Alcedo

Alcedo

Een bijzonder Lemsteraakjacht uit de vooroorlogse periode is ongetwijfeld de Alcedo II uit 1927. Het schip van ruim 17 meter lengte is een ontwerp van D. Zijlstra voor de familie E.H. Vinke, die deze aak een ligplaats gaf bij de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De  Maas in Rotterdam. (De naam ‘Alcedo’ is de Latijnse naam voor het ijsvogeltje.) Eerder, in 1918, had E.H. Vinke bij Akerboom het Lemsteraakjacht ‘Alcedo I’ laten bouwen.

Ook een ontwerp van D. Zijlstra, maar wel een schip dat bijna 5 meter korter was. Toen de nieuwe aak, bij Akerboom spraken ze van een “boeierjacht”, klaar was, werd de ‘Alcedo I’ verkocht. Na het overlijden van E.H. Vinke ging het grote Lemsteraakjacht over naar diens zoon. Die liet de aak na de oorlog, toen de familie Vinke er twintig jaren mee had gevaren, grondig verbouwen. Het was de bedoeling dat er vaker met de aak op zee zou worden gevaren en voor dat doel was het grote schip niet handzaam genoeg voor de nieuwe eigenaar. Veel zeegaande jachten werden in die tijd om praktische redenen getuigd als kits of voorzien van een bezaan. Een groot zeiloppervlak was gemakkelijker te bedienen, als het verdeeld werd over twee masten.

De 'Alcedo' in 2020
De 'Alcedo' in 2020

Eigenschappen

Plaquette nummer:497 Zeil nummer:
Categorie:A+ Tekening nummer:
Type:Lemsteraak

Bouw

Bouwjaar:1927 Ontwerper:D. Zijlstra
Werf:H.A. Akerboom Werf plaats:Boskoop
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Staal Materiaal kajuit:Staal
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:Midzwaard

Afmetingen

Lengte stevens:17,05 m Breedte berghout:4,98 m
Diepgang:1,20 m Masthoogte water:17,00 m
Oppervlakte grootzeil:150,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:150,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:2253 Registratie datum:09-05-2024
Geregistreerd als:Varend Monument®

Dispensaties

Dispensaties Einddatum Datum nieuwe schouw
Blijvende dispensatie voor: de twee masten en het midzwaard, resultaat van de grote restauratie direct na WOII.

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1927 – 1963 Familie Vinke, Rotterdam ( Alcedo II)
1963 – 1966 C. Sol ( Alcedo II)
1966 – 1985 P.J.. Zwart, Rotterdam ( De Lachende Beer)
1985 – 1996 R.D. Köhn, Düsseldorf/Hamburg ( De Lachende Beer)
1996 – 2018 F.G. Koch, Sint Jansklooster ( Alcedo)
2018 – Nu (laatst bekend) C.G.M. Berk en A. de Jong, Boskoop ( Alcedo)

Geschiedenis

1927

1927

1927: De bouw van de Alcedo voor de familie E.H. Vinke in Rotterdam

Dirk Huizinga schrijft in zijn boek 'Lemsteraken voor de recreatie' hetvolgende over de geschiedenis:

Een bijzonder Lemsteraakjacht uit de vooroorlogse periode is ongetwijfeld de Alcedo II uit 1927. Het schip van ruim 17 meter lengte is een ontwerp van D. Zijlstra voor de familie E.H. Vinke, die deze aak een ligplaats gaf bij de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas in Rotterdam. (De naam ‘Alcedo’ is de Latijnse naam voor het ijsvogeltje.) Eerder, in 1918, had E.H. Vinke bij Akerboom het Lemsteraakjacht ‘Alcedo I’ laten bouwen. Ook een ontwerp van D. Zijlstra, maar wel een schip dat bijna 5 meter korter was. Toen de nieuwe aak, bij Akerboom spraken ze van een “boeierjacht”, klaar was, werd de ‘Alcedo I’ verkocht.

Na het overlijden van E.H. Vinke ging het grote Lemsteraakjacht over naar diens zoon

Die liet de aak na de oorlog, toen de familie Vinke er twintig jaren mee had gevaren, grondig verbouwen. Het was de bedoeling dat er vaker met de aak op zee zou worden gevaren en voor dat doel was het grote schip niet handzaam genoeg voor de nieuwe eigenaar. Veel zeegaande jachten werden in die tijd om praktische redenen getuigd als kits of voorzien van een bezaan. Een groot zeiloppervlak was gemakkelijker te bedienen, als het verdeeld werd over twee masten. Tegenwoordig wordt dat nauwelijks meer gedaan. We kennen nu op scherpe jachten rolsystemen om zeilen binnen te halen en ook op platbodems lieren die hydraulisch aangedreven worden. In de visserij kwam het kitstuig bij Lemsteraken weliswaar niet voor, maar bij de grote blazers en oude schokkers wel. Ook was het in die tijd niet ongebruikelijk om een tjalkjacht te voorzien van een kitstuigage. Voor de Alcedo werd daarom een aangepast ontwerp gemaakt, waarbij overigens niet alleen het zeilplan opnieuw werd ontworpen, maar ook het lateraal plan, het onderwaterschip.

