HD82 Op Hoop van Zeegen

Ronde en Platbodemjachten, die binnen deze groep (Categorie Z) vallen, zijn ooit met een 9000-registratie-nummer in het Stamboek geregistreerd. Ze hebben nooit een plaquette gehad. Dit schip staat geregistreerd in Categorie Z in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Bij een 'Actieve' inschrijving krijgt zo'n schip alsnog een plaquettenummer. Wanneer zeker is dat het schip niet meer bestaat, verhuist het naar Categorie V.
In Stichtingsmonografie nummer 15, "Lemsteraken: van visserman tot jacht" schrijft Mr. Dr. T. Huitema:
Deze houten aak is in Joure gebouwd maar het juiste jaar heb ik ondanks intensief speurwerk niet met zekerheid kunnen vaststellen. Vroegere eigenaren menen dat de aak in of omstreeks 1894 gebouwd zou zijn voor de visserman Rayer in Hoorn. Dan zou dit dus de oudste aak zijn. Maar de Jouster werfboeken vermelden in die jaren geen enkele aak van deze afmetingen, terwijl een inschrijving in het visserijregister van Wieringen uitdrukkelijk 1900 als bouwjaar aangeeft. Daar houden we het voorshands dan ook op, hoewel er ook voor dat jaar niets in de werfboeken staat.
De vissersfamilie Rayer was in ieder geval een bekende afnemer van de Jouster werf en reeds in 1888 kochten ze een kleine, zogenaamde Friese aak van 25 voet. Ook viste R. Rayer met de aak HN53, maar of dat ons schip is? Na de Hoornse visserij periode werd de aak op een gegeven moment voor de visserij uitgeschreven. Misschien was dit in 1929, toen R.P.H. Rayer van de Zuiderzee-steunwet gebruik maakte en de visserij er aan gaf. De aak werd daarna respectievelijk gebruikt voor de visserijinspectie, voor groente- en turfvaart en voor opslag van visserij behoeften. De bun werd er daarbij uitgehaald.
In 1935 wordt de aak vervolgens opnieuw ingeschreven als WR215 door Hendrik de Boer uit Anna Paulowna. Naam: Drie Gebroeders. De aak 'havent' - zo zegt de kaart in Den Helder en krijgt dan ook in 1939 de registratie HD82. Dan zijn de broers Hendrik en Pieter de Boer eigenaar die de aak grondig laten opknappen bij Douwe Wybrands in Hindeloopen ('6 weken hard werken').
In 1970 wordt de dan ongetuigde aak gekocht door de marineofficier Oldenboom. Een nieuw grenen dek wordt geplaatst en de beschieting in het vooronder vernieuwd. Een oud tuig van de botter de 'Jonge Jaap' werd aangeslagen. Tijdens ijsgang in de haven van Den Helder is het schip gezonken. Nadat daarna J. van Baalen te Utrecht nog kort eigenaar werd, behoort deze oude aak van Aukebaas in 1978 toe aan H.J. Jansen te Schiedam.
Eigenschappen
Plaquette nummer: | 9107 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | Z | Tekening nummer: | |
Type: | Lemsteraak |
Bouw
Bouwjaar: | 1894 | Ontwerper: | A. van der Zee |
---|---|---|---|
Werf: | A. van der Zee | Werf plaats: | Joure |
Motor: | Motor type: | ||
Materiaal romp: | Eikenhout | Materiaal kajuit: | |
Materiaal zeil: | Katoen | ||
Onderwaterschip: | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 11,60 m | Breedte berghout: | 4,26 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,00 m | Masthoogte water: | 0,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 65,00 m2 | Oppervlakte overig: | 65,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1894 – 1929 | R.Ph. Rayer, Hoorn ( HN53?) |
---|---|
1934 – onbekend | Dhr. Kat, Den Oever |
1935 – 1939 | Hendrik de Boer, Anna Paulowna ( WR215 Drie Gebroeders) |
1939 – 1947 | H. en P. de Boer, Hindeloopen ( Havent) |
1947 – 1970 | H. en P. de Boer, Hindeloopen ( HD82 Op Hoop van Zeegen) |
1970 – onbekend | Dhr. Oldenboom, Delft ( HD82) |
1975? – onbekend | J.van Baalen, Utrecht ( HD82) |
1978 – onbekend | Hans Janssen, Schiedam ( HD82 Twa Susters) |
1987 – 1998 | Piet van Vliet, Westzaan ( HD82 Op Hoop van Zeegen) |
1998 – onbekend | Guus van den Bosch, Willemstad ( HD82 Op Hoop van Zeegen) |
Geschiedenis
1986
1986
1986: Het ontwerpen en bouwen van Lemsteraken vereisen de hand van de meester

