Familie van der Werf(f): Dynastie van Friese Scheepsbouwers

Stamvader en grondlegger is Haicke Pyters in 1729 in Drachten

De familie Van der Werff, een dynastie in de Friese scheepsbouw. Stamvader en grondlegger is Haicke Pyters. Hij huurt in 1729 een "Huys met schuythuys" in de Suyder-drachten, doch sterft op jonge leeftijd. Zijn vrouw Antje Martens zet het bedrijfje voort en vestigt zich later met haar zoon Pyter Haickes aan de Noorderdwarsvaart. Deze Pyter Haickes legateert in 1795 bij testament de "Helling met schuytmakerij" aan zijn oudste zoon Haicke Pyters "in somma 4600 caroliguldens klinkende munt en geen ,,'s lands oubligatien". Nog voordat Napoleon "zijn" Hollanders met een achternaam opscheepte, had Haicke Pyters zijn "van" al bepaald. Die lag voor de hand: Van der Werff. Hij overlijdt in 1813. Zijn zoon Pyter Haickes is dan kennelijk nog niet in staat de werf alleen te bestieren, want de koopcontracten uit die tijd blijken door zijn moeder Sytske Minnes te zijn ondertekend.

Werf aan de Noorderdwarsvaart in Drachten omstreeks 1925.Geschilderd door Peter Johannes van der Werff. Siert de omslag van het Werf(f)boek.
Werf aan de Noorderdwarsvaart in Drachten omstreeks 1925.Geschilderd door Peter Johannes van der Werff. Siert de omslag van het Werf(f)boek.

Het geslacht Van der Werff bouwde duizenden schepen in Friesland

Het hoeft geen betoog dat de nakomelingen van Haicke Pyters generaties lang het gezicht van de Friese scheepsbouw hebben bepaald. Tussen 1880 en 1930 bouwde het geslacht Van der Werff duizenden schepen. De veranderde omstandigheden dwongen een belangrijk deel van dit geslacht scheepsbouwers, de werf de rug toe te keren. Maar het ziet er naar uit dat de naam Van der Werff nog in lengte van jaren betrokken zal blijven bij de scheepsbouw. Twee jonge telgen uit het roemrijke geslacht scheepsbouwers hebben in het verleden hard gewerkt om op de restanten van twee beroemde werven het vakmanschap van hun voorvaderen weer iets van de oude glorie terug te geven: Jan Oebeles van der Werff (achterkleinzoon van Oebele Haickes) op de werf aan het Buitenstvallaat te Drachten en Roelof van der Werff (neef van Jan Oebeles) op de vroegere "Zwolsman-werf' De Hoop te Workum.

Wegverkeer verovert een steeds groter deel van de vervoersmarkt

AIs na de jaren twintig het wegverkeer een steeds groter deel van de vervoersmarkt verovert, ondervindt ook de Drachtster scheepsbouw daarvan de weerslag. Het oudste hellinkje aan de Noorderdwarsvaart sneuvelt als eerste. Ver voor de 2e wereldoorlog worden ook op de Piipster-werf de klop- en rekhamers neergelegd. De werven op Buitenstvallaat en Langewijk schakelen over op jachtbouw en reparatie. AIs in 1956 de demping van de Dwarsvaart een feit is, behoort de werf aan de Langewijk eveneens tot het verleden. Alleen de helling aan het Buitenstvallaat "leeft" dan nog.

Spiegel der Zeilvaart november 2009 nummer 9: 280 jaar Van der Werff scheepswerven in Drachten

