De geschiedenis van de oude zeilvaart in de Scheldedelta en van de aan het maritieme bedrijf verwante industrieën, ambachten, leef- en werkomstandigheden

Op deze pagina hebben we een aantal artikelen uit het vakblad Consent verzameld over interessante onderwerpen uit de Scheldedelta.Ze beschrijven de geschiedenis van de oude zeilvaart in de Scheldedelta en van de aan het maritieme bedrijf verwante industrieën, ambachten, leef- en werkomstandigheden. Onder de Scheldedelta wordt verstaan het stroomgebied van de Schelde benedenstrooms van Gent, tot en met de kustwateren tot drie mijl uit de kust. Dit gebied wordt verder begrensd door de Brabantse wal in het oosten en het Haringvliet in het noorden.


Consent 2023 nr39: Werkgroep Documentatie Stichting Behoud Hoogaars: De Zeeuwse schouw

Als je bootjesmensen vraagt 'Wat is een schouw', dan wijzen ze haast altijd naar de Friese- of Zeeschouw, een hoekig model schip van een meter of 10 lang. Stel dezelfde vraag aan een inwoner van de Zuid-Hollandse polders, dan praten ze over de polderschouw, een ondiepe platte schuit in lengte variërend van 4 tot 9 meter. Volgens het Maritiem woordenboek Seeman (1682) is een schouw "een praam, met name om paarden en wagens over een water of rivier te zetten, ook Pont genoemd". Als er één ding kan worden gezegd over schouwen, dan is het dat ze in soorten en maten en allerlei verschijningsvormen voorkomen. Vandaag de dag kennen we de schouw onder veel benamingen: naast de al genoemde zijn er nog de Vletschouw, de Zeeschouw, de Zalmschouw en zo meer. G.J. Schutten onderscheidt in zijn boek "Verdwenen Schepen" (Zutphen 2004, ISBN 90 5730 298 5) 52 verschillende typen die onderling kennelijk voldoende herkenbaar zijn in afmetingen en constructie voor een aparte beschrijving. Veel typen zijn vernoemd naar de gebruiksregio of de bouwplaats, anderen naar het specifieke gebruiksdoel. Zo werden in de Zeeuwse Delta schepen doorgaans benoemd naar hun thuishaven. Dat leidde voor schouwen tot een viertal benamingen, waarvan de verschillen al heel lang onderwerp van gesprek zijn. 

Consent 2023 nr39: Werkgroep Documentatie Stichting Behoud Hoogaars: De Zeeuwse schouw


Consent 2023 nr39 - De Haven van Zierikzee

Het water en Zierikzee horen bij elkaar. Door de eeuwen heen heeft het water een belangrijke rol in de geschiedenis van deze stad gespeeld. Menigmaal was het een niets ontziende vijand, maar nog meer was het een vriend, die zorgde voor welvaart en voorspoed.
De Stichting Museumhaven Zeeland is in de afgelopen jaren in Zierikzee gegroeid tot een toeristische trekpleister van belang. De locaties in de Oude Haven en onze Stads & Commerciewerf zijn sterk verbonden met de lokale geschiedenis. Dit jaar besteden we speciale aandacht aan de strijd tussen Vlaanderen en Holland over het bezit van Zeeland. In een grootse zeeslag in 1304 bij Zierikzee verslaat een Frans Hollandse vloot de Vlamingen. In 1323 wordt de vrede gesloten en worden de Zeeuwse eilanden één geheel onder de leiding van de Graaf van Holland. Dat de Provincie Zeeland 700 jaar geleden is geboren wordt feestelijk herdacht. De komst van de Kamper Kogge op 10 augustus is de start van het evenement. De stad is dan omgetoverd naar 1304 met middeleeuws re-enactment. Een diorama in onze werf herinnert aan de zeeslag.

Consent 2023 nr39: De haven van Zierikzee als levensader


Consent 2022 nr38 - Hengst in Rupelmonde

Zoals zo vaak levert een kleine aanleiding toch een prettige zoektocht op. Op het internet werd een postkaart uit 1907 aangeboden van de haven van Rupelmonde. En op die postkaart stond een schattig scheepje.
Uit nieuwsgierigheid gingen we te rade bij onze vrienden de botenrestaurateurs van Tolerant. Konden zij ons iets meer vertellen over dit scheepje? Blijkbaar gaat het om een 'hengst', een courant type vissersboot destijds. Zelfs het nummer kan je lezen: GRA53. GRA staat voor Graauw, (ja met twee a's) een dorp in Zeeuws-Vlaanderen, deelgemeente van Hulst.
Leo Maes (Tolerant): Hierbij is de kans heel groot dat de eigenaar een Oost-Vlaming was, uit Kieldrecht. Rond de tweede helft van de negentiende eeuw verloor Kieldrecht zijn haventje door de verdere inpoldering en gingen de lokale vissers naar Graauw of naar Clinge net over de grens om te "havenen'. Vissers, ja want de hengst is een typisch platbodem schip van de linkeroever van de Schelde. Dus een oer-Vlaams (Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams) schip. In Zeeland, dus op de rechter Scheldeoever voer men met de Hoogaars, een vergelijkbaar doch net iets ander vaartuig.

pdf Consent 2022 nr38 - Hengst in Rupelmonde

Consent 2021 nr37: Vergeten hoogaarzen, verslag van een zoektocht

Als het over hoogaarzen gaat volgt al gauw het verhaal dat het vooral te danken is aan de Belgische jachteigenaren uit het begin van de 20e eeuw dat er überhaupt nog hoogaarzen zijn. En dat er maar zo weinig van zijn overgebleven wordt geweten aan het feit dat de hoogaarzen zijn 'opgevaren, in de Tweede Wereldoorlog vernield of afgevoerd, en daarna overvallen door de moderne tijd met motorisering, staalbouw, nieuwe scheepstypen etc. Maar is dat het hele verhaal?
Uit een overzicht van de jachtlijsten van verschillende zeilverenigingen blijkt dat de hoogaars, in vergelijking met bijvoorbeeld de boeier, nooit een echt populair type jacht is geweest. Met haar spitse lijnen en lange overhang was het weliswaar een droog schip, maar de boeier, met haar bolle wangen en ronde lijnen, werd mooier gevonden. Een beetje zoals je vertederd raakt bij het zien van een kindje met krullen, een wipneus en bolle wangen.

Consent 2021 nr37: Vergeten hoogaarzen, verslag van een zoektocht - Peter Hamer


Consent 2019 nummer 35: Over dijkvallen en Peilboten

Het waterschap werd gecontroleerd of het wel voldeed aan de eisen van doelmatigheid. Eén eis van de overheden was dat een calamiteuze polder beschikte over een eigen peilboot. Peilboten werden al veel langer gebruikt, vooral voor het meten van vaargeuldieptes. Maar ook leverden ze nuttig werk om na doorbraken of dijkvallen omvang en aard van de schade onder water in kaart te brengen. De nieuwe taak betrof niet herstellen van de schade, maar het voorkómen van schade! De bedoeling is dat elk waterschap met een zeewering, met regelmatige tussenpozen de dieptes meet op een flink aantal vaste punten van het voorland/strand tot aan de stroomgeul. 
De Hollandse Boot, zo genoemd naar Zuid Holland waar het oorspronkelijke type vandaan kwam, werd het meest gebruikt toen men op grote schaal begon met peilen. Het is een plat¬bodem, dat wil zeggen, geen kielbalk maar een plat vlak. Voor en achter buigt het vlak helemaal omhoog en vormen dan zo de stevens. Men noemt die de voor- en achter heve's. Goed te manoeuvreren, sterk en met genoeg massa, zeker voor het kleinere werk. Toen men preventief en systematisch ging peilen kwam het ankeraak-type in zwang. Lokaal werd zij soms 'schieschouw' genoemd. Het type heeft dezelfde kenmerken als de Hollandse Boot maar is nu aangepast voor het grotere werk: langere peilraaien, diepere wateren, meer deining, meer roeiposities.

pdf Consent Voorjaar 2019 nummer 35: Over dijkvallen en Peilboten

pdf Consent Voorjaar 2019 nummer 35: Middenpagina-foto van een peilboot in actie

In een video vertelt Kees Kloosterman zijn verhaal over het werken op een peilboot

In 2018 heeft de Historische Scheepswerf Arnemuiden een thematentoonstelling in elkaar gezet in de ‘werfkamer’ in het museum van Arnemuiden. Deze tentoonstelling ging over het peilen van waterdieptes met peilboten ten behoeve van de Zeeuwse oeververdediging tussen 1850 en 1950. De werf bouwde in het verleden een flink aantal peilboten in opdracht van waterschappen verspreid over heel Zeeland.


