Houtenbotenbouwers deel 1 en deel 2 (met de film Erfskip)

Auteur Klaas Smit schrijft:
In 2020 heb ik uitgebreid gesproken met tien werfbazen over hun ambacht. Waarom doen zij wat ze doen? Waarom is het vak van houten boten bouwen zo mooi? Hoe houd je dat een leven lang vol? Ik wilde weten wie deze tien mannen zijn en wat hen beweegt. De gesprekken moesten op anderhalve meter afstand worden gehouden, vanwege het rondwarende coronavirus, maar ze waren daardoor niet minder intens. Boten bouwen is niet hun baan, het is hun leven. Tien levensverhalen trekken aan je voorbij van tien zeer verschillende botenbouwers. De overeenkomst bestaat uit werken aan houten boten en dat ze alle tien werfbaas zijn of zijn geweest. Allemaal hebben ze bijgedragen aan het behouden van de vloot houten ronde en platbodemschepen. Een aantal heeft de vloot zelfs flink uitgebreid door er nieuwe schepen aan toe te voegen.
Met de keus voor deze tien werfbazen sluit ik zeker vakmannen uit, maar met deze tien voel ik me het meest verbonden. Het is een arbitraire keuze, maar wel één die goed laat zien hoe waardevol deze bouwers zijn voor de houten vloot.
Ik ben de werfbazen zeer dankbaar voor hun verhalen. Ik heb ervan genoten. Ik hoop van harte dat de waardering voor het ambacht door dit boek toeneemt en dat meer mensen liefde krijgen voor het houten schip.


Houtenbotenbouwers deel 2 als vervolg op deel 1

Na het succesvolle Houten Boten Bouwers, Tien werfbazen over hun vakmanschap (deel 1), is er in december 2021 een tweede deel verschenen. Deel 1 bood namelijk lang niet genoeg ruimte voor alle bootbouwers. Klaas Smit voegde weer een heel rijtje bekende namen toe in deel 2.


Deel 1: Tien karakters, tien levens

Ik loop al zo lang ik me kan herinneren rond in de wereld van houten rond- en platbodems. Ik ben opgegroeid in de Van der Meulen kajuitschouw 'Vrouwe Rixt' en zodra het kon kochten we zelf een zes meter houten open schouw 'De Skiere Mûnts', gebouwd door Brandsma. Later stapten we over naar de negen meter houten Van der Meulen vissermanschouw 'Fleanende Fisker'.

Mijn vader Rienk Smit heeft mij de liefde voor zeilen en houten boten bijgebracht. Ik mocht ook maar naar één zeilschool toe, de tjotter-zeilschool It Beaken in Heeg. Ik heb daar leren varen in tjotters en heb mijn passie als zeilinstructeur overgedragen aan tal van cursisten.Mijn vader was naast fervent zeiler ook actief in de wereld van rond en plat. Hij volgde Heit Piersma op in het comité Regionale Friese Reünie en vertegenwoordigde daarna het comité tien jaar lang in de rol van voorzitter. Hij kende veel mensen die een houten rond- of platbodem bezitten en via mijn vader kwam ook ik contact met velen daarvan. Zo kwam ik met botenbouwers aan de praat en kreeg ik bewondering voor hun vakmanschap. Voor hen lijkt hout vloeibaar wanneer ze ermee aan het werk zijn. Uit een gewone boomstam toveren zij de mooiste vormen en voor je het weet hebben ze een nieuw schip gebouwd of een vervallen exemplaar gerestaureerd.

De auteur Klaas Smit aan het roer in de negen meter houten Van der Meulen vissermanschouw 'Fleanende Fisker'
De auteur Klaas Smit aan het roer in de negen meter houten Van der Meulen vissermanschouw 'Fleanende Fisker'

Ik raakte geïntrigeerd door deze mannen die alles met hout kunnen en wilde hun verhalen weten. Hoe doen ze dat, met hout een boot bouwen? Waar letten ze op? Waarom bouwen ze boten? En, hoe houden ze dat een leven lang vol? Allemaal vragen waarop ik het antwoord wel eens wilde horen. Ik wilde hun verhalen vastleggen in een boek, bewaren voor later. Maar waar begin je en waar eindig je dan?