Dertig jaar geleden (1979) werd reeds geschreven over de familie Van der Werf als een "dynastie van scheepsbouwers" in Friesland. Op 4 september 2009 werd de 280 jaar herdacht dat leden van de familie Van der Werff in Drachten actief zijn in de scheepsbouw. Dat gebeurde op de werf De Nijverheid van Oebele Haike van der Werff op het Buitenstvallaat te Drachten. Deze werf is als enige overgebleven van de drie werven die door telgen van deze familie in Drachten werden gerund. Enige (oud)scheepsbouwers Van der Werff uit Friesland en vele andere genodigden kwamen op de werf bijeen.
Scheepswerf De Nijverheid aan het Buitenstvallaat is de enige historische werf in Drachten die de ontwikkelingen overleefde. In het midden van de 18e eeuw neemt Hayke Pieters (van der Werff) de scheepswerf aan de Noorderdwarsvaart in Drachten over. Aan de Langewijk, op de hoek met de Zuiderdwarsvaart, begint Ate Pieters van der Werff in 1863 een tweede scheepswerf. Beide werven liggen echter aan smalle vaarten, met haakse bochten en binnen twee sluizen. Alleen de derde werf, De Nijverheid bij het Buitenstvallaat van de Drachtstervaart, ligt aan open water, net buiten de buitenste schutsluis uit 1641 die in 1893 vervangen is door een moderner kunstwerk. Bij die werf kunnen daarom grotere schepen worden gebouwd. Ook wordt deze werf niet geconfronteerd met de gevolgen van het dempen van de vaarten in en rond Drachten in het midden van de 20e eeuw. De werf De Nijverheid is daarmee de erfgenaam geworden van 280 jaar Van der Werff scheepswerven in Drachten.

pdf SdZ november 2009 nr09 - 280 jaar Van der Werff scheepswerven in Drachten

De werven van de familie van der Werf(f)

  • Bergumerdaam "De helling aan de haven"
    Minne Molles van der Werf(f) (vanaf 1884)
    Pieter Ates van der Werff (vanaf 1902)
  • Kootstertille Kolonelsdiep
    Joon Molles van der Werff (vanaf 1888)
    Molle Joons van der Werff (vanaf 1911)
  • Doesburg IJsseloever
    Oebele Pieters van der Werff (vanaf 1909)
  • Leeuwarden Schilkampen "Welgelegen"
    Oebele Pieters van der Werff (vanaf 1901, vertrekt in 1909 naar Doesburg)
    Ate Tjibbeles van der Werff (vanaf 1909)
    Rienk van der Werff (vanaf 1957)
  • Drachten Buitenstvallaat "De Nijverheid"
    Oebele Haykes van der Werff (1847-1929)
    Jan Oebeles van der Werff (1876-1958)
    Oebele Haikes van der Werff (1906-1975)
    Jan Oebele van der Werff (vanaf 1974)
    Oebele Haike (Haiko) van der Werff (vanaf 2000)
  • Lemmer Sluisweg
    Pieter Ates van der Werff (Scheepsbouw P. v.d. Werff vanaf 1964)
  • Drachten Noorderdwarsvaart
    Ate Pieters van der Werff (vanaf 1900, failliet in 1925)
  • Lemmer Lemsterhoek
    Sietze Pieters van der Werff (vanaf 1993)
  • Drachten Lange Wijk
    Haike Pieters van der Werff (vanaf 1896)
  • Sneek Woudvaart "De Tijdgeest"
    Minne Molles van der Werff (vanaf 1906)
  • Echtenerbrug Pier Christiaansloot (voorheen J.J. Bos)
    Ate Pieters van der Werff (vanaf 1910)
  • Stavoren Hellingpad "Volharding"
    Auke Tjibbeles van der Werff (vanaf 1918)
  • Gorredijk Molenwal
    Pieter Ates van der Werff (vanaf 1880, verhuisde in 1902 naar Bergumerdaam)
  • Warga Nieuwe Hoek "De Onderneming"
    Tjibbele Ates van der Werff (vanaf 1889)
  • Gorredijk Terwispel - De Warme Hoek
    Ate Pieters van der Werff (vanaf 1926 tot 1956)

Jan Oebeles van der Werff in Drachten (Buitenstvallaat) - Staalijzeren Scheepsbouw De Nijverheid

Als skûtsjewerf zal vooral de werf te Buitenstvallaat vermaardheid verwerven. In hoogtij dagen gedurende de eerste drie decennia van de twintigste eeuw zijn van deze helling vele skûtsjes te water gelaten. In de SKS-skûtsjevloot zijn de 'Buitenstvallaatsters' een begrip, het zijn klassiek prachtig belijnde snelvarende schepen. Ze zijn voor de kenners vooral te herkennen aan de smalle boegjes in de kop. Bovendien is de afwerking van het ijzerwerk van deze werf fraaier en zorgvuldiger dan van welke werf ook. 