Consent 2019 nummer 35: Een vergeten hoogaarsmodel van de 'Flo'

Naar aanleiding van de tentoonstelling van het werk van Han Reijnhout in het MuZeeum in Vlissingen (2009) en de uitgave van het bijbehorende boek, vertelde de heer Charles Mermans (2013) mij dat de modellenverzameling niet compleet was: hij was namelijk de trotse eigenaar van nog een model, van de hoogaars Flo. Zelfs Han Reijnhout toonde zich verbaasd toen ik hem dat vertelde, hij was het model totaal vergeten. En dat was voldoende aanleiding om te proberen wat meer van de wederwaardigheden van het schip te achterhalen.
Het model is gebouwd op verzoek van Hugo Van Kuyck (1902-1975), destijds voorzitter van de Royal Yacht Club van België (RYCB), Het was bedoeld als cadeau voor Charles Mermans, de voormalige eigenaar van het schip, als aan¬denken aan hun langjarige samenwerking in het bestuur van de RYCB.
De tekeningen van de Flo zijn gemaakt door Raymond Derkinderen, de vaste scheepstekenaar van Van Kuyck*. De opdracht voor het model was eerst gegeven aan een Belgische oud-scheepstimmerman met modelbouwervaring, maar deze kwam te overlijden nog voor hij aan het model kon beginnen. Daarna werd besloten de opdracht te gunnen aan Han Reijnhout. Die deed er zo lang over dat de rekening na het overlijden van Van Kuyck betaald is door de erven. Maar uiteindelijk kwam het model toch gereed en werd alsnog over-gedragen, waarna het uit het geheugen van Han verdween. 

pdf Consent 2019 nr35 - Een vergeten hoogaarsmodel van de 'Flo'

Consent 2019 nummer 35: De vroegere werf Moed en Trouw

In 1830 kregen vissers en vrachtvaarders van Graauw, Zeeuws-Vlaanderen, wegens een steeds verzandende haven toestemming naar Paal te verhuizen. Daar was een diepere geul met een walkant waaraan gemeerd, geladen en gelost kon worden. Een simpele bedoening toen, nog steeds slibrijk, een paar palen - en nog geen kade - vormden de enige aanlegmogelijkheid tegen een wat hoger gelegen oever. Een kade werd er pas in 1865 gebouwd.
Een eeuw eerder trokken leden van de familie Verhaas van Oost-Vlaanderen naar Zeeuws-Vlaanderen. Ene Francises Verhaas deed in 1799 in de gemeente Hontenisse aangifte van de geboorte van zijn zoon Jan Francies. De familienaam werd ingeschreven als Veras, bij volgende geslachten werd dat genoteerd als Verras. Jan Francies overleed in 1842, 43 jaar oud en scheepstimmerman van beroep. Dat was bij de scheepswerf van De Klerk, toen nog in Stoppeldijkveer (een buurtschap in de gemeenten Terneuzen en Hulst).
Zoon Pieter Veras (1823 - 1909), was ook ooit werkzaam bij die werf maar startte in 1865 zijn eigen bedrijf in Paal. In 1867 werd bij de notaris de officiële akte getekend en werd er op een nieuw verworven terrein aan de kreek begonnen met de bouw van een loods en hellingen, de werf Moed en Trouw. Er kwam ook een woonhuis bij, deels uitgebaat als herberg, genaamd "In het zicht der Schelde".

Consent 2019 nummer 35: De vroegere werf Moed en Trouw


Consent Voorjaar 2019 nummer 35: De Cirkel is rond - Schilderij van een hengst op de Schelde

Begin jaren tweeduizend kreeg ik bij Tolerant een mail van Peter Hamer, mederedacteur van dit blad, met de vraag of we meer wisten van een schilderij waarvan hij een afbeelding meestuurde. Het schilderij was er eentje van een hengst, drooggevallen, met een dorpje op de achtergrond. De vraag was ook of we wisten waar dat wel kon zijn. Ik zelf wist het ook niet, dus vroegen we het aan onze leden. En al spoedig kwam van diverse kanten dezelfde reactie: dat dorpje moest St.-Amands aan de Schelde zijn. Enkele jaren later. Met een aantal schepen wordt weer de tocht gemaakt naar Baasrode om er deel te nemen aan de jaarlijkse Scheldefeesten, het derde weekend van september. Op de rommelmarkt zie ik een oud boekje met de titel Het huis bij de schoren. Schoren: dialectisch voor schorren zoals in het Verdronken Land van Saeftinghe? Ik blader de vergeelde bladzijden door en zie dat het toch rond de Schelde moet zijn dat het verhaal zich afspeelt en koop het dan maar. De naam van het dorpje waar die vissers wonen wordt niet vermeld maar het moet wel Mariekerke zijn want dat is de enige plaats die niet met name genoemd wordt en alle omliggende gemeentes wel.