Roelof van der Werff, Pier Piersma en Henk van der Meulen ken ik al tientallen jaren. Wat hen verbindt is hun liefde voor houten ronde en platbodemjachten. Maar, zij zijn niet de enigen. Er zijn heel veel, vooral mannen, die het vak van houten boten bouwen in de vingers hebben, maar iedereen spreken was een onmogelijke opgave. Ik koos voor werfbazen die hebben bijgedragen aan het behouden van de vloot houten ronde en platbodems en die de vloot hebben verrijkt met nieuwe schepen. Friese werfbazen was een ander criterium, maar door de nauwe samenwerking tussen een aantal botenbouwers kwam ook punterbouwer Schreur uit Giethoorn in beeld.

Als ik me dan toch niet strikt tot Friesland ging beperken, dan moest ook Peter Schouten opgenomen worden in de rij. De kotters die hij bouwt, daar ben ik verliefd op geworden. Hij mocht niet ontbreken. Is daarmee de keuze goed verantwoord? Nee, het is mijn keuze en die blijft hoe dan ook arbitrair. Ik sluit zeker vakmannen buiten, maar met degenen die ik heb gesproken, voel ik de meeste affiniteit. Om niet van voortrekken beticht te worden, komen de werfbazen in alfabetische volgorde in dit boek voorbij, gerangschikt op achternaam.
Met tien werfbazen heb ik gesproken over hun vakmanschap, dat veel meer blijkt te zijn dan werk. Het is hun leven en zij hebben mooie verhalen en inzichten met me willen delen. Het blijkt een kleine wereld te zijn, waar iedereen elkaar kent. En, de één blijkt in de leer te zijn geweest bij de ander. Tien vakmannen die alle tien op hun eigen manier met schepen bezig zijn. Tien verschillende verhalen over soms dezelfde boten. Tien karakters, tien levens.

Ik ben de werfbazen zeer dankbaar voor hun verhalen. Ik heb ervan genoten en ik heb het een feest gevonden om bij ze langs te mogen gaan. De gesprekken vonden plaats in 2020 en we zaten steeds op anderhalve meter van elkaar vanwege het rondwarende coronavirus. Ondanks deze fysieke afstand voelden de gesprekken niet minder intens.

Het bouwen van houten boten is verankerd in de wereld om de werven heen. Het Stamboek Stichting Ronde en Platbodemjachten (SSRP) heeft een belangrijke rol gespeeld voor de botenbouwers. Jan Brilleman heeft de oprichters van de SSRP zelf nog gekend. Samen met Roelof van der Werff heb ik met Jan gesproken over de begintijd van de SSRP en we kregen als cadeau zijn verhaal als eigenaar van vele houten ronde en platbodems erbij. Of de SSRP nu nog steeds belangrijk is voor werven, vroeg ik aan de huidige voorzitter Ineke Verkaaik-Hogervorst. Met haar verhaal over de waarde van behoudsorganisaties vandaag de dag sluit dit boek af:

Ik heb alleen met de tien werfbazen gesproken en kreeg zo hun verhaal te horen, hun herinnering, zonder hoor en wederhoor toe te passen. Of het waar is wat de werfbazen me hebben toevertrouwd, weet ik niet. Die vraag vind ik ook niet interessant, het is hun waarheid. Toch heb ik daarnaast gebruikgemaakt van krantenartikelen, boeken, vele nummers van de Spiegel der Zeilvaart én de onvolprezen website van de SSRP die een zeer rijke bron is over schepen en hun historie. Ik heb niet alles zomaar geloofd.

Naast de twaalf mensen die hun verhaal doen in dit boek, wil ik Thijs en Gre Viegers bedanken. Zij hebben een aantal jaren geleden een de Wantij 30 'Bever AK15' laten bouwen bij Peter Schouten. Toen ik Thijs en Gre vertelde over mijn idee een boek te willen maken over houtenbotenbouwers, begonnen ze me vragen te stellen. Wat zie je voor je? Hoe wil je dat gaan doen? Wat kost dat dan? Zij waren gecharmeerd van het plan en het gesprek eindigde met: Je moest maar eens beginnen'. Zonder hun steun had ik dit boek niet kunnen maken. Thijs en Gre, enorm bedankt!

Het vak van houten boten bouwen moet bewaard blijven. 'Hun' schepen moeten blijven varen, tot in lengte van dagen. En, deze werfbazen verdienen het om herinnerd te blijven.