Schepen in het Stamboek

Jan Oebeles van der Werff in Drachten (Buitenstvallaat)

Pieter Haikes van der Werff aan de Noorderdwarsvaart en Haike Pieter van der Werff aan de Langedijk in Drachten

Naast Haike Pieters van der Werff, die aan de Noorderdwarsvaart begint, start zijn broer Ate Pieters van der Werff in 1863 ook als zelfstandig scheepstimmerman. Hij pacht een stuk grond aan de Langewyk, het begin van de Ureterpervaart. Ate Pieters bouwde een helling, een woonhuis en een zestal huisjes voor zijn werknemers. Hij maakt van deze werf ook een bloeiende onderneming. De bedrijfsvoering op de werf was goed genoeg om lang een rol te kunnen spelen in een zo belangrijke bedrijfstak als de Friese scheepsbouw.
Bij de inventarisatie van de boedel, die in 1892 plaats vond na het overlijden van Ate Pieters, bleken er veel schulden te zijn. Pieter Haikes van der Werff wordt in 1892 eigenaar. Hij was nu eigenaar van twee werven. Zijn oudste zoon Haike Pieters van der Werff was net meerderjarig en nam de leiding op de werf aan de Langewijk. Haike Pieters hield zich vooralsnog op de werf bezig met houten schepen, veelal roefschepen (skûtsjes). Winterdag lagen er bij de werf veel van deze schepen en ook pramen. Het was een druk bedrijf. Hij moest van de vertrouwde houtbouw overschakelen naar de moeilijke ijzerbouw. Uit het werfboek van 1870-1956, gearchiveerd in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek, is te lezen dat M.B. Jagersma uit De Wilp een ijzeren praam bestelde bij Haike Pieters. De datum is niet vermeld, maar Marten Boeles Jagersma overleed in 1893. We kunnen dus concluderen dat Haike Pieters de eerste stappen richting de ijzerbouw had gemaakt. Een deel van het hellingvolk betwijfelde de doelmatigheid van een ijzeren schip. Blijkbaar was Haike Pieters van de ijzerbouw overtuigd en vertrok naar Vierverlaten voor een opleiding voor de ijzeren scheepsbouw op de werf van Wolter Mulder, evenals zijn broer Oebele Pieters van Schilkampen bij Leeuwarden en neef Jan Oebeles van de werf bij het Buitenste Verlaat. De werkdagen werden korter en er werd goed geproduceerd.
Bij de eerste tewaterlating van een groot stalen schip in 1898 waren de omwonenden uitgelopen naar de draaibrug aan de Bopperein. In een tijd dat men nog dacht dat een stalen schip veel sneller zou zinken dan een schip van hout verwachtte men spektakel bij de helling, maar dat gebeurde niet. Men was verbaasd dat het schip niet onmiddelijk zonk. 

Aantekeningen Pyter Haickes van der Werff

Durk Laurens van der Werff, zoon van Haicke Pyters, heeft het allemaal nog van nabij meegemaakt. Op en rond de helling wemelde het van hout. Dat moest eens per jaar op grote schaal worden ingekocht. Hoe dat in z'n werk ging heeft zijn vader Haicke Pyters indertijd keurig in een schrift ge­notuleerd. Dat schrift, waarin ook technische zaken als het „boegbranden" worden behandeld, wordt door Durk van der Werff zorgvuldig bewaard.
Omstreeks Kerst en Nieuwjaar stond er een advertentie in de krant: „Houtverkoping te Olterterp in het Witte Huis, des middags om 12.00 uur". 's Ochtends, op de dag van de verkoping, trokken Pyter Haickes van der Werff (de grootvader van Durk, die toen de werf dreef) en zijn broer Oebele Haickes van der Werff van de helling aan het Buitenstvallaat er in alle vroegte op uit. Te voet ging het naar Bakkeveen. De bomen werden „staande op de stam" verkocht en werden derhalve eerst door de hellingbazen zorgvuldig „geket". Het ging hen in het bijzonder om de geschikte gaffels en krommingen. Daaruit werden boeghout, kromhout en stuiten gezaagd. De langste en dikste balken werden gekocht bij de „groothandel" Oppedijk te IJlst. De gewilde bomen konden worden aangekruist in een daartoe uitgegeven houtverkopingsboekje.