Een ingrijpende stap: de aak werd voorzien van een midzwaard

Een aak van 17 meter heeft zijzwaarden met een aanzienlijk gewicht, die evenmin gemakkelijk met de hand te bedienen zijn. Er werd een ingrijpende stap genomen: de aak werd voorzien van een midzwaard. Een midzwaard op een Lemsteraak was nieuw. Ook deze aanpassing was zowel uit praktische overwegingen als zeiltechnisch goed te verdedigen, maar betekende wel een fundamentele verandering aan het schip. Uitvoeringstechnisch was de inbouw van een midzwaard nog helemaal niet zo eenvoudig. De hoge, stalen zwaardkast kwam immers in het midden van de kajuit op een onhandige plek. Zo ingrijpend als het besluit was een Lemsteraak uit te rusten met een midzwaard, zo beperkt was echter het zichtbare gevolg van die ingreep. Als de zijzwaarden op de aak gehandhaafd bleven, zou het niemand opvallen dat er een midzwaard was aangebracht. Vinke jr. vond deze aanpassingen aan het schip belangrijk, want hij wilde op zee geen onnodige veiligheidsrisico’s lopen.

1951

1951

1951: De Alcedo te koop

De Lachende Beer

In 1951 werd de aak in nieuwe uitmonstering te koop gezet. Het was zo vlak na de oorlog echter niet de tijd dat kostbare jachten gemakkelijk van eigenaar wisselden. Het duurde tot 1963 voordat er een serieuze koper kwam: C. Sol. Deze liet het schip meten als zeeschip, waarna Toulon, aan de Middellandsezee in het zuiden van Frankrijk, de thuishaven werd. Twee jaren later kwam het schip al weer te koop en in 1966 werd P.J. Zwart de nieuwe eigenaar. De familie Zwart heeft 19 jaren met de aak gevaren. Het schip heette nu ‘De Lachende Beer’. Er werd vooral met de aak op de Middellandse zee gezeild. Na het overlijden van Zwart Sr. nam diens zoon de aak over en toen deze in 1981 overleed, werd het schip door de erfgenamen te koop aangeboden. Het lag toen weer in Nederland, ondermeer aan de Kaag en werd jarenlang verwaarloosd. 

1985

1985

1985: Het schip over in Duitse handen

Na vier jaren kwam er in 1985 eindelijk een koper: de Duitser R.D. Köhn. Deze liet de aak opknappen bij de werf van Stofberg in Enkhuizen en zeilde ermee tot 1996. Door omstandigheden moest hij de aak verkopen. Het schip was er op dat moment niet meer goed aan toe. In 1985 was een deel van het vlak gedubbeld, wat het probleem van een roestend vlak wel enige tijd verhielp, maar uiteindelijk geen afdoende oplossing bleek te zijn. Hoewel de aak niet meer in goede staat verkeerde, werd ze wel verkocht aan een koper die onder de indruk was gekomen van haar prachtige lijnen. 

1996

1996

1996: Fred Koch wordt in 1996 de nieuwe eigenaar

Fred Koch werd in 1996 de nieuwe eigenaar, ondanks het feit dat de expert bij de aankoopkeuring zei: “Dit schip is in een zo slechte staat, u moet het maar niet kopen.” (Fred Koch, SdZ). Koch liet zich niet uit het veld slaan. Hij kocht de aak en begon met een restauratie van zijn ‘Alcedo’ die 12 jaren zou gaan duren. Over de praktische en de formele problemen die hij na de koop moest zien op te lossen en de indrukwekkende restauratie van het schip publiceerde hij in de Spiegel der Zeilvaart (SdZ, 2011, nr. 9 , SdZ, 2011/2012, nr. 10 en SdZ, 2012, nr. 1)

