ontwerper:	J.K. Gipon
Werf:	Kooijman & De Vries	Werf plaats:	Deil
Motor:	Inbouw	Motor type:
Materiaal romp:	Staal	Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:	Dacron
Onderwaterschip:		Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:	7,35 m	Breedte berghout:	2,85 m
Diepgang:	0,70 m	Masthoogte water:	9,50 m
Oppervlakte grootzeil:	0,00 m²	Oppervlakte fok:	0,00 m²
Oppervlakte botterfok:	0,00 m²	Oppervlakte kluiver:	0,00 m²
Oppervlakte totaal:	0,00 m²	Oppervlakte overig:	0,00 m²

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1968 – 2007	P.Th.J. de Groen, Soest ( Holle Bolle Gijs)
2020 – Nu (laatst bekend)	P. Udo, Heerhugowaard ( Holle Bolle Gijs)

1993

1993: Kronieken der stalen Enkhuizer bollen tot 1993

Klein maar Dapper Kroniek 15 - Holle Bolle Gijs

In het boek Klein maar Dapper staat in Kroniek 15 geschreven:
In 1966 bezoeken we de Hiswa. Daar raken we in gesprek met Jan Kooijman in en over een 7.00-meter-Enkhuizer bol: de toenmalige 'Anna Elisabeth; thans 'Bolle Bertha'. We vonden het een prachtig scheepje, doch helaas te klein voor ons gezin met 4 kinderen. Bijna kopen we een Doerak van 8,5 meter. Bij het uitzoeken van de gordijnen zien we op dat kantoor uitsluitend traditionele schepen als wandversiering hangen! Toen we dat zagen, hebben we de koop uitgesteld en zijn we regelrecht doorgereden naar Kooijman en de Vries in Deil.
Daar hebben ze ons toen een ontwerp laten zien van een Enkhuizer bol van 7,35 meter. En dat voldeed in principe aan onze wensen. Wel zijn er voor ons een aantal aanpassingen op het ontwerp aangebracht:

de kajuit werd circa 20 cm. naar voren geplaatst;
de mast kwam op het kajuitdak te staan;
de kajuit werd 10 cm. verhoogd;
het berghout werd 5 cm. verhoogd.

Verder kwamen er grote ramen in en werden kluisborden, beretanden en roer gebeeldhouwd. Vervolgens werd de 'Holle Bolle Gijs' voorafgaand aan het seizoen 1968 tentoongesteld op de Hiswa, waarna de feitelijke overdracht plaatsvond. Omdat we geen logboek hebben bijgehouden is het moeilijk meer gedetailleerde ervaringen te beschrijven dan onderstaand volgt.

Klein maar Dapper Kroniek 15 - Holle Bolle Gijs tm 1993