Schepen in het Stamboek

Haike Pieter van der Werff aan de Langedijk in Drachten

‘Scheepsbouw en Reparatiewerf "Welgelegen" / Scheeps- en grofsmederij’ Van der Werff in Leeuwarden

Na de dood van Sietske Minnes in 1834 werd Tjebele Wytzes Kamp scheepstimmerbaas aan de Noorderdwarsvaart in Drachten. In 1857 huurde Tjebele Wytzes, samen met zijn zoon Wietze Tjibbeles Kamp  de werf op Schilkampen in Leeuwarden. Wellicht heeft het bedrijf in Drachten toen tijdelijk stil gelegen. Er was, als gevolg van een internationale crisis rond 1860, tijdlang weinig werk. Ruim tien jaar later op 23 mei 1870 werd houtbouwer Wietze Tjibbeles Kamp eigenaar van het huis en de scheepstimmerschuur te Leeuwarden. Uit een bewaard gebleven werfboek kunnen we opmaken dat tot de klantenkring schippers uit de vrachtvaart van binnen en buiten Friesland en eigenaren van jachten behoorden.

Oebele Pieters van der Werff Schilkampen Leeuwarden

Wietze Tjibbeles bouwde hoofdzakelijk in hout. Na zijn 65ste kwam de 20-jarige Oebele Pieters van der Werff als knecht uit Drachten naar Schilkampen. Met de familiebanden die Wietze altijd bleef onderhouden met de Van der Werff’s in Drachten was hij op zoek naar opvolging. De jonge achterneef Oebele Pieters, zoon van Pieter Haikes van der Werff, hellingbaas aan de Noorderdwarsvaart en vanaf 1892 ook van de scheepswerf aan de Langewyk, had op Vierverlaten bij Wolter Mulder een opleiding gevolgd voor het ijzeren scheepsbouwvak. Met de mogelijkheid bij Wietze op de werf kon hij de theorie in de praktijk brengen. In 1898 kwam Oebele zijn jongste broer, Pieter Pieters, bij een tragisch ongeluk om het leven op de werf. Doordat hij met zijn hoofd tussen de spaken van het bedieningsrad van een buigmachine kwam brak hij zijn nek. De buigmachine, die bestemd was voor het buigen van ijzeren spanten, duidde erop dat er toen inmiddels met het bouwen van ijzeren schepen was begonnen. De onderhoud- en reparatiewerkzaamheden aan ijzeren schepen werden door Oebele opgepakt. De overgang van hout op ijzer hield ook voor Oebele in dat hij zich volledig in Leeuwarden ging vestigen. De werf werd geleidelijk overgenomen door Oebele. Wietze trok zich steeds meer terug.
In de zomer van 1901 begon Oebele met de bouw van zijn eerste skûtsje. Haye Jacob Slof uit Joure had zijn vertrouwen in de jonge scheepsbouwer gesteld. Toen Oebele in het voorjaar van 1902 zijn tweede skûtsje had gebouwd vond Wietze het tijd om de zaak geheel over te dragen. Oebele Pieters van der Werff had dus de werf op Schilkampen in een ijzeren helling getransformeerd. Voor zover nu bekend bouwde hij nog negen roefschepen die gemiddeld nog geen 16 m lang waren. Daarnaast bouwde hij een reeks tjalkschepen die ook verhuurd werden voor gemiddeld fl. 1.200,- per jaar. Net als zijn collega’s slaagde hij er nooit in twee identieke schepen te bouwen. Wel waren er schepen met dezelfde lengte, maar dan verschilde de breedte en andersom. De werf ging door het leven als ‘Scheepsbouw en Reparatiewerf / Scheeps- en grofsmederij’. In 1909 nam Oebele een scheepswerf aan de Burgemeester Fl. van Aspermontlaan 10 in Doesburg over. Hij was hiermee de eerste telg van de Van der Werff’s die naar een werf buiten Friesland verkaste.