pdf Consent Voorjaar 2019 nummer 35: De Cirkel is rond

Consent voorjaar 2017 nr 33 - Hoogaars YE167 De Mosselman

Eigenlijk was hij op zoek naar een botter. Zo'n fijn stoer schip. Lekker varen op het IJsselmeer. Gekraak van hout, touw en zeil. Johan Huizenga uit Eemnes wist wat hij wilde. En botters waren er maar zat in de buurt van Huizen. Zoveel dat het heel moeilijk werd te beslissen. Tot een vriend informeerde of Johan wel eens aan een hoogaars had gedacht. Dat zijn pas mooie schepen. En snel. De vriend wist er een te liggen. Nou ja, beetje onder water. Bij Muiden. Ze gingen kijken. Op klompen op een zwevend schip. Eigenlijk was het gewoon een kwestie van leegpompen, uit het water halen, op de wal schoonmaken en wat reparaties doen. En dan met een week of vier, het gedroomde zeilen op een fraai schip. De vriend zei: "Als je het niet doet, heb je aan het eind ook niks." En dat gaf de doorslag. Johan Huizenga werd in augustus 2005 de trotse eigenaar van de YE167, De Mosselman. Een schip gekocht om mee te varen. Er bleek bij nader inzien toch wat meer tijd dan vier weken nodig te zijn om De Mosselman vaarklaar te maken.

pdf Consent voorjaar 2017 nr 33 - Hoogaars YE167 De Mosselman

Consent voorjaar 2017 nummer 33 - De Hollandse boot

Niet lang na de uitvinding van het wiel zal de kruiwagen wel bedacht zijn. Nog steeds wordt deze één-wieler volop gebruikt. Een verbluffend nuttig en weid verspreid stuk gereedschap! We beweren niet dat de Hollandse Boot kort daarna is ontstaan. Dat was wel even later. Maar als werkboot heeft ze ook overal nuttig gebruik gevonden. En haar basisvorm is zeker ook oud. De opgegraven Romeinse schepen bij Zwammerdam uit de tweede eeuw tonen al de ruime, platte bodem, die zich omhoog buigt aan beide uiteinden. Een vrachtscheepje, zonder kiel- en stevenbalken dat zich liet roeien, bomen, jagen en zeilen.

pdf Consent voorjaar 2017 nummer 33 - Hollandse boten

Consent voorjaar 2012 nummer 28 - Een Hoogaars... is een Hoogaars, is een Hoogaars, of toch niet ??

Het onderscheid tussen de diverse hoogaarstypen is nog altijd omstreden. Diverse auteurs en deskundigen benoemen de Oost-Duivelander, de Kinderdijkse, Arnemuidsche, en Thoolse hoogaarzen. Maar ze wagen zich doorgaans niet aan de definitie van wat de verschillen precies zijn. Ze komen niet verder dan subjectieve beschrijvingen als een stoerder uiterlijk, meer of minder zeeg, rond vlak en wat aanpassingen hier en daar naar gelang de ideeën van de werfbaas en de schipper.
De vraag is: zijn die verschillen ook meetbaar en kunnen we ze benoemen? Er zijn maar weinig hoogaarzen overgebleven die als werkschip zijn gebouwd. Daar kunnen we dus geen conclusies uit trekken. Andere bronnen zijn schaars. De meeste werven werkten niet met tekeningen of geschreven bestekken; het vak werd van vader op zoon overgedragen. Hooguit was er een kaartje of een plankje waarop wat maten waren gekrabbeld. En er waren mallen die op twee of drie plaatsen werden gebruikt om de hoek van de kim en de stevens aan te geven.

Consent voorjaar 2012 nummer 28: Een Hoogaars... is een Hoogaars, is een Hoogaars, of toch niet ??


Consent 2008 nummer 24 - Verdwenen scheepstypen van de Schelde en haar zijrivieren

Vanuit de doelstelling van de Stichting Behoud Hoogaars heeft 'Consent' de afgelopen jaren voornamelijk schepen voor de visserij beschreven en meer specifiek de hoogaarzen en hengsten, zoals die de voorbije 150 jaar in het ons bekende gedeelte van de Scheldedelta werden gebruikt. De Schelde kent echter ook een gedeelte bovenstrooms van Antwerpen, waar de visserij zeker zo'n belangrijke bron van bestaan was en waar eeuwenlang vracht- en vissersschepen zijn gebouwd. De scheepsbouwgeschiedenis van dit stuk rivier, in Vlaanderen de Zeeschelde genoemd, is desondanks grotendeels onontgonnen gebied.
Op de meeste oude afbeeldingen van deze regio (Zeelandia descriptio, de voorstellingen van de rede van Antwerpen) zijn vrijwel alleen rondgebouwde vissersschepen te zien. Afbeeldingen van hengsten en hoogaarzen verschijnen pas in de loop van de 17e eeuw. Afgezien van de vraag waarom "onze" schepen niet eerder werden afgebeeld, is het de moeite waard eens te kijken welke ronde schepen op de Schelde werden gebruikt, wat ervan bekend is en waar ze werden gebouwd. De Schelde was eeuwenlang de grensrivier die het hertogdom Brabant van het graafschap Vlaanderen scheidde. Dit vertaalde zich ook in de scheepsbouw: de schepen langs de Brabantse oever waren voller gebouwd, gladboordig en met kromme stevens, terwijl de schepen langs de Vlaamse kant meer rechte stevens hadden, en doorgaans overnaads waren gebouwd. De reden hiervoor was niet dat de Brabanders meer Bourgondisch waren aangelegd, de oorzaak lag hoofdzakelijk in de beschikbaarheid van het hout. Schepen die voller zijn gebouwd vragen meer hout en dat was in Brabant ruimschoots voorradig.
Veel van de van oudsher op de Schelde en haar zijrivieren voorkomende schepen zijn verdwenen. In de archieven worden de namen van diverse scheepstypen vaak door elkaar gebruikt en, als de dienstdoende ambtenaar weinig van schepen afwist, voldeed vaak de term "schuit". Uit haven- en tolarchieven valt zonder uitgebreide studie dus niet veel af te leiden.

pdf Consent 2008 nr24 - Verdwenen scheepstypen van de Schelde en haar zijrivieren

Consent 2003- Kieldrecht in België: Grootste vissershaven van Zeeland

Jules van Beylen, oud conservator van het Antwerps Scheepvaartmuseum beschreef het opvallende feit dat een schipper uit Zeeuws-Vlaanderen, Petrus Praet, om de één of andere duistere reden een hengst liet bouwen bij Meerman te Arnemuiden, waar men het bouwen van een hengst helemaal niet vertrouwd was. Die duistere reden is ondertussen achterhaald maar daar over later. Petrus Praet registreerde zijn schepen te Clinge. Maar hoe zat het nu met Clinge, grootste "haven" in 1875? Er was niet eens een haven. De meeste vissers daar lagen overigens niet in een haven: ze hadden hun eigen paal in een kreek. Die havens werden enkel gebruikt voor laden en lossen of voor reparaties. Emmahaven was voor Clinge het dichtstbijzijnde haventje, zeker niet groot genoeg om er honderd hengsten in te proppen.

Consent voorjaar 2003& - Kieldrecht in België: Grootste vissershaven van Zeeland


Consent 2000 - De mosselaak YE128 'De Slenk'

Terwijl in Zeeland nog houten hoogaarzen worden gebouwd, bestelt een Zeeuwse visserman een stalen gemotoriseerde aak op de werf van Stapel in Enkhuizen. Hierbij een verhaal over scheepsbouw, mosselvisserij in de vorige eeuw en de zich langzaam ontwikkelende aandacht voor het zeilend erfgoed van Zeeland in de jaren zeventig.

pdf Consent 2000 - De mosselaak YE128 'De Slenk'

Consent Voorjaar 1998 - De Van Duivendijk-werf in Tholen

"Begin deze eeuw, man, toen had je het hier eens moeten zien. D'r lagen wel negentig vissersschepen, meest hoogaarzen in de haven van Tholen. Ik weet nog dat je de TU92 had, dat was een Lemmerhengst. 't Water was zo helder als jenever. Je had botvisserij, oesters en mossels, maar ze visten ook op garnalen. Er zat hier Stoffels, dat was een grote mosselhandelaar en verder heetten de vissers allemaal Bout of Schot of Cornelisse. De kaai hier was groter dan die van Yerseke. Mijn overgrootvader Dirk bouwt hier tot z'n dood in 1906 92 houten schepen, meest hoogaarzen. Maar d'r zat ook wel eens een schouwtje tussendoor."
Melis (1939) en Dirk van Duivendijk (1934) zitten op hun praatstoel. We drinken koffie in de kamer van het oude woonhuis - nu in gebruik als kantine - op de werf aan de Contr'escarp aan de Eendracht in Tholen. Je ziet nauwelijks het behang want het hangt er vol met foto's, tekeningen en oude scheepsmodellen. Zonder van hun stoel op te staan kunnen de twee neven de geschiedenis van 127 jaar van Duivendijk-werf illustreren door alleen maar naar de wand te wijzen.

Consent voorjaar 1998 - De Van Duivendijk-werf in Tholen


Terug naar vorige pagina