Transport voor tewaterlating
Transport voor tewaterlating

2011

2011

2011: Restauratieverslag van eigenaar Fred Koch in de Spiegel der Zeilvaart

'Alcedo' is een grote Lemsteraak uit 1927, die in 1996 in zeer slechte te staat werd aangekocht. Na een ingrijpende restauratie, die maar liefst twaalf jaar duurde, werden de afgelopen jaren reizen gemaakt naar onder meer de Scilly-eilanden, Noorwegen, Griekenland en Turkije. Maar ook daarvoor maakte het schip al een en ander mee.
Een vreemde eend in de bijt kan 'Alcedo' wel& worden genoemd. Het schip heeft namelijk twee masten, een midzwaard en zijzwaarden. Het is gebouwd in 1927 bij de werf Akerboom in Boskoop, waar ook de bekende Lemsteraken 'Wielewaal', 'Vrouwe Maria' en 'Annie Lavina' werden gebouwd. Toen was 'Alcedo' nog niet voorzien van midzwaard en bezaan. Het schip was een ontwerp van D. Zijlstra. 'Alcedo' is Latijn voor ijsvogel. Een legende leert dat de ijsvogel zijn nest op het water bouwde en dat de goden tijdens de broedtijd voor rustig weer zorgden; een geruststellende gedachte dat de goden de alcedo gunstig gezind zijn. Zoals vaak met legenden berust het verhaal niet op waarheid. Een ijsvogel bouwt zijn nest helemaal niet op het water, maar vaak in zandige oevers. Van alcedo is het Latijnse woord 'alcedonia' afgeleid, dat windstilte betekent. Een minder gunstig verschijnsel voor een zeilschip.
In 1964 veranderde oud-eigenaar Sol de teboekstelling van het schip in het scheepskadaster van een binnenvaartschip naar een zeeschip en werd het brandmerk 268 B LEID 1927 vervangen door het huidige brandmerk 1865 Z LEID 1964. Sol heeft er ook op de Middellandse Zee mee gevaren met Toulon, Zuid-Frankrijk, als thuishaven.

2012

maart 2012

maart 2012: Spiegel der Zeilvaart nummer 2: Met de Lemsteraak 'Alcedo' naar Griekenland (en Turkije)

In het voorjaar van 2010 was het eindelijk zover dat ik een lang gekoesterde wens kon gaan verwezenlijken: met Alcedo naar Griekenland. Even leek het erop dat het er niet van zou komen, omdat de relatie met mijn partner - met wie ik de vorige reizen had gemaakt - geen stand had gehouden. Toen ik mijn twijfel uitsprak of de reis nog wel haalbaar zou zijn, omdat Alcedo te groot is om er alleen mee te zeilen, zei een dochter: "Gaan pa, het is een droom van je en ik help je wel om het schip naar Griekenland te varen." Na uit de kring van vrienden en familie wat opstappers geregeld te hebben, konden we op 6 juni in Vollenhove losgooien voor een reis via het Canal du Midi.
Behalve het optuigen in het voorjaar, een hellingbeurt, het schilderen, de reisplanning en de bevoorrading moesten er in het schip nog vloeren worden gelegd, nog worden geschilderd, enkele deuren worden gemaakt en bakskist-deksels worden gelijmd en gekit, een zonnetent worden gemaakt. Te veel om op te noemen dus. Ik was dan ook aan het eind van mijn Latijn toen ik kon vertrekken met aan boord enige vrienden en een chaotische hoeveelheid spullen die nog moest worden gestouwd.
's Avonds laat vonden we in het donker een ligplaats in de Oude Houthaven in Amster-dam waar vrienden en familie een bezoekje aan boord brachten. Ook maandag bleven we nog in de Houthaven om orde in de chaos te scheppen voordat we het ruime sop zouden kiezen. Eén van de bemanningsleden zei dat ze me die dag tot mezelf zag komen en weer controle over het schip zag krijgen. Aan het eind van de dag motoren we rustig naar IJmuiden waar de laatste gasten van boord gaan. De bemanning bestaat nu alleen nog uit mijn dochter Viola, Hanneke, een vriendin van mijn dochter met veel ervaring met grote platbodems, en Arnout, een vriend met veel zeilervaring op zee.
De volgende dag, druilerige regen en weinig wind uit de verkeerde richting, laten we ons om half tien naar buiten schutten met het plan om in één keer door te zeilen naar Brest. Daar wachten we goed weer af om de oversteek te maken over de Golf van Biskaje. We stellen een wachtschema op van drie uur op en zes uur af; Arnout en ik elk apart een wacht en Viola en Hanneke samen een wacht. Omdat we geen stuurautomaat hebben en de wachten vaak door één persoon worden betrokken, wordt de voorkeur gegeven aan wachtperioden van drie uur in plaats van vier uur.

2020

2020

2020: Foto's Lemsteraak 'Alcedo'

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht