Huisman - Ronduite en Kettingbrug / Wanneperveen

De bekendste vestiging van het geslacht Huisman was die `an de Rondute'. De geschiedenis van dit bedrijf is opmerkelijk. Al in 1827 is er in een Wanneperveense huwelijksakte sprake van een Jan Pieters Huisman, scheepstimmerman en veehouder, zoon van Pieter Jans Huisman, eveneens scheepstimmerman. Vermoedelijk was dus aan het eind van de achttiende eeuw het vak al in de familie. De werf was toen gevestigd bij de boerderij `an de Kettingbrugge'; dit gebouw bestaat nog en is thans het hoofdkwartier van de camping van de familie Slot. De werf was daar gunstig gelegen, want het scheepvaartverkeer van het Belter Wiede naar het Zuideindiger Wiede en verder moest hierlangs passeren, daar de doorgraving van de Veneweg (van Vollenhove richting Meppel) bij de Blauwe Hand nog niet bestond (deze kwam pas in 1927 tot stand).

Gait L. Berk schrijft in zijn boek 'De Punter':
De al genoemde Jan Pieters Huisman had drie zonen, Pieter, Barteld en Jan, die natuurlijk niet allemaal in het ouderlijk bedrijf een bestaan konden vinden. Hoe de gang van zaken toen precies geweest is, is niet opgehelderd; de familieoverlevering weet alleen van een afspraak dat het de zoons vrijstond voor zichzelf te beginnen, mits ze zich maar niet naast hun familieleden vestigden. In het derde kwart van de vorige eeuw is er sprake van een scheepswerf `an de Zandbelt', gedreven door de gebroeders Pieter en Barteld Huisman (hier was later de boerderij van Barteld Lok, bij het pontje over de Aremberger Gracht).
In de omgeving van Belt en Schutsloot was de vervening met haar behoefte aan vaartuigen toen in volle gang, maar op den duur was de klandizie in dit afgelegen dorp toch te gering, zodat de gebroeders teruggingen naar de Kettingbrug. Vermoedelijk was dit mogelijk doordat Jan een nieuwe vestiging begon `an de Rondute' (1884).
De Ronduite is een buurtschap aan het kanaaltje tussen Beulaker en Belter Wiede, over land bereikbaar via de oeroude Veneweg, die tussen de grote wieden doorloopt. Dit was ook een strategisch punt, zowel militair (hier lag vroeger een schans, redoute) als commercieel voor de werf: het was van alle kanten bereikbaar en je kon er veel passerende schepen verwachten. Toch was het een waagstuk hier een scheepswerf te beginnen; te midden van al dat water kon je er niet voor de zekerheid bij boeren, zoals in Wanneperveen.

Jan Huisman van de Ronduite had ook drie zoons, Jan, Wolter en Peter. Van deze had de oudste een studiekop; na verloop van tijd verliet hij de werf en werd gemeenteontvanger, maar Wolter en Peter werden beide scheepsbouwer. Peter vestigde zich op het voorvaderlijk bedrijf bij de Kettingbrug, Wolter zette het bedrijf in Ronduite voort, spoedig geassisteerd door zijn beide zoons, Jan en Jacob. Het was onder de leiding van deze Wolter dat de werf onder de firmanaam W. Huisman & Zonen zijn grote reputatie verwierf.

Wolter Huisman op de Ronduite

`Huusman an de Rondute' - zo stond de werf jarenlang bekend - bouwde aanvankelijk vooral voor de boeren en verveners in de Noordwesthoek punters en aanverwante scheepjes (bokken, vlotten enzovoort, waarover later meer). Daarnaast voerde men veel reparaties uit aan de tjalken van voorbijkomende turfschippers. Hoe de kustvissers bij Huisman terechtkwamen, is niet duidelijk; mogelijk is de werf ontdekt door de Zwartsluizigers, die van oudsher contacten hadden met de Belt. In ieder geval wisten de visserlui de Ronduite wel te vinden. Toen Kroeze in Vollenhove tijdens de Eerste Wereldoorlog de nieuwbouw moest staken, gingen de Huismannen ook schepen als bolletjes en bonsjes voor de Zuiderzeevissers bouwen.

De Ronduite rond 1930
De Ronduite rond 1930

Peter Huisman bij de Kettingbrug in Wanneperveen

Ondertussen dreef Peter Huisman gedurende tal van jaren (1900-'945) het puntermakerijtje bij de Kettingbrug in Wanneperveen. Dit bedrijf was naar oude traditie half boerderij en half werf, maar toch heeft Peter heel wat scheepjes gebouwd. Hij beoefende het punter maken met een zekere hartstocht, zodat het boerenwerk wel eens in de verdrukking kwam. Vooral bij de puntervissers van de kust waren Peters produkten zeer gezocht; zijn punters golden als extra degelijk en zeewaardig. Ze hadden inderdaad een eigen karakteristiek, met een betrekkelijk kort vlak, een extra lange voorsteven en een zeer sterke kromming van de zijden in de kop. Een punter van dit model was jarenlang in of bij de haven van Blokzijl te bewonderen en stond bekend als een van de mooiste exemplaren van de Noordwesthoek. Dit schip had ook de gelegenheid om faam te verwerven, want visser Visserman uit Blokzijl heeft er ruim vijftig jaar mee gevist. Toen waren man en punter beide op.


Vollenhovense bollen

Toen Huisman van Ronduite, Vollenhovense bollen ging bouwen, ontstond een soort bol met enkele voor die werf karakteristieke kenmerken. De punterbouwer, die Huisman van oorsprong was, maakte aanvankelijk schepen met een te veel weggesneden achterschip, waardoor deze bollen slecht door de wind gingen. Op de Vollenhovense werf werden er daarom ook verscheidene van een extra stuk doodhout voorzien tussen de eigenlijke steven en het roer, waarbij ook het laatste uiteraard iets veranderd moest worden. De oude Huisman heeft dit gebrek later verbeterd en zo ontstond een uitstekend zeilende bol van een iets slanker en verfijnder type.

Doordat deze werf zich bovendien op de jachtbouw ging toeleggen werd de afwerking ook steeds fraaier. Er groeide zo, na de vissersschepen, een serie van vier jachten. Bij deze schepen ontbreekt weer de uitholling van de boeisels en de beer, terwijl wel beretanden aanwezig zijn. Deze vier jachten zijn de 'Jarro' (vroeger 'Riepel') gebouwd in 1921, de 'Vrouwe Lucia', in 1926/27 op dezelfde mallen gebouwd, de 'Goetzee' gebouwd in de winter 1939/40 (zie de Waterkampioen 1950, pagina 161 en volgende) en ten slotte volgde in 1954 de 'Njord'. Waarschijnlijk is de Njord, die inmiddels naar Engeland is verkocht en daar helaas is verbrand, de Iaatste houten VolIenhovense bol. De werven in VolIenhove en Blokzijl bestaan immers niet meer en de werf in Wanneperveen is verplaatst en op staalbouw overgegaan.

De Vollenhovense bol 'Goetzee' in aanbouw in 1945
De Vollenhovense bol 'Goetzee' in aanbouw in 1945

Wolter Huisman neemt de werf over

In 1959 nam Wolter Huisman het inmiddels naar Vollenhove verhuisde bedrijf van zijn vader over. Het transport over de weg van de steeds groter wordende jachten vanuit Ronduite maakte de verhuizing noodzakelijk. Na nog enkele jaren aan staalbouw te hebben gedaan, ging de werf in 1964 met veel succes over op de bouw van schepen van aluminium. Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in het bedrijf wat nu in Vollenhove is gevestigd en in niets meer aan vroeger doet denken: Royal Huisman die werelwijd bekend is en zeer tot de verbeelding aansprekende de jachten bouwt. Wolter Huisman is in 2004 overleden en door zijn dochter Alice opgevolgd.


Waterkampioen mei 1963 nummer 1101 - Herinneringen aan de jachtbouwers Huisman aan de Ronduite

Midden in het grote merengebied van Beulaker- en Belter Wieden ligt aan de weg van Wanneperveen naar Kadoelen het gehucht Ronduite - of zoals ieder die het kent, zegt Ronduite. En daar aan de Ronduite ligt een jachtwerf, waaraan ik vele pret­tige herinneringen bewaar. Herinneringen, die teruggaan tot 1939, het jaar waarin de grote wereldoorlog begon met de inval van de Duitse legers in Polen. Ik vermeld dit niet zonder reden, want dit was de directe aanleiding voor mijn contact met de Overijsselse Jachtwerf van de familie Huisman. Hoe goed weet ik nog, dat wij van een clubtocht in Muiden terugkwamen en dat wij daar voor het eerst hoorden van het monster-accoord tussen Duitsland en Rusland en van de aanval op Polen. Het was de zekerheid van een nieuwe grote oorlog.
Dat ons land ook rechtstreeks slachtoffer van de strijd zou worden realiseerden wij ons over het algemeen nog niet, maar voor mij, die de oorlog van 1914-1918 had meegemaakt, was het wel zeker, dat deze nieuwe oorlog ons niet onberoerd zou laten en dat al onze levensomstandigheden er door zouden worden beïnvloed. En ik herinnerde mij nog hoe wij in die vorige mobilisatie met een stel vrienden op zoek gingen naar een boot en hoe alles ons te duur was - en hoe die teakhouten sloep van 9 meter op het Wad bij Terschelling 1200 gulden moest kosten, een bedrag waaraan wij niet durfden denken en hoe diezelfde sloep enkele jaren later voor een veelvoud van het voor ons te hoge bedrag werd verkocht. Kortom, toen in 1939 begreep ik, dat als ik een ander schip wilde hebben - ik had een Gar Wood motorboot en een halve Star — ik er als de kippen bij moest zijn. Nu of nooit.
Nu had ik al vaak met verliefde ogen gekeken naar een kleine platbodem, die in Loosdrecht al jaren rondzeilde en die op dat ogenblik eigendom van een vriend van mij was. En ik wist dat het schip afkomstig was van de werf op de Ronduite. Zo ging er al gauw een vraag naar de firma Huisman uit: kon en wilde men voor mij net zo'n jacht bouwen en zo ja, wat moest het kosten. De prijsopgave kwam en viel goed mee, zodat ik opdracht gaf voor de bouw van het goede schip, dat nog altijd mijn eigendom is onder de naam Goetzee. Dat de uiteindelijke bouwprijs het dubbele bedroeg van de opgave is gedeeltelijk terug te voeren op het feit, dat wat mij werd aangeboden een scheepje was in de uitvoering, zoals het twaalf jaar eerder was afgeleverd, terwijl ik het kende en wilde hebben in de vervolmaakte staat waarin de eigenaar zijn jacht had gebracht. Dan wilde ik een ingebouwde motor hebben en besloot ik het scheepje 35 centimeter langer te laten bouwen, omdat ik de inrichting, die ik had getekend aan de hand van opmetingen van het oudere schip, er anders niet in kon krijgen. Maar als ik mij goed herinner kostte die verlenging maar een honderd gulden meer en van dat geld heb ik nooit spijt gehad. Zeker ook niet van de gehele bouwprijs. Want als ik denk hoeveel vreugden dit scheepje mij in de ruim twintig jaren dat ik ermee vaar, heeft gegeven, kan ik alleen maar dankbaar zijn. Dankbaar voor de ingeving die ik toen kreeg om te laten bouwen maar ook aan de werf, die voor mij een waarlijk mooi en goed scheepje maakte.
Want daarover moet ik het hebben: over de werf daar op de Ronduite, midden in het Noord-West Overijsselse merengebied, die werf waaraan ik zoveel goede herinneringen bewaar. Toen de bestelling van mijn schip gedaan was en wij het over enkele twijfelpunten eens waren geworden, duurde het toch nog enkele maanden voor het vlak gelegd werd. De werf had al enkele van dergelijke Vollenhovense bollen als jacht gebouwd en voordien werd dit scheepstype voor de vissers van Vollenhove en misschien ook wel van havens in de buurt gemaakt. Nog vroeger waren het hoofdzakelijk Giethoornse punters die van deze werf kwamen. In de tijd waarin ik met Huisman in aanraking kwam werden ook reeds scherpe jachten gebouwd, naar ik meen werden dat Beulakermeer-kruisers genoemd, terwijl door bemiddeling van een Amsterdamse jachtontwerper ook opdrachten werden verkregen. Ook enkele Staverse jollen, als jacht gebouwd, kwamen van deze werf.
Terwijl die jachten en jachtjes naar tekeningen werden uitgevoerd, is mijn Goetzee geheel op het oog gemaakt. Er was wel een stevenmal over van het jacht, dat twaalf jaren vroeger was gebouwd en ook een mal van het grootspant. Ik neem aan dat van het vlak ook wel maten bekend waren. Die bodem werd van nat hout gemaakt, een van de redenen waarom het schip 's winters maar liever niet op het droge moet worden geborgen, want dat geeft wijd open naden en is ook niet goed voor de houten pennen waarmee het vlak aan de leggers is bevestigd.
In die tijd trok ik wekelijks een dag naar de Ronduite om mijn schip te zien ontstaan. Regelmatig zag ik het groeien en vorm krijgen. Ik leerde ook de bouwers beter kennen en waarderen. Vader Huisman werkte nog mee, maar zijn twee zoons Jan en Jacob hadden de leiding. Helaas is Jacob enkele jaren later aan een ernstige ziekte overleden, hij was een scheepsbouwer met veel inzicht.

pdf Waterkampioen 1963 nr1101 mei - Herinneringen aan de jachtbouwers Huisman aan de Ronduite

In 2000 krijgt Wolter Huisman de W.H. de Vosprijs

In 2000 krijgt Wolter Huisman tijdens de Winterreünie van de SSRP in Vollenhove de W.H. de Vosprijs.
De overwegingen daarvoor:

  • dat vier opvolgende generaties Huisman hebben bijgedragen aan de tot standkoming en het onderhoud van vele houten ronde en p/atbodemjachten met een grote diversiteit aan scheepstypen en dat Wolter Huisman de laatste telg uit dit geslacht is die daadwerkelijk aan de bouw van deze scheepstypen heeft bijgedragen;
  • dat Wolter Huisman door zijn initiatieven en betrokkenheid bij de Vereniging van Eigenaren van Houten Huismanjachten heeft zorggedragen voor een aktief toezicht op de restauratie van een tiental behouden gebleven monumentale ronde en platbodemjachten die in het verleden op de werf van Huisman zijn gebouwd en daarmee een bijdrage van onschatbare betekenis heeft geleverd voor het in stand houden van deze jachten;
  • dat het initiatief van een werfgebonden vereniging met een behoudstaak als doelstelling een voorbeeldfunctie heeft voor andere historische werven die mogelijk tot navolging zal leiden;
Alle resultaten

Overzicht van schepen met SSRP-Plaquette, gebouwd op de werf van Wolter Huisman op de Ronduite

Alle resultaten

Overzicht van schepen met SSRP-Plaquette, gebouwd op de werf van Peter Huisman bij de Kettingbrug in Wanneperveen

Terug naar vorige pagina