Klaas Smit
December 2020


De hoofdstukken

De Houten Boten Bouwers op alfabetische volgorde in het boek:
Bein Brandsma
Ed Jansma
Ivor van Klink
Henk van der Meulen
Martijn Perdijk
Pier Piersma
Peter Schouten
Jan en Jeroen Schreur
Roelof van der Werf

SSRP:
Jan Brilleman, oud-bestuurslid
Ineke Verkaaik-Hogervorst, voorzitter

Colofon

Te koop voor 25 euro (excl. verzendkosten) op www.houtenbotenbouwers.nl

Auteur 
Klaas Smit
Smit Publicaties, Witmarsum
Ontwerp en lay-out
Pieter van der Zee ZeeDesign, Witmarsum
Druk Printsupport4U, Steenwijk
Uitgever
Smit Publicaties
Kaatsplein 17
8748 BZ Witmarsum
info@smitpublicaties.nl
www.smitpublicaties.nl

© 2020 Smit Publicaties Eerste druk, 2020
ISBN/EAN 9789082423259
NUR 484


Spiegel der Zeilvaart december-januari 2020-2021 nr10: Nieuw boek over houtbouwers (deel 1)

Wie zijn die mannen die onze houten ronde en platbodems onderhouden, repareren en restaureren? Waarom zijn ze botenbouwer geworden en gebleven? Op welke manier zijn ze met houten schepen bezig en hoe is het om een werf draaiende te houden? Allemaal vragen waar Klaas Smit wel eens antwoorden op wilde hebben.

Al jaren liep ik rond met het idee een boek te maken met daarin de verhalen van houten botenbouwers. In 2020 had ik eindelijk de mogelijkheid bij tien van hen langs te gaan om hun verhalen vast te leggen. Op afstand vanwege het rondwarende coronavirus, maar de gesprekken waren daardoor niet minder intens, zo vertelt Klaas Smit over zijn laatste project. 'Het idee was om me te beperken tot de Friese werfbazen, maar een samenwerkingsverband van een aantal bouwers voerde me naar Giethoorn. En omdat ik me dan toch niet zou beperken tot de Friezen, wilde ik ook de bouwer van de mooiste houten kotters uit Noord-Holland opnemen in het boek.' Dus toog Smit ook naar Kortenhoef om Peter Schouten aan de tand te voelen. De overige namen zijn ook vertrouwd, ze staan regelmatig in de kolommen van Spiegel der Zeilvaart. Het zijn: Pier Piersma, Roelof van der Werff, Martijn Perdijk, Henk van der Meulen, Ivor van Klink, Jan en Jeroen Schreur uit Giethoorn, Ed Jansma en Bein Brandsma.

Liefdevol over hun vak
De tien houtbouwers deden openhartig uit de doeken waarom ze doen wat ze doen. Het werden tien zeer verschillende levensverhalen van tien uitgesproken karakters. Smit: 'Een aantal werfbazen vertelde me dat ze veel te danken hebben aan de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten (SSRP). De oprichters van de SSRP zorgden ervoor dat het houten traditionele schip weer in de belangstelling kwam, eind jaren vijftig van de vorige eeuw. Op enig moment waren er meer mensen die een boot wilden, dan er schepen waren. Zo kregen de houtbouwers, naast de restauraties, zelfs de mogelijkheid de vloot uit te breiden met nieuwe schepen.'
Jan Brilleman heeft de oprichters van de SSRP zelf nog gekend en hij vertelt in een apart hoofdstuk over de waarde van de SSRP in de beginjaren. Maar wat doet de SSRP 65 jaar later nog voor botenbouwers? De huidige voorzitter Ineke Verkaaik-Hogervorst geeft antwoord op die vraag.
Genieten van ronde vormen en mensen de mogelijkheid geven verre reizen te maken, dat zijn drijfveren geweest van Bein Brandsma. In de voetsporen treden van zijn vader, maar dan op zijn eigen manier, is wat Ivor van Klink doet. Het vak van punterbouwer in stand houden speelt een grote rol bij Jan en Jeroen Schreur. De erfenis van zijn vader bewaren en doorgeven was de leidraad van Pier Piersma. Henk van der Meulen groeide op de werf op en wist al jong dat hij de volgende generatie wilde worden. Ed Jansma wil bestaande schepen mooier maken dan ze al zijn en Martijn Perdijk restaureert schepen met oog voor de lijn en in de traditie van de bouwer. Peter Schouten heeft zich laten inspireren door smacks en Leigh Codes aan de oostkust van Engeland en Roelof van der Werff is al vijftig jaar bezig met zo duurzaam mogelijk bouwen. Nuchtere bouwers die liefdevol praten over hun vak en hun schepen, maar ook vakmannen vol emotie.
De verhalen van deze bijzondere mannen liggen nu vast in een boekwerk, ook voor het nageslacht. Deze botenbouwers en 'hun' schepen verdienen dit podium met als doel de waardering voor hen te vergroten en de liefde voor het houten traditionele schip te laten toenemen.

pdf SdZ 2020-2021 nr10 december-januari - Nieuw boek over houtbouwers (deel 1)

Het boek Houtenbotenbouwers (deel 1) - recensie Wim de Bruijn

Het is een nobel streven geweest van Klaas Smit om de kennis van een aantal van onze vaderlandse houtbouwers vast te leggen in een kloek boek met veel foto's. Ondanks het feit dat ik sommige houtbouwers al vaak eerder geïnterviewd had, las ik toch veel feiten die ik hen niet eerder had horen vertellen. Wel is het jammer dat hij zich, zoals hij in zijn voorwoord schrijft, moest beperken tot tien houtbouwers. Hij koos voor werfbazen die naar zijn mening hebben bijgedragen aan het behoud van de vloot houten ronde en platbodemjachten en daarnaast de vloot hebben verrijkt met nieuwe schepen. Tja, dan heb je een probleem: wie ga je kiezen? Het blijft Klaas' eigen keuze, maar ik hoop dat er nog eens een aanvullend boek komt met ontbrekende, kundige houtbouwers als Kees Sars en Cees Droste, om er maar een paar te noemen. Ik heb het boek achter elkaar uitgelezen omdat ik benieuwd was wat hij over de uitverkoren bouwers had geschreven. Daarin werd ik zeker niet teleurgesteld.

pdf SdZ 2021 nr02 maart - Houten Boten Bouwers (recensie Wim de Bruijn)


Het boek Houtenbotenbouwers (deel 2) - recensie Wim de Bruijn

Na het succesvolle Houten Boten Bouwers, Tien werfbazen over hun vakmanschap, is er nu een tweede deel verschenen. Deel 1 bood namelijk lang niet genoeg ruimte voor alle bootbouwers. Klaas Smit voegde weer een heel rijtje bekende namen toe in deel 2. Wim de Bruijn bespreekt het resultaat.
Nadat begin 2021 Houtenbotenbouwers deel 1 was gepubliceerd, hoopte ik dat er nog eens een deel 2 zou komen met hoofdstukken over ontbrekende bouwers als Kees Sars en Cees Droste. Die wens komt nu (gedeeltelijk) uit. Als eerste komt in deel 2 Marco van Boheemen (1967) aan bod. Marco begon in 1994 op de Bataviawerf en was de opvolger van Jan Kuperus en Rienk Gardenier. Als eerste werd de Batavia afgebouwd en daarna kon worden begonnen met de bouw van De Zeven Provinciën. Het is algemeen bekend dat dat project strandde, omdat de vlakbouwmethode - eerst de huid dan de spanten - hier niet werkte. Veel werd afgebroken en weer een stukje opgebouwd, daarna bleef het project stilliggen. In 2015 mocht Marco beginnen met de bouw van een waterschip, in wezen de voorloper van de botter. Marco vertelt vol bezieling over zijn werk als scheepsbouwer, maar ook over hoe hij met de mensen omgaat die bij de bouw meewerken. En dat is heel leerzaam. Vooral als je leest over zijn weigering om elke dag uitgebreid te rapporteren over wie wat heeft uitgevoerd. Hij voelt zich duidelijk scheepsbouwer en leermeester en niet een manager.
In het tweede hoofdstuk komen jan Kuperus (1968) en Rienk Gardernier (1965) aan het woord. Jan kende Willem Vos al toen hij 16 jaar was en Willem een schokker in hout-epoxy bouwde. Hij kon daarna al snel in Lelystad aan de Batavia komen werken. In 1988 volgde Rienk, hij meent dat het sociale karakter van Willem Vos onderbelicht is gebleven. Zowel Jan als Rienk leerden het bouwen van schepen van Willem. Hij leerde hen ook hoe je met veel mensen aan een project kunt werken. Ze kregen steeds meer vrijheid van Willem en omdat er eind jaren tachtig veel werkeloosheid was in ons land, was er veel aanbod van mensen zonder baan.

pdf SdZ december 2021 - Januari 2022 nummer 10 - Houtenbotenbouwers 2 (recensie Wim de Bruijn)

Documentaire Erfskip Houtenbotenbouwers – 10 werfbazen over hun vakmanschap

Eind 2020 verscheen het boek Houtenbotenbouwers 1 van Klaas Smit. Tien vakmannen vertellen vol liefde over hun vakmanschap. Dat heeft een boek opgeleverd met 10 unieke verhalen, 10 inkijkjes in de hoofden van werfbazen. Ogenschijnlijk nuchtere mannen, maar schijn bedriegt. Naar aanleiding van dit boek zochten Bert en Daan Visser de auteur op met het idee er een documentaire op te baseren.

Documentaire

Documentairemaker Daan Visser werd gegrepen door de verhalen van de 10 werfbazen en wil er een documentaire over maken. De documentaire ‘Erfskip’ is een film over liefde. Over liefde voor het houten schip en over liefde voor het vakmanschap van de tientallen houtbouwers die Nederland nog kent. Zijn het de laatsten der Mohikanen, of heeft hun vak nog toekomst?

De rode draad in de film is het verhaal van drie generaties houtbouwers Van Klink: pake Jan, zijn zoon Ivor en diens zoon Jan. Drie mannen uit hetzelfde hout gesneden. Pake Jan, die al jaren geleden overleed, bouwde in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog nieuwe scheepjes. Zoon Ivor (45) beperkt zich op zijn werf in Workum tot restauratie en onderhoud. Zo zijn de schepen van het Zuiderzeemuseum bij hem in goede handen. Ivors zoon Jan staat te trappelen om het stokje van zijn vader over te nemen. Hij kiest bewust voor een maritiem beroep. Jan is 15 en zit nog op school. Maar hij is minstens één dag per week te vinden op de houtbouwwerf van Van der Meulen in Sneek. Om de fijne kneepjes van het vak te leren.

Maar heeft dat vak nog wel toekomst? Natuurlijk, de stichtingen, particulieren en musea die zich bekommeren om ons varend erfgoed zullen hun schepen in de vaart willen houden. De paar honderd houten tjotters, botters, boeiers, aken, schouwen en jollen die er nog zijn. Zeilschepen van soms meer dan honderd jaar oud, die ooit zijn gebouwd voor de visserij of vrachtvervoer, of in latere jaren zijn aangepast, of gebouwd voor de charter- en pleziervaart, ze zullen gerestaureerd en onderhouden moeten blijven. Maar zullen er ooit nieuwe houten schepen worden gebouwd? Komen er nieuwe kansen voor hout als duurzaam bouwmateriaal Sommige innovatieve houtbouwers denken van wel en ze experimenteren met nieuwe technieken om tot nu toe minder geschikte, snel groeiende en dus goedkopere houtsoorten te verduurzamen. Wie zich in de wereld van de houten schepen begeeft, ontmoet veel mensen met passie. Mensen met liefde voor de natuur, voor natuurlijke materialen en voor eerlijk vakmanschap, voor traditie. Waar komt die liefde vandaan? Is het louter nostalgie, omkijken naar hoe het was? Of schuilt er in hun passie ook een wijze les voor de toekomst? Een toekomst van onthaasten, van wind als energiebron, van duurzaam gebruik van materialen, van zuinig zijn op wat moeder aarde biedt?

De documentaire gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen bij eigenaren, bouwers en conservators. We zien Jan en zijn goede vriend Basten met zijn hun houten visserman jol op het IJsselmeer op traditionele manier vissen met hun vrienden van de ‘Jonge vissers onder zeil’. Het zijn jongens van het water. Basten volgt een opleiding tot visserman. Wat bezielt ook deze jongen om te kiezen voor een maritiem beroep? En we zien adembenemende beelden van zeilende schepen, van half vergane houten boten en van schitterende staaltjes restauratiewerk. Het bouwen en onderhouden van een houten boot kost geld. Maar ook een stalen schip vraagt onderhoud en polyester is belastend voor het milieu. Voor Ivor van Klink is hout het perfecte materiaal. “Een boom groeit uit de aarde, hij leeft, hij laat zich vormen tot een schip en ooit vergaat hij weer tot aarde, waarop een nieuwe boom kan groeien”. Het is de circulaire levenswijsheid van al drie generaties houtbouwers Van Klink.

https://www.artum.info/documentaire-hout-moat/

De documentaire ‘Erfskip’ is een film over liefde. Over liefde voor het houten schip en over liefde voor het vakmanschap van de tientallen houtbouwers die Nederland nog kent. Zijn het de laatste der Mohikanen, of heeft het erfgoed nog toekomst? Aan de hand van vier generaties houtbouwers Van Klink zoeken we naar antwoorden.

Terug naar vorige pagina