Spiegel der Zeilvaart 1986 nummer 6
Jan Kooijman schrijft in 1986:
Over het ontstaan van de Lemsteraak is al zo het een en ander geschreven, vooral sedert destijds Prinses Beatrix voor dit scheepstype koos, toen haar uit de Nederlandse bevolking een eigen schip werd aangeboden. Men kan dit nalezen in het boek "De Groene Draeck" dat ter gelegenheid van de bouw van het prinsessejacht bij Uitgeverij Roelants in Schiedam werd uitgegeven evenals in het bekende boek van mr. dr. T Huitema "Ronde- en platbodemjachten". De eerste Lemsteraken zijn gebouwd in de laatste helft van de negentiende eeuw op de werf van Pier de Boer in Lemmer en zijn ten dele afgeleid van de zogenaamde visaken uit het zuidelijke deel van het Friese merengebied.
Eeltje Holtrop van der Zee bouwde die visaken reeds, zij het in kleinere afrnetingen van aanvankelijk slechts 22 voet (6,22 meter). Een voorbeeld daarvan in een wat grotere maat is de visaak Dolphijn beschreven door H. Voordewind in het boek "Voor de wind". Maar laat ik over de - elders uitvoerig beschreven - geschiedenis niet uitwijden en laat ik mij beperken tot de Lemsteraak zoals die de laatste tijd onder ons bekend is, daarbij aandachtgevend aan enkele specifieke ontwerpkenmerken van het type.
Zie: Het ontwerpen en bouwen van Lemsteraken vereisen de hand van de meester
1999
mei 1999
mei 1999: Spiegel der Zeilvaart nummer 5 - Verleden tijd

De tijd rent. Hij doet dat zo snel dat niemand hem kan bijhouden. Dat is uiteindelijk de reden dat we oud worden. Zouden we de wedstrijd van hem winnen, dan bleven we eeuwig jong. Maar helaas... De snelheid van de tijd zien we het best aan foto's van vroeger jaren. Deze foto's maakte ik enkele tientallen jaren geleden. Een schipper, die langs het water rijdt, houdt met één oog de weg in de gaten en met het andere oog de waterkant. Zo zie ik dit fraaie houten schip. Mijn auto stopt als het ware vanzelf. De eigenaar zegt: "het is een aakje van Eeltje Holtrop van der Zee", wat best de waarheid kan zijn, want de lijnen zijn erg mooi. Onlangs vond ik de foto's terug. Waar, zeg je dan tegen jezelf, waar blijft de tijd! En vooral, waar is dit schip gebleven? Zou het nog bestaan, goed gerestaureerd of misschien verprutst? Wie kent het nog en waar is het?
Jan Kooijman

augustus 1999
augustus 1999: Spiegel der Zeilvaart augustus 1999 nummer 7 - Verleden tijd 1 en 2

Verleden tijd 1
Naar aanleiding van de vraag van Jan Kooijman in SdZ 1999 nr. 5, pag. 51, Verleden Tijd, kan ik u meedelen, dat dit zonder enige twijfel de houten Lemsteraak HD82 is. Inderdaad, het schip is bij Van der Zee te Joure gebouwd, in 1894 of 1900, dat weet ik niet meer. Het oude visserijnummer was waarschijnlijk HN53. Omstreeks 1934 lag het schip in Den Oever, waar Kat, handelaar in visserijbenodigdheden, het gebruikte als opslagruimte. In 1935 kochten de gebroeders Jacob, Pieter en Hendrik de Boer het schip. Zij lieten het grondig opknappen bij Wijbrands in Hindeloopen. Inschrijving in het visserijregister op 11 februari 1935, WR 215, Drie Gebroeders. De drie broers De Boer woonden aan de Balgweg te Anna Paulowna. In 1939 verhuisden zij naar de Binnenhaven te Den Helder; het schip kreeg als nummer HD82. In augustus 1947 werd de naam gewijzigd in 'Op Hoop van Zeegen'. Het schip werd uit de visserij verkocht naar Delft, later naar Westzaan, waar het grotendeels vernieuwd werd en is nu eigendom van de familie G. van den Bosch te Willemstad, en al die jaren ingeschreven bij de Vereniging Botter-behoud.
Kees Hos
Westerland Wieringen

Verleden tijd 2
Naar aanleiding van uw oproep van juni/juli betreffende het houten aakje van Eeltje Holtrop van der Zee het volgende. Inmiddels zijn wij al twee jaar de trotse eigenaar van de HD82. Voor zover mij bekend zijn er nog maar twee houten Lemsteraken over, die overigens beide door Eeltjebaas gebouwd zijn. Ons schip is nog steeds in de visserman uitvoering, inclusief een natte bun, zoals op de foto uit de jaren zeventig, die afgedrukt is in SdZ 5 van dit jaar. Het schip is vermoedelijk gebouwd in 1894, maar de juistheid van dit jaartal is niet te achterhalen. Er is in de werfboeken in elk geval niets terug te vinden. De weduwe van de laatste visser bevestigde deze datum. Het waren de gebroeders De Boer uit Den Helder, die de aak in 1933 in Friesland kochten en er tot 1970 mee gevist hebben. Ze visten met botkeerwant op de Zuidwal en de gaten van het Balgzand. Het waren twee broers, die nooit iets loslieten over hun visserij. Toen de botvisserij afliep door marktbederf met broodmagere bot uit de sluisput bij Den Oever, begonnen zij tong te vangen, een vis die vroeger vrijwel niet gevangen werd op het Wad. Ook toen waren de tongen duur. Ze hebben daar jarenlang een goede boterham mee verdiend. Verder hebben ze een tijdje op kokkels gevist. De metalen beug, die op de foto te zien is op de plecht, is vermoedelijk van deze visserij afkomstig.
In de jaren zeventig is er door Bültjer in Ditzum heel veel aan gerestaureerd: berghouten, boeisel, eerste gang onder het berghout, mast, giek, zwaarden en deken. Deze eigenaar heeft het schip omgedoopt tot de `Twa Susters' (was voorheen 'Op Hoop van Zeegen'). Naar zijn eigen zeggen heeft hij weinig met het schip gevaren, hij havende in Schiedam en Wageningen. Vanaf 1987 komt het schip in eigendom van Piet van Vliet die het op de kant zet en driekwart van alle spanten vernieuwt en alle gangen boven water: een zeer omvangrijke klus. Na enige jaren van noeste arbeid gaat hij dan weer te water en vaart er mee tot 1997. In het najaar van '97 zie ik dat het schip te koop is en ben direct bij de aanblik van de lijnen van het schip hopeloos verliefd. Hoewel het schip bij nadere inspectie toch na tien jaar alweer wat rottigheid vertoonde, was de koop snel gesloten. Ik was al jaren op zoek naar een originele visserman die niet al te groot is en in een redelijk goede staat. Dit moest hem worden. Ik had van diverse kanten gehoord dat de snelheid van het schip, ondanks het fraaie onderwaterschip, wat teleur-stellend is. Nu koop je zo'n schip niet om op de Deltaweek de eerste prijs weg te halen, maar een beetje aan-de-windse eigenschappen zijn toch wel prettig. Wij zijn op dit moment bezig om de tuigage weer helemaal origineel te maken. De aak was in al die jaren omgetoverd tot een soort Wieringeraak/blazer met een stagfok en een vaste stelling achter de bun. Mijn idee is om weer met een botterfok te gaan varen, een onverstaagde mast en de stelling er weer uit te halen (dit is voor mijn kinderen ook een stuk veiliger) en het achterschip is voor onderhoud en reparatie dan een stuk toegankelijker.
Op dit moment ben ik bezig met het terugbrengen van het interieur in de oude staat met twee langs-kooien voor het kooischot en maak hierbij dankbaar gebruik van de aanwijzingen van de schoonzoon van de oude visser die er zelf in geslapen heeft. Deze winter komt er een nieuwe mast op, een nieuw berghout en twee nieuwe gangen en wordt bij Van der Meulen in Sneek het zeilwerk verzwaard met enkele knieën. Kortom, het schip is er nog en over een paar jaar origineler dan ooit!
Voor de liefhebbers nog wat gegevens:
Lengte: 11,60 m (42 voet)
Breedte: 4,26 m
Gewicht: 11 ton
Zeilopp.: 65 m2 (incl. kluiver)
Guus van de Bosch Willemstad
P.S. Het schip wordt in het boek "Lemsteraken van visserman tot jacht" van Huitema uitvoerig beschreven (zie inleiding).
2000
augustus 2000
augustus 2000: Spiegel der Zeilvaart augustus 2000 nummer 8 - Restauratie laatste houten vissermanaak
In SdZ 1999.7 drukten we twee brieven van lezers af, als reactie op een foto in nr. 5 van een houten vissermanaak. Eigenaar Guus van de Bosch schreef toen dat afgelopen winter er een nieuwe mast op zou komen, een nieuw berghout, twee nieuwe gangen en een verzwaring van het zeilwerk omdat weer met ongestaagde mast gevaren ging worden. Dat was een mooie winterklus voor Van der Meulen in Sneek.