Schepen in het Stamboek

Oebele Pieters van der Werff in Leeuwarden

Werf Welgelegen Schilkampen Leeuwarden rond 1910 (Foto Harry Dikken, Beeldbank Leeuwarden)
Werf Welgelegen Schilkampen Leeuwarden rond 1910 (Foto Harry Dikken, Beeldbank Leeuwarden)

Ate Tjibbeles van der Werff - "Welgelegen" Schilkampen Leeuwarden

Hiermee kwam de werf op Schilkampen in de verkoop. Ate Tjibbeles van der Werff was kandidaat kopen en de oudste zoon van de Wargaaster scheepstimmerbaas Tjibbele Ates van der Werff . Ate Tjibbeles had het ijzeren scheepsbouwvak in Warga geleerd op de werf ‘De Onderneming’ van zijn vader. Hij gaf de werf bij de overdracht in 1909 de naam 'Welgelegen' wat gezien de locatie zeer toepasselijk was. De zaken verliepen goed met dikwijls wel een zestal schepen op de werf.  
In 1956 is Ate Tjibbeles uitgetreden als eigenaar. Op 12 januari 1957 wordt de vennootschap onder firma van A.T. van der Werff aan de Schilkampen in Leeuwarden opgeheven. Het bedrijf werd opgesplitst. De scheepswerf ging over naar zoon Rienk, terwijl de Machinefabriek overgenomen werd door Tjibbele. De werf ging in deze vorm door, maar de echte bloeitijd was over. De helling werd te klein voor de schaalvergroting van onder meer de duwvaart. Het personeelsbestand nam geleidelijk af. De recreatievaart werd een nieuwe bron van inkomsten. Winterstalling op het werfterrein en eigenaren konden zelf hun boten er onderhouden, waar gewenst assistentie en materiaal ter beschikking werd gesteld.
n 1977 werd echt duidelijk dat de werf op de Schilkampen geen toekomst meer heeft. De werf verhuist naar de Neptunusweg in Leeuwarden.

Alle resultaten

Ate Tjibbeles van der Werff in Leeuwarden

Tjibbele Ates van der Werff in Warga "De Onderneming"

In 1889 kocht Tjibbele Ates van der Werff de werf in Warga van Jan Eindhoven. De eerste jaren werden er houten schepen gebouwd en onderhouden. In het werfboek wordt in de winter van 1901-1902 nog melding gemaakt van een laatste nieuw gebouwd houten schip. In het begin van de 20-ste eeuw brak ook voor deze werf de periode van de bouw van ijzeren en stalen schepen aan. Na 1905 werden de eerste stalen schepen gebouwd. Waarschijnlijk hebben ze het bouwen van ijzeren en stalen schepen op de werven van de familie in Drachten geleerd. Na het overlijden van Tjibbele Ates in 1926 werd een openbare veiling gehouden van de onroerende goederen. in 1927 kwam zijn zoon Barteld Tjibbeles van der Werff in bezit van de werf.

pdf SdZ 2006 nr06 juli - Scheepswerf TA van der Werff in Warga

Schepen in het Stamboek

Tjibbele Ates van der Werff in Warga "De Onderneming"

Minne Molles van der Werf(f) gaat van Kootstertille naar Sneek

Minne Molles van der Werff (eigenlijk Werf met één f, foutje van een ambtenaar van de Burgerlijke stand bij de aangifte van zijn vader) en geboren in Kooten in 1851, werkte op de werf, die zijn pake Minne Haykes (1794 - 1853) op de Kooten was gestart. Daarnaast was hij kastelein in Kootstertille en sluis- en brugwachter. Op de werf aan de Bergumerdam was hij van 1884-1902 scheepstimmerman geweest, voordat hij de helling verkocht aan zijn neef Pieter Ates van der Werff. Na de verkoop van de houtwerf keerde Minne van der Werf terug naar Kootstertille, waar hij en zijn oudere zonen een tijdje bij zijn jongere broer Joon van der Werff werkten. Daar moeten ze zich degelijk in de ijzerbouw bekwaamd hebben. 

