It Wouterke

It Wouterke

In 1973 wordt deze boeier voor het eerst aangemeld voor opname in het Stamboek door eigenaar Woustra. In oktober schrijft Secretaris-Penningmeester van de SSRP, Mr. Dr. T. Huitema, de heer Woustra het volgende:
Laat ik beginnen met de conclusie: zonder twijfel hebben we met een echt oud-Hollands klompscheepje te maken, dat in ons Stamboek kan worden opgenomen. De typebeschrijving is echter moeilijk, omdat Uw schip zowel constructief als wat de vorm betreft, veel merkwaardigheden vertoont. Uiteindelijk geloot ik toch, dat de naam "boeier" hier op zijn plaats is, omdat met dit type toch wel een zeer nauwe verwantschap bestaat. Opvallend bij Uw scheepje is dat de romp zeer gestrekt is en op het berghout een bijna rechte lijn vertoont tussen voor- en achtersteven.

De stuizen vertonen een zeer korte bocht, waarna de berghouten, van boven gezien, zowel in voor- als achterschip vrijwel loodrecht tegen de steven eindigen. Hoewel het scheepje geheel rond gebouwd is, vertonen de spanten in het voorschip een merkwaardige V-vorm‚ welke maakt, dat de waterlijn daar vrij scherp is. De voorsteven zelf staat vrijwel rechtop en vertoont dus veel minder valling dan gebruikelijk bij een boeier en doet denken aan 0verijselse schepen. Door de hoekige vorm van de boeg als gevolg van de harde stuizen en door het V-vormige spant van het voorschip geeft het vooraanzicht van dit scheepje een eigenaardige platte driehoekvorm met een ronde punt naar beneden te zien. Vreemd doet ook de korte knik aan, waarin de spitse waterlijn van het voorschip ongeveer ter hoogte van de mast overgaat in de rechte waterlijn van de romp. Het achterschip van dit bootje vertoont hetzelfde beeld als dat van het voorschip, naar veel minder uitgesproken. Hoewel het achterschip tamelijk fijn belijnd is, is dit toch voller dan het voorschip. Niettemin ligt de grootste breedte ongeveer ter hoogte van de mast. Hoewel het berghout van dit scheepje tamelijk hoog beven de waterlijn ligt en het boeisel niet erg breed is, waardoor het scheepje van achteren gezien enigszins doet denken aan de boeiertjes‚ die eigendom waren van de Kon. Marine Jachtclub‚ is het niet waarschijnlijk, dat dit bootje door Lantinga te IJlst werd gebouwd, omdat de totale vorm geheel afwijkend is van de scheepjes van die werf. Het in dit bootje aangegeven bouwjaar van 1898 kon wel juist zijn. De constructie van de "Wemmert" geeft de - voor die tijd- algemeen gebruikelijke bouwwijze van een houten romp. Kennelijk was daaraan in de loop van de jaren nogal wat gewijzigd en bijgetimmerd. Zeer opvallend was, dat nergens oplangers waren gemaakt, meer aparte stukken spant om het boeisel te steunen.

De kajuitopbouw maakt geen oorspronkelijk deel van de romp uit, maar werd later opgebouwd. De waringen lagen hoger dan het voordek en varen vermoedelijk op de waterkering bij de mast gelegd. De waringen werden aan de onderkant ook ondersteund door een paar apart aangebrachte knieën, die niet op de spanten werden bevestigd, maar ertussen op het boeisel. Overigens waren er tussen de oorspronkelijke spanten, waarvan de koppen, naar het scheen, in een later stadium waren bijgewerkt, nog dunnere spanten aangebracht tot onder het dek. Ook verschillende onderdelen van het scheepje vertonen niet de gebruikelijke constructie of vorm; zo is de helmstok heel andere dan van de conventionele boeier en gedeeltelijk van hout en van ijzer.

De mast vertoont een bijzonder grote slankheid; deze is in de koker normaal van dikte, meer onder de hommer bijna de helft van de dikte aan de voet, in plaats van ongeveer 2/3 van deze dikte. De zeilboom heeft evenzo een tamelijk grote slankheid met zeer dunne einden ten opzichte van de grootste dikte. De stalen botteloef is weinig fraai en waarschijnlijk ook niet origineel. Deze is vrij lang voor dit scheepje en moest dan ook worden gesteund door boegstagen en een waterstag. De botteloef is gemaakt van een vierkant stuk ijzer en niet gesmeed, zoals deze behoort te zijn.

De naam 'It Wouterke'

De naam van “Het Wouterke” is gekozen door dhr. Woustra omdat hij dat wel passend vond gezien zijn achternaam. "It Wouterke" betekent "Het verloren schaap", maar een wouterke is ook een lam dat niet geaccepteerd wordt door de ooi, of haar moeder heeft verloren bij de bevalling en dus helemaal met de fles opgevoed moet worden. Omdat schapen hele sociale beesten zijn is het altijd de vraag of het lam ooit nog wel in de kudde zal passen daarna. Wouterkes zijn de enige schapen die ook alleen in de wei kunnen, andere schapen kunnen dat nooit en behoeven altijd gezelschap. De naam is voor dit schip wel passend omdat het ook een éénmalig boeiertje is van van der Leij en de vorm hier en daar wat afwijkt van wat gebruikelijk was bij boeiers. Het schip heeft wat een platte kop en is breed ten opzichte van haar lengte. Kortom een "Wouterke" dus.

Eigenschappen

Plaquette nummer:833 Zeil nummer: RD94
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1893 Ontwerper:L. van der Lei
Werf:L. van der Lei Werf plaats:Nijega
Motor:Inbouw Motor type:Yanmar 10pk
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,00 m Breedte berghout:2,19 m
Diepgang:0,50 m Masthoogte water:8,50 m
Oppervlakte grootzeil:11,30 m2 Oppervlakte fok:6,70 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:18,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1519 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1893 – 1901 L. van der Lei, Nijega ( Tjitske)
1901 – 1909 J.C. Roest Crollius, Leeuwarden ( Frouwke)
1909 – 1923 G.P. Epinga, Ureterp ( Frouwke)
1923 – 1939 Y.C. Kutch Lojenga, Bolsward ( Jeltje)
1939 – 1946 A.C.W. Moolenburgh, Zürich ( Jeltje)
1946 – 1962 Lieman ( Jeltje)
1962 – 1972 J.C. Kattenberg, Voorschoten ( Wemmert)
1972 – 2012 H.H. Woustra, Epe ( It Wouterke)
2012 – Nu (laatst bekend) F.J. Jorna, Lemmer ( It Wouterke)

Geschiedenis

1973

1973

1973: Aanmelding Boeier 'Wemmert' voor opname in het Stamboek door eigenaar H.H. Woustra

Brief met informatie van eigenaar H.H. Woustra


 

Beoordeling Boeier 'Wemmert' door J.K. Gipon in opdracht van de SSRP

In 1973 meldde eigenaar Woustra zijn in 1972 aangekochte Boeier 'Wemmert' aan voor het Stamboek. Omdat de SSRP toen nog geen eigen Criterium Commissie kende, werd scheepsontwerper J.K. Gipon gevraagd om het schip te beoordelen. Zijn beoordeling (22-10-1973) staat weergegeven in de brief van secretaris Huitema (inleiding van deze pagina) aan de eigenaar. 
J.K. Gipon besluit zijn beoordeling als volgt:

1974

20 juli 1974

20 juli 1974: Correspondentie eigenaar H.H. Woustra met Mr. dr. T. Huitema

1975

16 januari 1975

16 januari 1975: Correspondentie eigenaar H.H. Woustra met Mr. dr. T. Huitema

1978

1978

1978: Restauratie vlak en bakboordgang door jachtwerf "De Haaf" in Wolvega

1997

1997

1997: Overzicht restauraties van de Boeier 'It Wouterke' in de periode 1974-1997 in opdracht van eigenaar H.H. Woustra

1998

maart 1998

maart 1998: SSRP Jaarverslag 1997 - Met subsidie uit het Restauratiefonds FONV uitgevoerde restauraties van in het Stamboek ingeschreven jachten

In het SSRP jaarverslag 1997 wordt melding gemaakt van de volgende restauratie:

In 1997 werd door jachtwerf J. Schouten te Reeuwijk de tweede fase van een volledige restauratie uitgevoerd waarbij gangboorden, berghout, dekknieën, mastspoor, luikuitwip, achterschot, voordekluik en een deel van de scheg werden vervangen. 


Ook het beslag werd gestraald en opnieuw gegalvaniseerd en een nieuwe motorfundatie werd aangebracht. De restauratie is hiermee voltooid. 

2005

2005

2005: De Boeier 'It Wouterke' in het boek "De Boeier" van Dr. ir. J. Vermeer

Boeier van Leendert van der Lei, Nijega

De huidige eigenaar, H.H. Woustra, kocht het scheepje in 1972 van dominee J.C. Kattenberg te Voorschoten. Informatie over eerdere eigenaren kreeg hij in 1973 van Leendert van der Lei, een kleinzoon van de bouwer. Deze werkte in die tijd op de scheepswerf Oost te Harderwijk. Van der Lei jr wist te vertellen dat het boeiertje, in 1893 gebouwd door zijn grootvader, in 1952 eigendom was van een zekere heer Lieman. Deze liet in dat jaar op de werf van Oost verschillende ingrijpende herstellingen uitvoeren.
Enkele jaren later emigreerde Van der Lei jr naar Australië. Daardoor was het niet meer mogelijk nog nadere informatie van hem te verkrijgen. Wij danken aan hem dan wel de namen van een reeks van opeenvolgende eigenaren, maar over de lotgevallen van het boeiertje zelf is verder weinig bekend. Volgens de kleinzoon heeft zijn grootvader, die geen eigenlijke scheepstimmerman was, het scheepje destijds gebouwd voor eigen gebruik van zijn gezin. Opmerkelijk is dat oorspronkelijk het roefdak vrij eenvoudig kon worden weggenomen, waardoor een open jacht ontstond. De oudste naam zou "Tjitske" zijn geweest.

Het eerste vaargebied

Het eerste vaargebied zal zich voornamelijk hebben uitgestrekt over de wateren in het oosten van Friesland. Volgens zijn kleinzoon verkocht Van der Lei de boeier in 1901 aan J.C. Roest Crollius, advocaat te Leeuwarden. Deze veranderde de naam in "Frouwke" en behield het scheepje tot 1909. Hoewel het niet onwaarschijnlijk is dat hij lid was van de Zeilvereeniging `Oostergoo', vonden wij geen boeier met de naam "Frouwke" terug in het bekende verslagenboek van deze vereniging. Van alle volgende eigenaren is alleen bekend de naam, de woonplaats en de periode waarin zij de boeier in bezit hadden. Mr Roest Crollius verkocht de "Frouwke" aan de arts G.P. Epinga te Ureterp, die haar in 1923 overdeed aan Y.C. Kutsch Lojenga te Bolsward. Deze gaf het scheepje de naam "Jeltje" en behield het zestien jaar tot 1939. In de periode 1939 tot 1946 bevond de boeier zich in Zwitserland en was eigendom van A.C.W. Moolenburgh, die in Zürich woonde.

Na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog kwam het boeiertje in handen van bovengenoemde heer Lieman, die het in 1952 op de destijds bekende botterwerf van Oost te Harderwijk ingrijpend liet herstellen. Wij weten niet waar deze heer Lieman woonde, noch wat het vaargebied was. In 1962 werd het scheepje eigendom van Ds J.C. Kattenberg, predikant te Voorschoten, later te Oegstgeest. Hij gaf het de naam "Wemmert" en bevoer ermee de Kagerplassen en omgeving. Een foto uit die tijd in de buurt van Warmond is bewaard gebleven.

In 1972 werd de boeier eigendom van de heer Woustra

In 1972 werd de boeier eigendom van de heer Woustra, toen woonachtig in Den Haag. Op aanraden van zowel de jachtwerven Stofberg in Leimuiden als Kok in Huizen meldde hij het scheepje aan bij de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. Na inspectie door secretaris Huitema (lees J.K. Gipon) van de Stichting werd het scheepje ondanks de enigszins afwijkende bouwwijze als boeier opgenomen in het stamboek onder nummer 833. De heer Woustra heeft tot eind jaren negentig wegens langdurig verblijf buitenslands nog niet veel plezier van het scheepje gehad. Wel zijn herhaaldelijk herstellingen uitgevoerd bij jachtwerf Piersma in Heeg en Segveld in Wolvega. Van 1995 tot 1997 werd met een subsidie van de Federatie Oud-Nederlandse Vaartuigen een grondige restauratie uitgevoerd bij de jachtwerf J.P. Schouten te Reeuwijk. Wat deelname aan evenementen betreft, tweemaal was "It Wouterke" aanwezig op de Regionale Friese Reünie in Heeg, en wel in 1974 en 1977 en nam ook deel aan de lustrum reünie van het stamboek die in 1975 in Fries-land plaatsvond met admiraalzeilen en wedstrijden op het Sneekermeer. Tijdens het hardzeilen scheurde de kluiver en brak een zwaard. De boeier "Eeltje" kwam "It Wouterke" toen te hulp. In hetzelfde jaar werd ook deelgenomen aan SAIL-Amsterdam.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen    

  • Lengte over de stevens    5,72 m
  • Grootste breedte over de berghouten    2,33 m
  • Holte op het grootspant    1,06 m
  • Diepgang    0,42 m
  • Zeiloppervlak: grootzeil + grootste fok    20,5 m2
  • Kluiver, c.q. halfwinder    n.a.

Bijzonderheden

  • geen kielbalk
  • zeer steil staande voorsteven
  • rond grootspant
  • enigszins V-vormige spanten in het voorschip
  • smalle kielplank
  • 10/9 doorlopende gangen (zie hierna)
  • snijwerk op kluisborden, kajuitrand, giekhouder, schaar, helmstok en hennebalk met naam*)
  • vergulde gespieste leeuw op roer

Opmerkingen

Het schip is vrij slank en enigszins geveegd. Dit is tot stand gebracht door één van de tien huidgangen die aan de voorsteven beginnen, in het achterschip verloren te laten gaan. Het bovenaanzicht is minder eivormig dan bij ronde jachten gebruikelijk; in de zijden verloopt het berghout bijna recht tussen vrij harde (sterk gekromde) stuizen. Door de spantvorm in het voorschip hebben de waterlijnen aldaar een enigszins spitse vorm. Ook de plaatsing van sommige inhouten is wat ongebruikelijk. De mast staat vrij ver naar voren, wat een zekere mate van loefgierigheid kan betekenen. Daar een kluiverboom nog aanwezig is, zou het voeren van een kluiver in geëigende gevallen gunstig uitwerken.

Boven de kajuit-ingang de spreuk: PAX INTRANTIBUS (treedt binnen in vrede)

2009

maart 2009

maart 2009: SSRP Jaarverslag 2008 - Met subsidie uit het Restauratiefonds FONV uitgevoerde restauraties van in het Stamboek ingeschreven jachten

In het SSRP jaarverslag 2008 wordt melding gemaakt van de volgende restauratie:
Ook de boeier It Wouterke is ingrijpend gerestaureerd. Het onderwaterschip stond in het koper. Onderweg naar de reünie in Heeg in 1997 zag de heer Woustra dat enige platen los zaten. Bij het verwijderen van loszittende koperplaten op de werf van Pier Piersma in Heeg bleek de huid door rot aangetast en diende deze vervangen te worden. Alleen de bovenste gangen konden gedeeltelijk behouden blijven. Hoewel de gangen smal zijn, was het branden toch een hele opgave, omdat de ronding een zeer markant verloop heeft. Dicht bij de voorsteven maken de gangen een abrupte korte bocht. Het vervangen van het vlak is benut om het asymmetrische verloop rond de kielplaat netjes te maken. Niet alleen de huid maar ook het overgrote deel van de inhouten is vervangen. Aan afwerking, vorm en plaats van de oude inhouten was te zien dat deze niet authentiek waren. De nieuwe inhouten zijn aangebracht zoals bij ronde jachten gebruikelijk is.

2012

2012

2012: Nieuwe eigenaar F.J. Jorna uit Lemmer

2019

5 april 2019

5 april 2019: 'It Wouterke' is deze winter onderhanden genomen

'it Wouterke' is weer in zijn thuishaven. Ook de motor, een Yanmar diesel 10 pk heeft groot onderhoud gehad. Het onderwaterschip is in een perfecte staat. Bij tewaterlating kwam eerst wel wat water binnen, maar inmiddels is alles weer waterdicht. Het grootzeil van katoen had wat weervlekken, maar die zijn er nu weer uit. Het zeil lekker droog op zolder in de winter opgeborgen. 'it Wouterke' ligt in een boottent en dat is wel haar behoud. Om de twee jaar wordt 'it Wouterke' in een verwarmde hal onderhouden. Nu was het groot onderhoud.

2024

1 maart 2024

1 maart 2024: Reactie van eigenaar Jorna op "Uit het Stamboek - Behou(d)t het Goede" 2024 nummer 2

Het artikel in de nieuwsbrief over aanmelden eigenaar, heeft mij aangespoord even iets van het uit 1893 stammende boeiertje te laten horen. Ik ben nog steeds de gelukkige eigenaar van dit historische scheepje. Heerlijk om er mee op uit te trekken, alhoewel er geen heroïsche zeiltochten mee worden gemaakt. Het is een scheepje wat voor ons huis aangemeerd ligt in een boottent en is met het huis een eenheid geworden nu we het scheepje hebben laten brandschilderen in de voordeur. Kortom, de toekomstige nieuwe eigenaar van de woning neemt ook de zorgplicht voor het scheepje op zich, als wij er niet meer zijn. Nu lijkt het er wel op dat woning en scheepje in de familie blijven. Daarmee is goede zorg voor het scheepje geborgd.

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht