De werven van de Gebr. Zwolsman - Workum, Makkum en IJlst

In 1892 vestigt zich te Workum de scheepsbouwer Ulbe Zwolsman (1865- 1942), zoon van Willem Zwolsman (1838-1911), scheepsbouwer te Makkum. Ulbe Zwolsman neemt de werf van Visser over gelegen bij de sluis en luidt hiermee een nieuw tijdperk in van de scheepsbouw te Workum. Alhoewel het nergens officieel is gebleken, moet dit de oudste, zo niet alleroudste, werf te Workum zijn die ook onder de naam 'De Hoop' bekend is geweest. Ulbe had het bouwen van vissersschepen, vooral blazers, van zijn vader, de bouwer van het type twee-Mast blazers, goed geleerd. Hij zette dit werk niet zonder succes voort te Workum.

Zwolsman bouwde de blazers met een piek in het achterschip, waardoor ze sneller liepen dan de schokkers. Tijdens de bouw waren de meningen van de vissers nogal verdeeld waaronder meningen dat dit type schip niet zou voldoen. Eenmaal in de vaart, bleken deze schepen uitstekend te voldoen, zodat nadien vele schokkers tot blazers werden omgebouwd. Er werden ook verscheidene aken gebouwd die vooral naar Wieringen werden geleverd.

Scheepshelling van U. Zwolsman te Workum. Rechts voor de wal ligt de boeieraak Marieke.
Scheepshelling van U. Zwolsman te Workum. Rechts voor de wal ligt de boeieraak Marieke.

De jachten van Zwolsman

De naam van het scheepsbouwersgeslacht Zwolsman is vooral verbonden met de visserij.  Het zijn de blazers en de aken die op de werven in Makkum en Workum zijn gebouwd die tot de verbeelding zijn gaan spreken en die tot in lengte van dagen zullen worden herinnerd.

Ulbe was een ondernemer pur sang die op meerdere terreinen heeft gewerkt. Als exploitant van een drietal werven in Workum, handelaar in zeegras (hij had een licentie van de overheid voor het oogsten van zeegras langs een deel van de Friese kust), scheepsontwerper/constructeur, expert voor verzekeringen en vertegenwoordiger van de Kromhout Motorenfabriek was hij op een breed terrein werkzaam. Ook wat de scheepstypen betreft heeft hij van alles onder handen genomen. Natuurlijk komt dan ook - vroeg of laat - de vraag naar boven wat dit geslacht mogelijk aan jachtbouw heeft gedaan. Ook hier blijkt weer dat dit op een pragmatische wijze wordt aangepakt. Op enkele uitzonderingen na zijn het aangepaste aken, vrijwel dezelfde vorm als van hun visserijschepen, maar lichter gebouwd en, uiteraard, meestal van een kajuit en een luxe inrichting voorzien. Ook is er regelmatig onderhoudswerk aan grotere jachten uitgevoerd, die zowel op eigen werf als door anderen waren gebouwd.

In die tijd wordt iedere rond & platbodem met een kajuit als boeier aangemerkt, ongeacht de scheepsvorm, terwijl Ulbe zelf het over jachten heeft wanneer het gaat over kleinere schepen, tot een meter of zes en zowel zeil- als roeiboten. Van dit soort pleziervaartuigen zijn op de werf in Workum een fors aantal gebouwd en in de werfboeken onder zeer uiteenlopende omschrijvingen vastgelegd.

De activiteiten van Willem Zwolsman in Makkum

In het jaar 1868 nam scheepstimmerknecht Willem Everts Zwolsman (1838-1911) de werf van Willem Bakker te Makkum over. Deze Willem Evert was een broer van Reinder Everts Zwolsman (geboren 1840), timmerman te Makkum. Voor die periode was de werf van Willem Zwolsman te Makkum met 15 knechten een behoorlijk bedrijf. De werf lag aan het begin van de kleine Zijlroede. Er werden hoofdzakelijk houten schepen gebouwd zoals blazers en aken, maar ook tjalken en de voor Makkum de bekende “schilschuiten”, bestemd voor de schelpenvissers. In het midden van de vorige eeuw waren er al blazers, maar Willem Zwolsman komt de eer toe dat hij ontwerper en bouwer was van de tweemast blazer, een type visserschip dat veel door de vissers van Wierum, Peasens en Moddergat werd gebruikt. In 1876 werd het eerste schip van dit type afgeleverd.

Voor zover is na te gaan is in Makkum slechts één jacht gebouwd: de stalen Lemsteraak BREEZAND gebouwd in 1910 naar een ontwerp van H. Kersken sr.  voor zijn broer de heer G.J. Kersken te Amsterdam, waarbij E.H. Crone in zijn boek over de Zeilvereniging Het IJ meedeelt dat het schip in 1911 haar intrede doet in de haven van Het IJ. Omstreeks 1925 wordt vervolgens de heer W.J. Jochums te Den Haag de tweede eigenaar. De volgende eigenaar moet een buitenlander zijn geweest, de heer Robert Angles, woonachtig te Parijs waarbij de ligplaats Cannes wordt. Hij noemt het schip TRIDENT en gaat verbouwen. Tussen 1967 en 1969 wordt het schip op de werf van A. Merre te Nord-sur-Erche met circa 2,5 meter verlengd. Vervolgens wordt de heer H. de Waard te Alphen a/d Rijn de nieuwe eigenaar en haalt haar terug naar Nederland. Daarna wordt dit de heer R.M. Rademaker te Loosdrecht die haar de naam 'De Oude Neel' geeft en haar in 1993 in het Stamboek laat inschrijven.

De zoons van Willem Zwolsman, Ulbe (1865-1942), Evert (1875-1942) en Klaas (1877-1946) kwamen ook alledrie in het scheepsbouwersvak terecht. Ulbe werd in 1892 scheepsbouwer te Workum. Evert en Klaas namen aanvankelijk de werf in Makkum over en begonnen in1902 met de bouw van ijzeren schepen. Evert ging vervolgens in 1911 naar IJlst en heeft daar uiteindelijk de werf van Crolis overgenomen; Klaas volgde enkele jaren later. De werf in Makkum is later opgeheven.

De samenwerking tussen Evert en Klaas in IJlst verliep echter niet vlekkeloos en Klaas vertrok, samen met zijn vrouw en zoon, Willem Zwolsman, naar Zaandam. Evert heeft daarna de werf in IJlst verkocht en vestigde zich te Leeuwarden. Hij is daar tijdens een bombardement in 1942 overleden. Klaas overlijdt in 1946; zijn zoon Willem Zwolsman stichtte in 1950 in Zaandam de “Holland Launch B.V.”

De activiteiten van Ulbe Zwolsman in Workum

In 1892 vestigt Ulbe Zwolsman zich dus als scheepsbouwer te Workum. In de beginperiode worden er houten schepen gebouwd (blazers en Wieringer aken). In 1912 bouwt Ulbe voor Engelse rekening de boeieraak “Marieke”. Het was een naar het model van een Wieringeraak gebouwde 'boeier'. In 1964 haalde Evert Zwolsman de boeieraak uit Engeland terug naar Workum, in opdracht van zijn achterneef, de projektontwikkelaar Reinder Zwolsman.

Ulbe komt de eer toe dat hij de eerste coasterbouwer was in Friesland; van stapel liepen de “Lilian Spiethoff”, “De Wielingen” en de “Westerschelde.” Dit was de bloeiperiode voor de scheepsbouw in Workum. Ulbe had meer dan 50 werknemers in dienst. Na de bloeiperiode breekt er een periode van verval aan. Eerst breekt de eerste Wereldoorlog uit en in 1921 volgt de crisis. Ulbe Zwolsman had twee zoons, Willem en Evert. In de jaren ’20 vertrekt Willem van de werf; Evert Zwolsman bleef in Workum. De werf schakelde meer en meer over op reparatiewerk en jachtbouw. Gedurende de jaren ’20 was er nog werk genoeg maar na 1930-1932 werd het geleidelijk minder. Ulbe Zwolsman overlijdt ten slotte in 1942. Evert zette de werf alleen voort. Na de Tweede Wereldoorlog liep de klandizie voelbaar terug. Grote klussen blijven uit. Het laatste schip dat op de oude helling gesleept werd, was het skûtsje de “Gudsekop”. Dat was in 1962. De werf zelf kwam in verval en in 1973 komt Evert Zwolsman te overlijden. Voor zijn dood had Evert nog gesproken over de restauratie van de werf, maar daarvan was tot dan toe nog niets gekomen. 

De activiteiten van de Gebr. Zwolsman in IJlst

Van de werf van de Gebr. Zwolsman te IJlst is veel minder bekend aangezien de archieven verloren  zijn gegaan. Afgaande op wat er is gepubliceerd in het Nederlandsch jachtregister van de twintiger jaren uit de 20ste eeuw en naderhand is aangevuld met het onderzoek van de Stichting Stamboek Ronde- en Platbodemjachten (SSRP) zou het om een zelfde aantal jachten kunnen gaan, echter van een nog grotere diversiteit en bovendien van onbekende ontwerpers.

De familie Zwolsman heeft deze werf overgenomen uit een faillissement van de oorspronkelijke werf van J.J. Croles, vanwege de goede voorzieningen voor de bouw van ijzeren en stalen schepen en had dus vooral interesse in de uitrusting van de werf. Wanneer Willem Zwolsman sr. kort na de aanschaf overlijdt besluiten de beide andere zonen, Evert en Klaas, deze moderne werf voor staalbouw voort te zetten. Vervolgens leveren ze dan in het jachtensegment een stuk of zes houten jachten af en dat in een periode (1914 - 1918) waarin er, vanwege de mobilisatie, personeelsschaarste heerste. Misschien heeft dit te maken met het feit dat er zich nog voldoende oudere en gekwalificeerde houtbouwers onder het personeel bevonden om deze opdrachten te kunnen uitvoeren.

Deze associatie van Evert en Klaas werd na enkele jaren ontbonden en Klaas vestigde zich als makelaar en scheepsexpert in Zaandam. In het begin van de jaren twintig verkocht Evert de IJlster werf en vestigde zich te Leeuwarden in hetzelfde beroep als zijn broer.

C.J.W. van Waning sleutelfiguur

In de vroegste correspondentie omtrent het  onderzoek naar nog bestaande schepen, die heeft geleid tot de oprichting van de SSRP, blijkt de heer C.J.W van Waning, oud marine officier uit Reeuwijk, de sleutelfiguur te zijn geweest. Voor zover na te gaan begint deze correspondentie op 15 juni 1952 met een brief van de heer H.W. van Schaik te Driehuis aan de heer Van Waning met de melding dat hij de eigenaar is van een Fries jacht, met de oorspronkelijke naam 'Marwille', dat in 1918 op de werf van Zwolsman in IJIst zou zijn gebouwd en dat hij op zoek is naar een koper. 

Lloyd's Register of Yachts (LRY)

Daarna volgen in een hoog tempo meer brieven met inlichtingen over nog bestaande traditionele jachten. Het begint dan echt op gang te komen met een contact in Engeland. Enerzijds omdat er een aantal schepen naar Engeland is verkocht en anderzijds omdat daar toegang werd verkregen tot de Lloyd's registers. In een brief aan Van Waning van de in Engeland wonende heer A. Huijsman van 30 november 1952 staat een overzicht van de traditionele Nederlandse jachten, die vanaf 1876 zijn bijgehouden in het Lloyd's Register of Yachts (LRY) voor zowel Engelse als internationale jachten. Huijsman zal de uitgave van 1951 hebben geraadpleegd.

Het is een bekend gegeven dat Engelse jachteigenaren nooit gecharmeerd zijn geweest van stalen schepen. Staal roest, heeft op zout water zeer intensief onderhoud nodig om als jacht toonbaar te zijn en daarnaast staan de Engelsen niet bekend als fervente schilders van en poetsers aan hun schepen. Daarentegen hebben ze altijd belangstelling getoond voor houten zeilschepen die op Nederlandse werven werden gebouwd. Ook andere visserijwerven dan Zwolsman hebben regelmatig voor Engelse opdrachtgevers gebouwd.

De Hellingboeken en overige registers van de werven van Zwolsman

Het archiefmateriaal van scheepswerf Zwolsman werd in de jaren ‘60/’70 door Reid de Jong bewaard. Via Reid de Jong is het archief vervolgens bij de Stichting Zwolsmans Scheepstimmerwerf “De Hoop” terecht gekomen, die nu eigenaar is van het archief. De Stichting heeft het archief aan het museum in bewaring gegeven. Een globale ordening van het archief is verzorgd door de heer Spekenbrink zoals sortering en beschrijving van de voorwerpen en fotografie. Als vrijwilliger heeft de heer Van der Bijl ook nog aan de ordening gewerkt en is de heer dr. ir. J. Vermeer bezig geweest met het beschrijven van en het in passe-partout zetten van de scheepsbouwtekeningen.
Inventarisnummer 1 t/m 4 zijn via W.J. van Dijk in het museum terecht gekomen. Van Dijk kreeg de schriftjes van Ynte Alkema, scheepsbouwer te Makkum en tevens schoonvader van Van Dijk.

Hellingboeken, Bestekken, Brieven en overige informatie van van de werven van Zwolsman in Makkum en Workum vindt u hier.

Stichting Zwolsman Scheepstimmerwerf in 1976

Vanaf 1936 zijn er geen nieuwe schepen meer gebouwd in Workum. Zoon Evert Zwolsman hield zich alleen nog bezig met reparatieklussen. In de vijftiger en zestiger jaren trad geleidelijk een toestand van verval in. Gebouw en gereedschappen en werden niet meer gebruikt en onderhouden. Ook niet afgebroken of verkocht. Het wachten op betere tijden was begonnen. Uiteindelijk werd er in 1976 de Stichting Zwolsman Scheepstimmerwerf in het leven geroepen met als voorzitter de burgemeester van Workum en als een der leden Reindert Zwolsman die achterneef is van Ulbe en Evert Zwolsman. Na de opening in 1976 werd Roelof van der Werff de eerste hellingbaas. Hij heeft sindsdien diverse opvolgers gehad.

Alle resultaten

Schepen in het Stamboek met SSRP-plaquette, die zijn gebouwd op één van de werven van Zwolsman

Meer informatie

Over de werven van Zwolsman en hun geschiedenis is veel meer informatie beschikbaar:

Terug naar vorige pagina