De werf in Sneek ten tijde van Minne Molles van der Werf
De werf in Sneek ten tijde van Minne Molles van der Werf

Minne Molles koopt de werf Van Barkmeijer in Sneek

In het Nieuwsblad van het Noorden stond op 11 november 1905 een advertentie waarin de gebroeders Barkmeijer uit Sneek hun werf te koop aanboden. Het bedrijf werd omschreven als: "Scheepstimmerwerf voor ijzeren schepen met bijbehorende huizen, schuur, werkplaats en erf gelegen aan de Woudvaart te Sneek, .... In de koop zijn inbegrepen alle goederen, die geacht kunnen worden tot de scheepstimmerwerf te behoren, als: vier ponsmachines, twee knipscharen, een buigmachine, twee ijzeren vlakplaten, een houten vlakplaat, twee langshellingen met sleepen enz." De vraagprijs bedroeg fl. 14.000,-. Minne Molles, die op 55-jarige leeftijd weer zelfstandig verder wilde, vestigde zich per 12 mei 1906 als scheepstimmerman op de voormalige Barkmeijerwerf te Sneek. Zijn vier oudste zonen zouden hem in de bedrijfsvoering bijstaan.

Schepen in het Stamboek

Minne Molles van der Werf(f) in Sneek

Auke Tjibbeles van der Werff Stavoren "Volharding"

De scheepswerf "Volharding" gelegen op de plaats waar zich vroeger een dwinger, als deel van de verdedigingswerken van de stad, had bevonden. Op deze locatie werd in 1846 een scheepswerf ingericht. Deze dwinger lag aan de stadskant van de binnenhaven in het Noord-Ooster Quartier van de Hanzestad Stavoren. Op 7 maart 1907 werd Ids Strikwerda de eigenaar van de werf.  In 1918, een jaar voor zijn overlijden verkocht Ids het geheel aan ons familielid Auke Tjibbeles van der Werff, zoon van Tjibbele van der Werff afkomstig van de werf in Warga. Toen Auke de werf overnam, was het een "houten helling" en de activiteiten waren hoofdzakelijk de bouw, onderhoud en reparatie van Staverse jollen. Aukes werkzaamheden begonnen met de bouw van een houten sloep, dit betrof een opdracht, die hij van Strikwaerda had overgenomen. Met de trend der tijd meegaande, wilde Auke echter stalen schepen bouwen. Op de ambachtschool te Leeuwarden had hij metaalbewerking geleerd. Bij zijn vader op de werf te Warga, had hij het bouwen van stalen schepen reeds in de praktijk beoefend. In 1956 nam zijn zoon Anton van der Werff de leiding over van de werf van zijn vader. 

De Waterkampioen juni 1964 nummer 1128 - Staverse jollen in Stavoren

Na 25 jaar zijn er nu te Staveren weer twee Staverse jollen in aanbouw. Deze schepen worden gebouwd op de werf De Volharding van de heer Van der Werff. In tegenstelling tot vroeger worden deze jollen van staal gebouwd en volgens een lijnenplan van de hand van de heer Van der Werff jr., een jonge telg uit een heel oud scheepsbouwersgeslacht. De maten zijn ontleend aan een nog bestaande houten jol, oorspronkelijk afkomstig uit Gaastmeer, terwijl ontwerp en bouw geschieden onder het kritische oog en de nodige aanwijzingen van oude Staverse vissers. Een waarborg dat hier jollen worden gebouwd die de toets der kritiek kunnen doorstaan.
De jollen worden lang 6,10 meter en breed 2,50 meter. De hoogte in de kajuit is 1,50 meter. Dit zijn de gemiddelde maten van deze scheepjes; de grootste jol ooit gebouwd moet ongeveer 7,50 meter lang zijn geweest. Bij de in aanbouw zijnde jollen staat de mast ter plaatse van de grootste breedte. Vastgesteld moet worden dat een dergelijk schip alleen door een scheepsbouwer kan worden gebouwd, alles verloopt rond, een vlakke plaat is er niet bij en het is dientengevolge ontzettend bewerkelijk een Staverse jol te bouwen. Het kan zijn nut hebben dit nadrukkelijk vast te stellen, nu cascobouwers als paddestoelen uit de grond rijzen en er onder deze cascobouwers meer constructiewerkers zijn dan scheepsbouwers. De goeden niet te na gesproken. Zoals gezegd worden deze nieuwe Staverse jollen gebouwd door een jonge telg uit een oud scheepsbouwersgeslacht: Van der Werff.

pdf De Waterkampioen juni 1964 nummer 1128 - Staverse jollen in Stavoren

In Memoriam: Anton van der Werff - Stavoren 1938 - 2020 door Dirk Huizinga

Op 28 mei 2020 overleed in Stavoren de scheepsbouwer Arthur Nicolaas van der Werff, in scheepvaartkringen beter bekend als Anton van der Werff, op 82-jarige leeftijd. Voor de traditionele zeilvaart was zijn scheepswerf `Volharding' binnen de voormalige zeesluis van Stavoren een bekend adres. Zijn vader Auke had de werf in 1918 gekocht van Ids Strikwerda (die er vooral `Stavorensche sloepen' had gebouwd) om er ijzeren binnenschepen te bouwen. In het midden van de jaren vijftig wordt Anton werfbaas op de Volharding en in 1964 krijgt hij de werf in eigendom. Hij doet onderhoud aan vrachtschepen, bouwt ook nieuwe vissersschepen en schakelt over op jachtbouw. Na de bouw van enige schouwen en drie Staverse jollen heeft hij in 1970 eindelijk succes met de "Staverse kotter". De twee decennia die volgen wordt zijn werf vooral ook populair bij schippers van de "bruine vloot" die op zijn werf de casco's van voormalige vrachtschepen ombouwen tot charterschip en daarvoor van Anton alle ruimte krijgen om hun eigen gang te gaan. Voor de bouw van steeds luxere kotters liet Anton in 1988 een werf aan de Spoorhaven van Stavoren bouwen. Eind jaren negentig is de oude werf aan het Hellingpad afgebroken vanwege milieu-eisen die de overheid stelde. Antons jongste zoon Arthur begon er de jachtmakelaardij Nautisch Kwartier Stavoren, terwijl zijn oudste zoon Aucke aan de Kooijweg, achter de Spoorhaven, Sturiërs ging bouwen als opvolgers voor de Staverse kotter. Als waardering voor de betekenis van het werk van Anton voor Stavoren, werd hij in het jaar 2018 geridderd toen hij 80 werd en de werf Volharding 100 jaar bestond.

Schepen in het Stamboek

Auke Tjibbeles van der Werff Stavoren "Volharding"

Ate Pieters van der Werff Gorredijk (Terwispel - De Warme Hoek)

Gerben Kijlstra zwager van Ate Pieters van der Werff kocht in 1925 "de helling van Klaas Fabriek" in Terwispel (vlak bij Gorredijk) en stelde zijn nieuw verworven bezit ter beschikking van Ate en Catharina (zijn zuster) met hun gezin. Zo hadden ze een onderkomen en kon er met de werf op de Warme Hoek een nieuw begin gemaakt worden. Ze waren vanwege het faillissement en de executoriale verkoop van de bezittingen aan de Noorderdwarsvaart in Drachten, zo goed als alles kwijtgeraakt. De sleephelling werd vervangen door een dwarshelling, weer met drie stel sporen en hellingwagens. Toen het persoonlijk faillissement beëindigd was, liet Ate Pieters zich op 13 augustus in 1926 weer inschrijven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Het nieuwe bedrijf was gestart per 1 januari 1926 en heette "A.P. Van der Werff & Zn", adres Terwispel 292. Zijn beide zonen Pieter en Sietze waren mede-vennoten. Het bedrijf was tot 1956 actief. De broers Pieter en Sietze hadden een nieuwe uitdaging aangenomen in Lemmer als vennoten in de scheepswerf Friesland.

Schepen in het Stamboek

Ate Pieters van der Werff Gorredijk (Terwispel - De Warme Hoek)

Pieter Ates van der Werff in Lemmer

De gebroeders Pieter en Sietze van der Werff waren vanaf 1956 aandeelhouders van de scheepswerf Friesland in Lemmer. Op die werf werden in vennootschap met Amels uit Makkum voornamelijk casco's van coasters gebouwd. Dit was een voortzetting van de samenwerking met de werf van van der Werff in Gorredijk. In 1963 werd de samenwerking met Amels beëindigd en gingen de broers Pieter en Sietze ieder hun eigen weg. Sietze ging terug naar Gorredijk en Pieter startte in 1964 P. v.d. Werff Scheepsbouw in Lemmer achter de eerder genoemde werf Friesland. Vanaf 1971 werkte ook Pieter's zoon Sietze bij zijn vader op de werf. Per 1 januari 1972 droeg vader Piet, op 65-jarige leeftijd, het bedrijf over aan zijn zoon Sietze, die toen 29 jaar oud was. De officiële overschrijving in het Handelsregister had plaats in januari 1974. Na een verhuizing van de werf naar Oosterzee, vestigde Sietze zich met zijn werf aan de Lemsterhoek in Lemmer. Deze werf nam ook het ontwerp van de zeeschouw van vader Pieter Ates op in het bouwprogramma. Pieter Ates had eerder zelf eerder een aantal zeeschouwen gebouwd.

Schepen in het Stamboek

Pieter Ates van der Werff in Lemmer

Schepen in het Stamboek

Sietze Pieters van der Werff in Lemmer

Meer informatie over de 12 generaties Van der Werff, scheepsbouwers

Op 4 september 2009 werd de 280 jaar herdacht dat leden van de familie Van der Werff in Drachten actief zijn in de scheepsbouw. Dat gebeurde op de werf De Nijverheid van Oebele Haike van der Werff op het Buitenstvallaat te Drachten. De vele bezoekers waren vooral geinteresseerd in de presentatie van het "Werf(f)boek" over twaalf generaties Van der Werff. De auteur Ate van der Werff uit Luxemburg heeft een dik boek gemaakt met eerst een overzicht van de in totaal 28 werven die langere of kortere tijd door een Van der Werf(f) werden geleid, gevolgd door een stamboom van de familie met 7000 namen.

Spiegel der Zeilvaart mei 1979 nummer 1: Familie van der Werff, een dynastie van Friese Scheepsbouwers

In het van gemeentewege in 1864 te Drachten gepubliceerde „Verslag over den toestand der Gemeente" wordt gewag gemaakt van 3 scheepstimmerbazen met 10 knechten. De hellingbazen waren: Haicke Pyters van der Werff aan het Buitenst Verlaat, zijn broers Ate Pyters van der Werff aan de Langewijk en Pyter Haikes van der Werff (zoon van Haicke Pyters) aan de Noorderdwarsvaart. De familie Van der Werff, een dynastie in de Friese scheepsbouw. Stamvader en grondlegger is Haicke Pyters. Hij huurt in 1729 een „huys met schuythuys" in de Suyder-drachten, doch sterft op jonge leeftijd. Zijn vrouw Antje Martens zet het bedrijfje voort en vestigt zich later met haar zoon Pyter Haickes aan de Noorderdwarsvaart. Deze Pyter Haickes legateert in 1795 bij testament de „helling met schuytmakerij" aan zijn oudste zoon Haicke Pyters.

pdf SdZ Mei 1979 nr01 - Familie van der Werff, een dynastie van Friese Scheepsbouwers

Terug naar vorige pagina