De grootste klus voor Van der Meulen was wel het pasmaken en aanbrengen van het berghout van 12 cm dik en twee maal een lengte van vijf meter. Om de juiste bocht te krijgen wordt het hout in een negen meter lange kookkist gedurende twee uur gekookt, dus niet gestoomd. Het aparte is dat de houtvochtigheid bij koken gelijk blijft op 14%. Het vocht dringt dus niet in het hout. Nadat het berghout was vastgezet konden de twee eerste gangen onder het berghout aan stuurboord worden vervangen. Zoals hierboven al is aangegeven volgden ook de mast, giek, zwaarden en deken. Alles werd rvs geschroefd met 8 x 130 mm.

Om de krachten van de ongestaagde mast goed op te kunnen vangen werden twee zeil knieën aangebracht en werd het mastspoor stevig met bouten vastgezet. Opvallend het ontbreken van de zgn. voordewinders. Knieën die van het mastspant naar voren onder dek zitten om de krachten bij achterlijke wind over te brengen. De nieuwe gangen zijn 38 mm dik, terwijl de oude gangen maar 25 mm dik zijn. De overgangen bij de stuiken zijn duidelijk zichtbaar. Maar Van der Meulen ziet er geen probleem in, want bij een restauratie van een volgend stuk kun je zo weer verder op 38 mm.

Nadat alles weer stevig is gebreeuwd, vooral de bun en deken, is het onderwaterschip in 'teer-vrije teer' van Touwen gezet. Eigenaar Van de Bosch verzorgde zelf alle lak- en teerwerk. Zo kan de laatste - in 1894 door Eeltje Holtrop van der Zee gebouwde - 11,60 m lange aak in vissermanuitvoering weer een tijdje mee.

2020
13 januari 2020
13 januari 2020: Lemmeraak HD82 op de werf in Numansdorp 13-01-2010
